Verslag Schrijen, M.G.H.

De auteur ligt tijdens de meidagen 1940 met het eerste bataljon van de eerste Compagnie Jagers in de buurt van Den Haag. De Duitse vliegtuigen vliegen zo laag over dat ze zelfs de geweerlopen van de militairen kunnen zien. Ze worden beschoten en schieten terug. De Duitsers landen op het strand, verschuilen zich in bos Ockenburg. Sommigen worden gevangen genomen. Hij vertelt over luchtgevechten in de duinen en op het strand en over neerkomende parachutisten. Bij de gevechten sneuvelen Nederlandse en Duitse militairen. Gevangen genomen Duitsers worden afgevoerd. Dan worden ze door Duitsers omsingeld en in het nauw gebracht. Bij deze gevechten worden veel van zijn kameraden doodgeschoten. De compagnie wordt aanmerkelijk uitgedund en ze trekken terug naar Loosduinen, waar ze na 15 uur hun uitrusting kunnen afgooien. Hier staat ook een keukenwagen waar ze te eten krijgen. Ze gaan met de nog ongeveer 25 man die overgebleven zijn per bus naar Wateringen, waar ze de nacht doorbrengen. De volgende dag proberen ze een door de Duitsers bezette boerderij van de ongenode gasten te bevrijden.