Gelderswoudse Polder, 1648-1970

De Gelderswoudse polder bestond oorspronkelijk uit twee aparte polders: de Oude Gelderswoudsche en de Nieuwe Gelderswoudsche polder. Beide polders zijn het westelijk, onverveend gebleven deel van de voormalige Gelderswoudsche en de Dobbesbulgerhout en Bagijnepolders. (Het oostelijk, wel verveende deel werd opgenomen in de bedijking van de Noordplassen en kreeg de naam Drooggemaakte Gelderswoudsche polder.) De polders zijn in 1628 bepolderd en in 1675 opgenomen in de generale bepoldering van Hazerswoude. De Oude Gelderswoudsche polder was de grootste, de nieuwe Gelderswoudsche polder bestond grotendeels uit water. De in de Noord-Aa uitmondende voorboezem van de bovenmolen van de Drooggemaakte Gelderswoudsche polder vormde de scheiding tussen beide polders. In 1674 gaven dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland aan de ingelanden van het poldertje aan de zuidzijde van de Gelderswoudsche polder (naar alle waarschijnlijkheid de Nieuwe Gelderswoudsche polder) toestemming om hun landen droog te laten malen door de molen van die polder. In 1766 werd door beide polders een contract van combinatie gesloten (dus niet pas in 1790, zoals Teixeira de Mattos beweert). Hierin werd bepaald dat de Nieuwe Gelderswoudsche polder door de Oude Gelderswoudsche polder zou worden bemalen. Deze bemaling werd mogelijk gemaakt door de aanleg van een grondduiker onder de voorboezem van de Drooggemaakte Gelderswoudsche polder. In 1956 namen GS van Zuid-Holland het besluit tot samenvoeging van de Oude en Nieuwe Gelderswoudsche polder. Op 1 januari 1958 trad dit besluit in werking en vanaf die dag heette de polder de Gelderswoudse polder. De grenzen van de polder worden in het noorden gevormd door de Noord-Aa, in het westen door de Noord-Aasche Vliet en de Elleboogse Watering, in het zuiden en oosten door de ringdijk van de Drooggemaakte Noordplas en in het noordoosten door de Oude Verlaatsloot, die tot het polderwater behoort. In 1970 werd de polder samengevoegd met de Oost- en Westbroekpolder tot de polder Haasbroek.