Directoraat-Generaal voor de Prijzen en Voorgangers
Op 24 juni 1939 werd de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet 1939 aangenomen. Op 10 mei 1940 werd dit gevolgd door een totale prijsstop. De Duitse bezetter kondigde eveneens een prijsstop af. De prijsstop gold zowel voor roerende en onroerende goederen als huur en diensten. Ontheffingen waren slechts mogelijk met toestemming van het ministerie. Op 11 november 1940 richtte de Duitse bezetter de Dienst van de Gemachtigde voor de Prijzen op. Deze dienst, onder leiding van mr. H.C. Schokker, werd verantwoordelijk voor de prijspolitiek. Dat gold zowel wetgeving als het opsporen van overtredingen en het straffen van overtreders. Dat laatste was vastgelegd in het Prijsbeheersingsbesluit van 1941 en voorzag in boetes, inbeslagnames en vrijheidsstraffen. Tegen het einde van de oorlog werd de prijsontwikkeling niet meer in de hand gehouden. Alhoewel organisatie en regels op een aantal punten werden aangepast werd de prijspolitiek van de bezettingstijd na de oorlog door het Militair Gezag en de Nederlandse burgerlijke autoriteiten in grote lijnen overgenomen. De noodzaak van een effectieve prijsbeheersing was onbetwist. De Directeur-Generaal voor de Prijzen hield nauw toezicht op de prijzen tot ongeveer 1950 toen de controle veel losser werd en het werk sterk werd vereenvoudigd en ingekrompen. Het archief bevat zowel stukken van de Dienst voor de Gemachtigde voor de Prijzen als het Directoraat-Generaal voor de Prijzen en gedeponeerd archief van verschillende inspecties, het afwikkelingsbureau en lokale bureaus in Amsterdam, Arnhem en Rotterdam. Het bevat stukken over de eigen organisatie, prijsvoorschriften per economische sector en stukken over de opsporing en berechting van overtredingen.
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: E20113
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer