“Ik vind niet dat kampgevangenen hetzelfde waard zijn als mensen”, spreekt de 61-jarige Kurt Heissmeyer op 21 juni 1966. “Waarom gebruikte je geen proefdieren?” is de vraag die hem gesteld wordt. “Omdat er geen verschil is tussen proefdieren en mensen”, antwoordt Heissmeyer. Hij corrigeert zichzelf: “Tussen proefdieren en Joden”.
SS-artsen
Als de concentratiekampen volstromen met Joden, bedenken de kopstukken van het naziregime een manier om de SS-artsen te helpen met hun onderzoek. Gevangenen uit de concentratiekampen zullen medische experimenten als ‘proefdieren’ moeten ondergaan.
Als SS-arts Kurt Heissmeyer in 1942 druk bezig is met zijn promotieplannen, wonen vader Flip, moeder Bets en zonen Lexje en Edo Hornemann nog aan de Staringstraat in Eindhoven. De bezetter dwingt hen om te verhuizen naar de Gagelstraat, omdat ze plaats moeten maken voor een Duitsgezind gezin.
Experimenten
De verhuizing is de aftrap van een onrustige tijd voor de familie Hornemann. Na augustus 1943 komt de familie in Kamp Vught, Westerbork en tot slot in Auschwitz terecht. Flip wordt van zijn vrouw en kinderen gescheiden. Kurt Heissmeyer krijgt rond diezelfde tijd groen licht om kampgevangenen te gebruiken voor zijn experimenten. Dat doet hij samen met collega Alfred Trzebinski, onder leiding van SS-commandant Arnold Strippel, in Kamp Neuengamme.
Selectie Eduard en Alexander
Dan slaat in september 1944 het noodlot toe bij de familie Hornemann: Bets overlijdt in Auschwitz aan buiktyfus en Flip overlijdt op transport aan uitputting. Als in Neuengamme de medische proeven mislukken, bedenkt Heissmeyer een nieuw plan: de tbc-bacteriën inspuiten bij kinderen. Josef Mengele selecteert voor Heissmeyer twintig jongens en meisjes tussen de zes en veertien jaar oud. Alexander en Eduard zitten in deze selectie.





Morfine
Tegelijkertijd krijgen de SS-artsen het steeds heter onder de voeten, omdat de geallieerden Berlijn naderen. Als ze zich realiseren dat ze geen kant meer op kunnen, besluiten ze het ‘bewijsmateriaal’ te vernietigen. Op 20 april 1945 worden de kinderen naar de verlaten Bullenhuser Schule gebracht. Ze zijn vrolijk, blij dat ze weg kunnen uit het kamp. Hoewel Trzebinski eerder zijn collega’s nog probeerde te overtuigen om ze in leven te houden, geeft hij de kinderen die avond een morfine-injectie. Vlak voor het injecteren, vertelt hij ze dat ze “snel naar bed gebracht worden”. In die nacht vinden alle twintig kinderen, samen met 28 Russische krijgsgevangenen, de dood door ophanging in de kelder van de Bullenhuser Schule.



Misdaden tegen de menselijkheid
De SS-artsen krijgen allemaal verschillende vonnissen. Een ding hebben ze gemeen: de artsen tonen vrijwel geen berouw. Uiteindelijk krijgt Trzebinski de doodstraf, Heissmeyer levenslang en Strippel gaat na drie processen vrijuit.