Collectie 130 Dumonçeau
Jean Baptiste Dumonceau (1760-1821) begon als krijgsman tijdens de Brabantse revolutie voor de Belgische patriotten, en onderscheidde zich later als legercommandant in Franse dienst. In 1806 benoemde Lodewijk Napoleon hem tot maarschalk van Holland. In 1816 verhuisde hij met zijn gezin naar Vorst (Forest) bij Brussel, waar hij zijn oorspronkelijke beroep van steenhouwer weer opnam. In 1810 werd hij door koning Lodewijk Napoleon tot graaf verheven, en in 1820 werd deze adellijke titel hem verleend bij Koninklijk Besluit. Zijn nakomelingen deden dienst in verschillende hoge rangen binnen de krijgsmacht. Het archief bevat een grote hoeveelheid brieven, aan Dumonceau gericht in zijn functie van legerbevelhebber, met name uit de periode van de Napoleontische oorlogen. Van Dumonceau zelf zijn geen levensherinneringen in het archief aanwezig, dit is wel het geval voor de nakomelingen van de drie opvolgende generaties Jean François Dumonceau, Charles Henri Felix Dumonceau, en Joseph Henri Felix Dumonceau. Van hen bevinden zich ook correspondentie en overige persoonlijke papieren in het archief.
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: C22278
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer