Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Filter op
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Beveren, A. Van
Object

Archief van Andre van Beveren (Zaandam, 24 oktober 1921 - Lelystad, 1 april 2005). Verzetsdeelnemer. Andre van Beveren werd op 10 oktober 1940 gearresteerd voor het schreeuwen ‘Oranje Boven’ en het zingen van vaderlandslievende liederen. Hij werd weer vrijgelaten, maar op 22 juni 1941 opnieuw gearresteerd wegens het verkopen van illegale bladen. Vier dagen later, op 25 juni 1941, volgde een derde arrestatie (reden onbekend) waarvoor werd overgebracht naar het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) in de Euterpestraat in Amsterdam. Daarna zou Van Beveren zijn overgebracht naar concentratiekamp Schoorl en vervolgens naar Kamp Amersfoort. Vandaaruit werd Van Beveren als politiek gevangene op transport gesteld naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme. In Neuengamme werd Van Beveren een gebroken enkel geslagen wegens het in elkaar zakken tijdens een appél, en verbleef hij enige tijd in de ziekenbarak. Op 1 augustus 1942 werd hij vanuit Neuengamme getransporteerd naar Dachau waar hij het kampnummer: 32747 kreeg toegewezen, en tewerk werd gesteld in een zoutfabriek bij het buitenkamp Gendorf. Met de geallieerden in aantocht werd Dachau door de Duitsers ontruimd en nam Van Beveren deel aan een dodenmars. Op 29 april 1945 wist hij echter te ontsnappen door een korenveld in te duiken. Van Beveren werd opgevangen door Amerikaanse soldaten die hem gevangen namen. Na zij vrijlating begon hij zonder hulp van de geallieerden aan een tocht richting Nederland. Onderweg moest hij vluchten voor een boer die nazi-sympathisant was. Op aanwijzingen van Van Beveren hebben Amerikaanse soldaten een represailleactie uitgevoerd. Van de Amerikanen kreeg Van Beveren uiteindelijk een gevorderde vrachtwagen waarmee hij naar Nederland reed. Na de oorlog was Andre van Beveren nog enige tijd betrokken bij de Politieke Opsporingsdienst (POD). Zie ook VMA 19221 voor kampkleding van Andre van Beveren. Het archief bestaat uit twee naoorlogse Rode Kruisdocumenten met betrekking tot Andre van Beveren zijn gevangenschap.

Organisatie
Verzetsmuseum Amsterdam
SD
Kamp Amersfoort
Dachau
Beveren, A. Van
Object

Kamppak uit Dachau afkomstig uit de nalatenschap van Andre van Beveren (Zaandam, 24 oktober 1921 - Lelystad, 1 april 2005). Verzetsdeelnemer. Pak bestaat uit een lange Kampjas en kampbroek. Betreft: (I). Grijs en blauw gestreepte kampjas. Jas heeft vijf knoopsgaten met nog vier aanwezige plastic knopen waarvan een zwarte, twee bruinen en een halve (gebroken) grijze knoop. Op de linkerborst geborduurd een witte strook met daarop in rode letters het kampnummer: 32747 [kampnummer van Andre van Beveren in Dachau], met daaronder een rode op de punt staande driehoek met in het midden een handgeschreven letter ‘N’. De jas heeft aan beide zijden een jaszak, en aan de achterzijde meerdere gestikte gaten. (II). Grijs en blauw gestreepte kampbroek. Broek heeft op de taille twee grijze plastic knopen, alsook twee grijze plastic gulpknopen. Aan beide zijdes een metalen taillegespje met riempje, en twee broekzakken. Andre van Beveren werd op 10 oktober 1940 gearresteerd voor het schreeuwen ‘Oranje Boven’ en het zingen van vaderlandslievende liederen. Hij werd weer vrijgelaten, maar op 22 juni 1941 opnieuw gearresteerd wegens het verkopen van illegale bladen. Vier dagen later, op 25 juni 1941, volgde een derde arrestatie (reden onbekend) waarvoor werd overgebracht naar het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) in de Euterpestraat in Amsterdam. Daarna zou Van Beveren zijn overgebracht naar concentratiekamp Schoorl en vervolgens naar Kamp Amersfoort. Vandaaruit werd Van Beveren als politiek gevangene op transport gesteld naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme. In Neuengamme werd Van Beveren een gebroken enkel geslagen wegens het in elkaar zakken tijdens een appél, en verbleef hij enige tijd in de ziekenbarak. Op 1 augustus 1942 werd hij vanuit Neuengamme getransporteerd naar Dachau waar hij het kampnummer: 32747 kreeg toegewezen, en tewerk werd gesteld in een zoutfabriek bij het buitenkamp Gendorf. Met de geallieerden in aantocht werd Dachau door de Duitsers ontruimd en nam Van Beveren deel aan een dodenmars. Op 29 april 1945 wist hij echter te ontsnappen door een korenveld in te duiken. Van Beveren werd opgevangen door Amerikaanse soldaten die hem gevangen namen. Na zij vrijlating begon hij zonder hulp van de geallieerden aan een tocht richting Nederland. Onderweg moest hij vluchten voor een boer die nazi-sympathisant was. Op aanwijzingen van Van Beveren hebben Amerikaanse soldaten een represailleactie uitgevoerd. Van de Amerikanen kreeg Van Beveren uiteindelijk een gevorderde vrachtwagen waarmee hij naar Nederland reed. Na de oorlog was Andre van Beveren nog enige tijd betrokken bij de Politieke Opsporingsdienst (POD). Zie ook VMA 19220 voor het archief van Andre van Beveren.

Organisatie
Verzetsmuseum Amsterdam
SD
Dachau
Politieke Opsporingsdienst
Kindertransporten: 'Joodse kinderen in kamp Vught' - Interview 05, JACQUES FURTH
Audio

Jaccques Furth *7-7-1910 komt uit een diamantbewerkersgezin uit Antwerpen, dat naar Amsterdam trok. Hij trouwt in 1939, gaat wonen in de Transvaalbuurt en in februari 1941 wordt zoon Dave geboren. Jacques wordt alleen, zonder vrouw en kind, van huis gehaald, op de tweede verjaardag van zijn zoon. Hij verblijft in kamp Vught en maakt hier als lid van de Ordedienst de vertrekkende Kindertransporten mee. Omdat hij met eigen ogen ziet hoe slecht de kinderen het hebben, stuurt hij illegaal briefjes aan zijn vrouw Fietje met de opdracht: laat ons kind onderduiken. Dit doet zij. Zelf komt ze in Westerbork; daar treffen Jacques en Fietje elkaar weer. Gezamenlijk gaan ze naar Auschwitz, hier worden ze direct gescheiden. Jacques wordt doorgestuurd naar buitenkamp Monowitz. In januari 1945 is hij bij de Dodenmars, en belandt uiteindelijk in Dachau. Op een transport vanuit Dachau richting Oostenrijk wordt hij bevrijd. Na terugkeer in Amsterdam haalt hij zijn zoontje op van het onderduikadres. Zijn vrouw keert niet weer. Later achterhaalt Jacques dat ze aan diarree en uitputting is gestorven. Thema’s: (Joods) leven voor de oorlog Begin van de oorlog, verwachtingen Razzia's Kamp Vught Kampen en getto's Werkkamp Dodenmars Na de bevrijding, terugkeer Heel belangrijk is de relatie met zijn vrouw en zijn zoon. Zie ook het interview met Dave Furth en de mini-docu ‘Het kind dat moest onderduiken’. Een scherp gesneden item waarin de duidelijk wordt hoe de oorlog de relatie tussen vader en zoon heeft verstoord. Vader Jacques heeft vanuit kamp Vught er op aangedrongen dat zijn twee-jarige zoontje in onderduik werd gebracht, maar hij heeft niet zijn vrouw zelf hiertoe aangespoord. Zij werd vermoord in Auschwitz. Vader en zoon hebben hier complexe en dubbele gevoelens aan overgehouden. JKKV_2007_Het_Kind_Dat_Moest_Onderduiken_FURTH

Vervaardiger
Huffener, kand. M.C.C.
Datum
1936
Kindertransporten
Tweede Wereldoorlog
Kapo's
Beveren, A.
Object

Pakje sigaretten uit de nalatenschap van Andre van Beveren (Zaandam, 24 oktober 1921 - Lelystad, 1 april 2005). Verzetsdeelnemer. Betreft een papierenpakje (aangebroken) van het merk "Consi", met oorspronkelijk 20 sigaretten. In het pakje 15 sigaretten resterend. Andre van Beveren werd op 10 oktober 1940 in Amsterdam gearresteerd voor het schreeuwen ‘Oranje Boven’ en het zingen van vaderlandslievende liederen. Hij werd weer vrijgelaten, maar op 22 juni 1941 opnieuw gearresteerd wegens het verkopen van illegale bladen. Vier dagen later, op 25 juni 1941, volgde een derde arrestatie (reden onbekend) waarvoor werd overgebracht naar het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) in de Euterpestraat in Amsterdam. Daarna zou Van Beveren zijn overgebracht naar concentratiekamp Schoorl en vervolgens naar Kamp Amersfoort. Vandaaruit werd Van Beveren als politiek gevangene op transport gesteld naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme. In Neuengamme werd Van Beveren een gebroken enkel geslagen wegens het in elkaar zakken tijdens een appél, en verbleef hij enige tijd in de ziekenbarak. Op 1 augustus 1942 werd hij vanuit Neuengamme getransporteerd naar Dachau waar hij het kampnummer: 32747 kreeg toegewezen, en tewerk werd gesteld in een zoutfabriek bij het buitenkamp Gendorf. Met de geallieerden in aantocht werd Dachau door de Duitsers ontruimd en nam Van Beveren deel aan een dodenmars. Op 29 april 1945 wist hij echter te ontsnappen door een korenveld in te duiken. Van Beveren werd opgevangen door Amerikaanse soldaten die hem gevangen namen. Na zij vrijlating begon hij zonder hulp van de geallieerden aan een tocht richting Nederland. Onderweg moest hij vluchten voor een boer die nazi-sympathisant was. Op aanwijzingen van Van Beveren hebben Amerikaanse soldaten een represailleactie uitgevoerd. Van de Amerikanen kreeg Van Beveren uiteindelijk een gevorderde vrachtwagen waarmee hij naar Nederland reed. Na de oorlog was Andre van Beveren nog enige tijd betrokken bij de Politieke Opsporingsdienst (POD). Zie ook VMA 19220 voor het archief van Andre van Beveren en VMA 19221 voor het kamppak van Andre van Beveren.

Organisatie
Verzetsmuseum Amsterdam
Dachau
Neuengamme
SD
Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Herengracht 380
1016 CJ
Amsterdam

020 52 33 87 0info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards