Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Filter op
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Piet Bergs
Audio

Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’. Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk". Piet Bergs Piet Bergs werkte al bij de spoorwegen, toen hij werd opgeroepen voor de arbeidsinzet. Hij is in een veewagon richting Duitsland vervoerd. Daar kreeg hij een opleiding, waarna hij moest helpen met het verstrekken van kleding aan Duitsers die woonden in gebombardeerde steden en gebieden. Uiteindelijk is hij met twee vrienden gevlucht, vlak voor de bevrijding door de Amerikanen. Ze hebben wat kleding op een handkar gelegd en die kar meegenomen. Na een voettocht van tien dagen zijn ze bij de Duits-Nederlandse grens aangekomen. Daar hebben ze hun handkar moeten inleveren. Hij heeft één kostuum kunnen meenemen, daar is hij ook in getrouwd. Later bleek dat de douane de spullen zelf heeft meegenomen. Piet is kort in militaire dienst geweest. Hij zou naar Indonesië gaan, maar is afgekeurd voor de tropen. Kort daarop is hij helemaal afgekeurd en hij heeft zijn werkzaamheden bij de spoorwegen voortgezet. Tussen de thuiskomst en de oproep voor militaire dienst is hij getrouwd. Hij is trots op de wederopbouw, maar heeft niet zoveel met de stad. Tijdens het interview raakt Piet ontroerd en zegt dat hij zijn gevoelens herbeleeft.

Vervaardiger
Jager, MA E. J. de (Stichting Reis van de Razzia)
Razzia van Rotterdam
Vrij Nederland
Dwangarbeid
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 011
Audio

Geïnterviewde (1923) is geboren in Amsterdam (Kattenburg). Toen hij 14 jaar was, overleed zijn vader. Hij moest van school af en ging aan de slag als slagersknecht. Na een controle in de slagerij in 1942 moest hij zich melden op het Leidseplein. Hij werd op transport gesteld naar Braunschweig om te werken in een werkplaats van de tram. Hij werd overgeplaatst naar een opleiding en is toen gevlucht met een ander, die een Duits paspoort had, waardoor ze door Duitsland kwamen. Bij station Bentheim is hij op een trein gaan liggen. Zo is hij tot Utrecht gekomen, daar was net een razzia. In de nacht is hij doorgereisd naar Amsterdam. Hij is ondergedoken in Blokker, waar hij bij tuinders werkte. Geïnterviewde werd opgepakt en naar Amsterdam gebracht. Hier zat hij in een cel met 6 man. Daarna werd hij op transport naar Kamp Amersfoort gezet, waar hij ontluisd en kaal geschoren werd. In commando ging hij naar Soesterberg om onderhoud uit te voeren aan het vliegveld. Hij werd vervolgens op transport naar Neuengamme gezet. Volgens geïnterviewde werd je daar van alle menselijkheid ontdaan. Van Neuengamme werd hij naar Husem / Schwesin gestuurd om tankvallen te maken. Hier waren ongeveer 1500 man, terwijl het kamp gebouwd was voor 300 man. Daar kreeg hij een enorm respect voor Jehova's Getuigen, die als enigen weigerden te werken aan de oorlogsindustrie. Na de oorlog is geïnterviewde ook actief Jehova's Getuige geworden. Hij was bang te bezwijken aan het werk en verstopte zich in de ziekenbarak als helper. Toen het kamp werd opgeheven, ging hij terug naar Neuengamme, waar hij diverse werkjes uitvoerde als het schilderen van wagons en metaal bewerken in een smederij. Hij moest op “doden”transport en is toen in de ziekenbarak opgenomen als schuilplaats. Later is hij tewerkgesteld in kleine garage, vervolgens in de opruimingsploeg van het kamp om alles te vernietigen voordat de bevrijders zouden komen. Geïnterviewde ging op transport met de vrachtboot Athen naar Hamburg, vandaar vertrok hij in het grote schip Cap Arcona. Onderdeks zaten 5000 gevangenen. Geïnterviewde wist aan dek te komen en bij de bommeninslag op 2 mei 1945 via een touw in zee te belanden en met een rubbervlot al peddelend aan het strand te komen van Neustadt. Hier werd hij opgevangen in een schoolgebouw. Via Hamburg reisde hij naar Enschede en van daaruit naar huis. Een wonderbaarlijke redding vanaf een schip, dat bewust tot zinken zou worden gebracht.

Vervaardiger
Pluijm, E van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1923
Neuengamme
Neustadt
Oral history
Woerden, 'Monument voor Woerdense Oorlogsslachtoffers'

Het 'Monument voor Woerdense Oorlogsslachtoffers' in Woerden (gemeente Woerden) is opgericht ter nagedachtenis aan de medeburgers van de gemeente die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen zijn om het leven zijn gekomen. De de slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen luiden: Wilhelmus Theodorus Besemer 07-09-1923 - 05-01-1945 Tewerk gesteld in Duitsland en overleden in gevangenschap in Magdeburg. Arie Burggraaf 05-08-1879 - 18-04-1945 Getroffen door verdwaalde kogels tijdens een aanval van Engelse vliegtuigen op een Duitse militaire vrachtauto nabij Woerden. Faas van Elk 27-08-1912 - 11-05-1940 Dienstplichtig militair (infanterie), gesneuveld in een vuurgevecht met de Duitsers op de aanval bij vliegveld Valkenburg. Postuum onderscheiden met het oorlogsherinneringskruis voor bijzondere krijgsverrichtingen in Nederland mei 1940. Jan van Elk 26-11-1906 - 27-02-1945 Verzetstrijder en lid van de verzetsgroep Oranje Vrijbuiters. Gearresteerd voor hulp aan Joodse onderduikers. Afgevoerd naar Dachau en daar tengevolge van vlektyfus overleden. Postuum onderscheiden met de Legion of Honor Award of The Chapel of Four Chaplains Gerrit Jan Feijt 29-05-1907 - 06-03-1945 Gearresteerd voor sabotage en op transport gesteld naar concentratiekamp Bergen-Belsen en aldaar overleden. Wilhelmina Griffioen-van Arkel 11-09-1900 - 11-09-1944 Op haar verjaardag overleden ten gevolge van een beschieting op de trein tussen Woerden en Gouda. Melis Heijveld 25-11-1891 - 24-12-1942 Dodelijk getroffen tijdens rangeer werkzaamheden bij een aanval door Engelse vliegtuigen op een locomotief bij station Woerden. Leendert Gerrit Immerzeel 28-05-1922 - 13-04-1945 Als lid van een plaatselijke verzetsgroep gesneuveld in een vuurgevecht met de Duitsers bij de verdediging van een brug bij Olst. Cornelis Koene 04-08-1916 - 07-07-1943 Vrijwillig in dienst gegaan bij de KNIL en uitgezonden naar Nederlands-Indie. In Japans gevangenschap overleden te Nantjoeng. Jan Willem Koene 27-03-1924 - 15-03-1942 Vrijwillig in dienst gegaan bij de KNIL en uitgezonden naar Nederlands-Indie. In Japans gevangenschap overleden te Batavia. Cornelis Koning 05-11-1920 - 22-10-1943 Tewerk gesteld in Duitsland en overleden bij een bombardement in Kassel. Lambertus Kroon 07-07-1908 - 14-05-1944 Gearresteerd op verdenking van diefstal van duitse goederen en gevangen gezet in de gevangenis van Siegburg en aldaar overleden. Bertje Loch 29-10-1929 - 14-04-1941 Dodelijk getroffen bij een aanval door vliegtuigen op het spoor nabij station Haarlem. Dirk Maas 19-08-1919 - 05-01-1945 Als voormalig marinier tewerk gesteld in Duitsland en overleden bij een bombardement in Cochem. Cornelis Jan Petrus Oskam 13-02-1923 - 05-04-1945 Tewerk gesteld in Duitsland en overleden in gevangenschap in kamp Alpenrose nabij Leipzig. Jan Hendrik Pels 18-12-1914 - 10-05-1940 Als dienstplichtig militair gestationeerd nabij Cuijk en daar op de eerste oorlogsdag gesneuveld in de strijd tegen de Duitsers. Pieter Catharinus Pels 24-01-1923 - 07-04-1945 Tewerk gesteld in Polen en Duitsland en overleden bij een bombardement op een wapenfabriek in Gustrow. Eduard Leonard van Reenen 03-02-1911 - 28-11-1944 Als journalist actief in verzetswerk en door de SD in een hinderlaag nabij Gouda doodgeschoten. Johannes Hendrikus Scholten 25-02-1912 10-05-1940 Dienstplichtig militair (infanterie), gesneuveld in een vuurgevecht met de Duitsers op een aanval nabij vliegveld Valkenburg. Jacob van Staveren 13-05-1911 - 20-04-1945 Tewerk gesteld in Duitsland en overleden bij een bombardement in Brandenburg. Hermannus Arnoldus Antonius Struik 07-04-1921 - 13-02-1945 Voormalig commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten te Benschop en tijdens een razzia in Benschop tijdens een vuurgevecht met de Duitsers gedood. Hendrik Vennik 24-09-1893 - 05-04-1945 Verzetsstrijder, door verraad gearresteerd en ondergebracht in kamp Neuengamme. Tijdens het overbrengen naar kamp Ravensbruck overleden. Gerrit Vergeer 25-11-1893 - 21-01-1945 Drukker van illegale bladen, gearresteerd door de Duitsers, tewerk gesteld in Siegburg en aldaar overleden. Jan Vergeer 19-06-1891 - 14-011945 Drukker van illegale bladen, gearresteerd door de Duitsers, tewerk gesteld in Siegburg en aldaar overleden. Johannes Willem Vermaak 13-05-1902 - 12-01-1943 Vrijwillig in dienst gegaan bij de KNIL en uitgezonden naar Nederlands-Indie, gevangen genomen en in gevangenschap overleden in kamp Thanbuzayat (Birma). Matthijs Vermaak 30-09-1897 - 03-101943 Vrijwillig in dienst gegaan bij de KNIL en uitgezonden naar Nederlands-Indie, als krijgsgevangene gewerkt aan de Birmaspoorweg, in gevangenschap overleden in kamp Thanbuzayat. Rachel Elisabeth van Vliet 25-01-1931 - 28-031945 Dodelijk getroffen bij een aanval door Engelse vliegtuigen op een militaire trein bij station Woerden. Cornelis De Vries 12-06-1923 - 18-04-1945 Tewerk gesteld in Duitsland en overleden bij een bombardement in Hamburg. Jannigje van der Vlist - van Maanen 10-03-1874 - 05-01-1945 Omgekomen bij een bombardement door Engelse bommenwerpers op het spoor bij Breeveld nabij Woerden. Jacomijntje Petronella van der Wind-Montijn 08-11-1873 - 30-03-1945 Omgekomen bij een bombardement door Engelse bommenwerpers op huizen aan de Utrechtsestraatweg te Woerden. De namen van de slachtoffers die na de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen luiden: Cornelis (Cor) van Duuren, Maarten Griffioen, Herman Lammers, Jan Makkink, Frederik de Wit, Jan Willem van Winsen. Cornelis (Cor) van Duuren (21-8-1928 — 23-1-1949). Hij was dienstplichtig militair bij het Korps Mariniers en uitgezonden naar Nederlands-Indie. Hij is nabij Soerabaja omgekomen. Maarten Griffioen (16-11-1921— 8-7-1945). Hij is als sergeant-vlieger-navigator met 10 anderen neergestort op zee nabij Colombo, kort na vertrek van de Liberator bommenwerper op weg naar een Japans oorlogsdoel. Hij was in dienst van de Koninklijke Nederlandse Marine, onderdeel Marine Luchtvaart Dienst. Herman Lammers (8-4-1916 — 15-3-1949). Hij diende als luitenant tijdens de koloniale oorlog in Indonesië in Medan, waar hij verongelukt is. Jan Makkink (3-11-1924 — 29-7-1945). Hij werd in de Tweede Wereldoorlog te werk gesteld in Duitsland. Bevrijd door het Russische leger, werd hij ernstig verzwakt opgenomen in het ziekenhuis in Haldensleben, waar hij aan de gevolgen van de ontberingen is overleden. Frederik De Wit (24-1-1925 — 1-3-1947). Hij is als dienstplichtig militair uitgezonden naar Nederlands-Indie, waar hij aan de gevolgen van malaria en tyfus is overleden. Jan Willem van Winsen (5-12-1926 — 2-3-1949). Hij is als dienstplichtig militair uitgezonden naar Nederlands-Indië, waar hij bij gevechten op Oost-Java tijdens een vuurgevecht sneuvelde. Oprichting Het monument is opgericht op initiatief van de Stichting Eerbetoon Omgekomen Oorlogsslachtoffers Woerden. Onthulling Het monument met de eerste plaquette met namen is onthuld op 4 mei 2005, door vice-minister-president Andre Rouvoet. Voorafgaand aan de onthulling van het aangepaste monument hebben loco-burgemeester B.A. van der Woude-Ekker (voorzitter van de Stichting Eerbetoon Omgekomen Oorlogsslachtoffers Woerden) en prof dr W.C. Ultee (hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen) het woord gevoerd. Het aangepaste monument werd vervolgens onthuld door professor Ultee en de heer J. Telussa. Een aantal nabestaanden en instanties heeft kransen gelegd. Harmonie De Vriendschap zorgde voor de muzikale omlijsting. Na de onthulling is door de stichting het boekje "Opdat wij niet vergeten” uitgedeeld. Dit boekje bevat een korte beschrijving van de oorlogsslachtoffers in de gemeente Woerden.

Vervaardiger
Ineke Smienk
Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bergen-Belsen
KNIL
Burgerslachtoffers
Monument
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 091
Audio

Groeit op in een arm gereformeerd gezin met 8 kinderen. Werkt, door armoe gedwongen direct na de Lagere School, op het land. Duikt onder na oproep Arbeitseinsatz in werkkamp Hooghout, (bij Hardenberg). Op 26 februari 1944 wordt een Brits vliegtuig neergeschoten en komen 7 parachutes in de omgeving terecht. Hij waarschuwt de ondergedoken bemanningsleden voor een komende razzia. Verdacht van betrokkenheid wordt hij gearresteerd. Vanaf politiebureau in Hardenberg naar de Koepelgevangenis in Arnhem: kruisverhoor, intimidatie en geweld. Wordt na enkele maanden overgebracht naar Kamp Amersfoort, aangemerkt als politieke gevangene. Voorzien van de rode bal op broek en rug van het gevangenenpak. Staat in de Rozentuin, wordt kaalgeschoren, schamele kleding, ingedeeld in Block 10. Werkt als stroovlechter. Probeert zoveel mogelijk zware inspanning te ontlopen om te overleven. Ziet regelmatig gevangenen verdwijnen richting schietbaan voor een vermoedelijke executie. Wordt ingedeeld voor een transport van politieke gevangenen richting Duitsland, verklaart in Arnhem te zijn vrijgesproken. Het transport wordt gewijzigd in Zwolle: keert terug in zijn geboorteplaats waar hij weer onderduikt in hetzelfde werkkamp. Na de oorlog werken bij Nutsbedrijf, in 1946 uitgezonden naar Ned. Indië. Voortijdig ontslag uit de dienst (armbreuk). ogenschijnlijk nauwelijks last van alle belevenissen, gelukkig getrouwd. Krijgt last van nachtmerries en bedplassen na contact met de stichting 40-45, gaat in therapie, ontmoet lotgenoten, durft het gesprek aan te gaan Verwerkt verleden in tekeningen en werkstukken. In 1991 voor het eerst bij de jaarlijkse Herdenking weer in Kamp Amersfoort.

Vervaardiger
Wind, H. (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort), DataManager
Datum
1944
Oral history
Tweede Wereldoorlog
Arbeidsinzet
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 060
Audio

Geïnterviewde (1925) is enig kind. Zijn vader komt uit Brabant en werkt in de scheepsbouw, zijn moeder komt uit Rotterdam. Na de lagere school heeft hij in juli 1942 examen MULO-B gedaan, vervolgens ging hij aan het werk bij een kaashandel in Rotterdam. In mei 1940 is hij getuige van het bombardement op Rotterdam, waarvan hij zegt dat de lucht van de verbrande huizen en slachtoffers in zijn neus is blijven hangen. Na oproep voor Arbeitseinsatz is hij in werkkamp Hemrik Noord in Friesland geplaatst waar hij moet werken in de landbouw. Hier heeft hij ca. 6 maanden verbleven tot begin 1943. Na terugkeer in Rotterdam vat geïnterviewde het plan op om naar Engeland te reizen met enkele lotgenoten. De route loopt via Frankrijk en Spanje en hij heeft valse papieren. Bij controle op het station in Maastricht wordt hij echter opgepakt. Via de gevangenis in Maastricht wordt hij overgebracht naar Kamp Amersfoort in de winter van 1943. Hier is hij werkzaam bij het grondcommando en het werkcommando vliegveld Soesterberg, waar hij ontsnapt aan een bombardement doordat hij die dag net in de ziekenbarak verblijft. Op het appèl heeft kamp oudste hem een gebroken kaak geslagen. Hij neemt zich voor om hem na de oorlog te vermoorden. In deze tijd zijn Berg, Kotälla en Oberle als bewakers aanwezig. Hij werkt ca. 3 maanden in het kamp voor hij wordt verhoord door Berg. Geïnterviewde vertelt hem dat hij in Maastricht was omdat hij op reis was naar zijn zieke moeder in Rotterdam tijdens zijn verlof uit Aken. Hier was hij zogezegd in een werkkamp voor de fabriek van Gustav Taubel werkzaam. Berg geloofde hem en hij werd “teruggestuurd“ naar Aken. Hier werkte hij als lasser en later als voorman dakreparatie. De fabriek maakte spoorwegwagons alsmede onderdelen voor de duikboten en werd een aantal malen gebombardeerd. Toen hij met behulp van een grensarbeider ontsnapte, werd hij opnieuw in Maastricht opgepakt en nogmaals 4 maanden tewerkgesteld. Hij kon na verkregen verlof van drie dagen in Rotterdam onderduiken, waar hij opnieuw tijdens een razzia werd opgepakt. Hij wordt naar de omgeving van Hannover Münden gebracht, waar hij aan het eind van de oorlog door de oprukkende Amerikanen wordt opgepakt. Hij is een aantal maanden tot aan de bevrijding in Nederland als tolk in Amerikaans uniform werkzaam. Uiteindelijk keert hij met een groep NSB-ers terug naar Nederland. Hij ontloopt na de oorlog de politionele acties in Nederlands-Indië door als marineman met het schip Hrm. van Speijk naar Curaçao te varen. Na 30 maanden dienstplicht begint hij aan zijn burgercarrière.

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1925
Oral history
Kamp Amersfoort
Tweede Wereldoorlog
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 015
Audio

Geïnterviewde (1924) is geboren in Amsterdam en van huis uit christelijk opgevoed. Hij duikt in juni 1943 onder. Op zijn verjaardag in 1944 wordt hij tijdens een razzia in de kerk van Dedemsvaart tijdens de kerkdienst opgepakt in de kerktoren door een lenige Duitser. Die was zonder ladder omhoog geklommen naar hun schuilplaats. Na verhoor wordt hij afgevoerd naar Kamp Amersfoort. Hier maakte hij onmiddellijk kennis met plv. commandant Kotälla die de nieuwelingen vanuit een lange rij in de Rozentuin over de appèlplaats voerde in een zinloze wandeling; het zgn. “Laufcommando”. Hij maakte kennis met een andere kampbeul Oberle die leiding gaf aan het werkcommando betonblokken sjouwen. Op 7 maart 1944 werd hij door een buurman uit Amsterdam, geschrapt van de lijst gevangenen die naar Soesterberg moest om te helpen op het vliegveld. Hij liep zo een bombardement door de Engelsen mis waarbij een aantal medegevangenen werden gedood. Door ondervoeding en ontberingen liep hij een besmettelijke ziekte op en werd in de ziekenbarak voor besmettelijke ziekten opgenomen. Hieruit werd hij ontslagen en kon hij huiswaarts keren. Na de oorlog was hij werkzaam bij een bankinstelling. Na een interne verhuizing kwam hij in de stad terecht in een gebouw waar hij hallucineerde dat hij teruggekeerd was in Kamp Amersfoort. De behandelende arts liet hem als therapie improviseren op het kerkorgel (muziek van Bach) en tot op heden is hij organist in de Westerkerk.

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1924
Oral history
Kamp Amersfoort
Tweede Wereldoorlog
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 031
Audio

Geïnterviewde (1919) vertelt het eerste kwartier over zijn jeugd, de mobilisatietijd, zijn bijdrage aan de verdediging van de IJssellinie en de tijd daarna totdat hij op 3 oktober 1944 wordt opgepakt tijdens een razzia in Gorinchem. Hij vertelt hoe 's avonds om 20.00 uur bij die razzia 100 jonge mannen in Gorinchem van huis gehaald werden en overgebracht naar de plaatselijke suikerfabriek. De volgende dag volgt transport naar Kamp Amersfoort. De groep wordt al kort na aankomst gesplitst. 57 mannen, waaronder geïnterviewde, worden tewerkgesteld in Deelen om op velden rondom het vliegveld aardappelen te rooien. De andere 43 zijn samen met de gijzelaars uit Putten op transport gesteld naar Neuengamme. De behandeling in Deelen was, naar omstandigheden, beter dan in Kamp Amersfoort. Door de gebrekkige huisvesting vervuilde de groep echter zodanig dat men op 5 december 1944 weer terug moest naar het kamp om daar ontluisd te worden. Alleen daarna mocht geïnterviewde, wegens een ernstig ontstoken vinger, niet terug en werd opgenomen in de ziekenbarak. Na verloop van tijd wordt hij daaruit ontslagen. Geïnterviewde verhaalt over het beruchte nieuwjaarsappèl op 1 januari 1945. Hij vertelt ook over de wijze waarop hij briefjes naar huis uit het kamp weet te smokkelen, onder meer met hulp van de schillenboer. Op 1 februari 1945 moet hij op transport, maar op het station blijkt dit niet door te gaan. Uiteindelijk gaat hij op 5 februari 1945 alsnog op transport naar Gronau om voor de SA te werken. Als gevolg van zijn slechte gezondheid blijkt hij niet inzetbaar te zijn voor werk. Hij wordt weggestuurd en komt via een ziekenhuis in Hengelo en een geïmproviseerd ziekenhuis in Hessello uiteindelijk bij een boer in Gamelke, waar hij tot de bevrijding op het land gewerkt heeft en waar de verzorging zo goed was, dat hij uiteindelijk bij terugkeer thuis weer goed hersteld was. In totaal heeft hij 3 maanden in Kamp Amersfoort doorgebracht.

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1919
Kamp Amersfoort
SA
Oral history
Thematic collection: Project 'Long shadow of Sobibor' - description and all interviews
Audio

'The Long Shadow of Sobibor' is an interview project representing a unique historical document. The collection comprises open interviews taken by Professor Selma Leydesdorff with 9 survivors of the Sobibor revolt (1943) and 22 next of kin to persons murdered in Sobibor. These unique testimonials are far more than stories about camp life alone. --Stories of lives-- The interviews are the stories of whole lives, in which people tell about the world that died with their relatives in Sobibor, and how they managed to continue with their lives without their loved ones. They recollect what the murder of their dearest ones or relatives did to them. Often they lost one or both of their parents. Those who survived the revolt that took place in Sobibor on October 14, 1943, also go into their lives before and after the extermination camp in their stories. --Great loss-- All interviewees bear the marks of Sobibor. Both next of kin and survivors have severely disturbed lives; they all had to build a new existence after the war. Sobibor stands for wounds that never heal and for a world in which the great killing is always present. By giving these interviews and telling the stories of their lives, next of kin and survivors contribute to a better understanding of what it means to have to cope with an enormous loss. Thanks to their outspokenness Sobibor has become better known to the public. --Motivation-- The trial of John (Iwan) Demjanjuk, the Ukraine-born camp guard who worked in the Sobibor extermination camp from March 26, 1943 till October 1, 1943, started November 30, 2009 in Munich, Germany. Co-plaintiffs played a major role during the trial. A number of next of kin to people murdered in Sobibor joined camp survivors in requesting to be heard during the Demjanjuk trial. These so-called co-plaintiffs played an important role in the Munich courtroom, once more due to the fact that Jews who were deported to Sobibor extermination camp from the Netherlands left behind almost no testimonials, and only a few survived. The co-plaintiffs were offered the opportunity to tell their own stories by Mrs Selma Leydesdorff. Many of them were ready to do so, resulting in this unique oral-history project. This way, many of the co-plaintiffs became story tellers. With this project Sobibor Foundation, having taken a lion's share in supporting the co-plaintiffs during the trial, hopes to strengthen them once more. By interviewing them they were given the opportunity to tell about their recollections in comfort and peace and to prepare for the trial. Furthermore, they contribute to the knowledge about Sobibor. Most interviews were held before, at the beginning and during the course of the trial. --Survivors-- Apart from a large number of next of kin, Selma Leydesdorff also interviewed nine survivors of the revolt that took place on October 14, 1943. These are persons who as inmates did forced labour in the camp and narrowly escaped the killing machine in the course of the revolt. They either participated directly in organizing the revolt or were involved very closely. Their lives are marked by the war, Sobibor, and their aftermath as well. Deze collectie bevat 31 interviews met zowel nabestaanden van mensen die in Sobibor zijn vermoord als met Nederlandse, Poolse, Oekraïense en Russische overlevenden van de opstand in Sobibor (14 oktober 1943). De interviews zijn levensgeschiedenissen waarin de geïnterviewden vertellen over de wereld die zij hebben achtergelaten met de dood van verwanten in Sobibor, en hoe zij hun leven daarna hebben geleefd zonder hun geliefden. Nabestaanden vertellen wat de moord op hun naaste heeft betekend. Vaak gaat het om een of beide ouders. De overlevenden, van de opstand die op 14 oktober 1943 in Sobibor plaatsvond, gaan in hun verhaal ook in op hun leven voor en na het vernietigingskamp. KEYWORDS: Interviewees: Kins: Louis van Velzen, Lotty Huffener-Veffer, Constance (Pim) Combrink. Marcus (Marco) de Groot, David van Huiden, Ellen van der Spiegel Cohen, Mary Richheimer-Leijden van Amstel, Rob Wurms, Jan Goedel, Rob (Robert) Cohen, Philip Jacobs, Martin Haas, Nathan Hakker, Leida Keesing, Jaap (Jack) Polak, Rudie (Salomon) Cortissos, Jules Schelvis, Rudi Westerveld (Jaap Rudolf Isaac), Max Degen, Vera de Jong-Simons, Paul Hellmann, Geertruida (Truus) Zeehandelaar Survivors: Thomas (Toivi) Blatt, Semion Rozenfeld (Semjon Rosenfeld, Semyon Rozenfeld, Simjon Rosenfeld), Simcha (Simha, Symcha, Simkha) Bialowitz, Selma (Saartje) Engel-Wijnberg, Alexsy Wajcen (Aleksej Waitsen), Philip Bialowitz, Esther Raab, Arkady Wajspapir (Arkadii Weisspapier), Regina Zielinski-Feldman Alexander (Sacha) Pechersky, Alexander (Sasha) Pechersky DUTCH KEYWORDS: Joods leven / Jewish life: Asscher, Bar Mitswa, Besneden, Besnijden, Bijenkorf, Chanoeka, Choepa, De Bonneterie, diamant, falasha, gotspe, Hebreeuws, Jiddisch, Jiddische mama, Jiddische memme, Jizkor, Jom Kippoer, Kaddish, Liberaal Joodse Gemeente, LJG, Magen David, memme, mikwe, muziek, muziekavonden, orthodox, Oude Testament, Pesach, Poerim, rabbijn, Rosj-Hasjanah, Sabbat, Seider, Sidoer, Simchat Tora, sjabbat, sjamasj, Sjoel, synagoge, Talmoed Tora, Thora Andere religies / religions: bijbel, broeder, catechisatie, gezangen, hervormd, Jehova Getuigen, Kapelaan, Katholiek, kerk, liberaal, Oecumene, psalmen, Vrijzinnig Hervormd Voor, tijdens en na de oorlog / Before, during and after the war: antisemitisch, antisemitisme, Arbeitseinzatz, Auschwitz, Bergen-Belsen, Bescherming Bevolking, blokhoofd, Boek der Tranen, Canadezen, davidster, Dolle Dinsdag, Drie van Breda, Duitsers, Einsatz, Ezrath Ha-Jeled Stichting, Feldwebel, gaskamer, gaskamers, Gedenklaan, gemengd huwelijk, Goebbels, Hitler Jugend, Hollandsche Schouwburg, Hollandse Schouwburg, hongerwinter, invasie, Jodenjong, Joodsche Schouwburg, Joodse Raad, Muiderpoortstation, NIOD, noodkacheltje, NSB, Oekraïne, onderdrukking, Ortskommandantur, persoonsbewijs, POD, propaganda, pulsen, razzia, RIOD, Roma, Shoa, Shoah, Sinti, Sobibor, Sperr, sperre, sperre, ster, suikerbieten, Survivors of the Shoah, transport, Transportlijsten, tulpen, Untermensch, Valeriusplein, verzet, Vught, Westerbork, zionisten, zionistisch Onderduiktermen en na-oorlogse opvang / Hiding expressions, shelter after the war: Abraham Soetendorp, afwikkelingsbureau, Artikel Twee Fonds, Belegging Erfenissen Minderjarigen, BEM, bonkaarten, Claim Conference, haring, Icodo, Jamin, Jodenhaat, Jokos, JOKOS, Kabeljauw, Kalfslever, kindertehuis, Onderduik, Onderduiken, onderduikplek, Ondergedoken, Ovomaltine, pap, persoonsbewijzen, uitkering, uitkering Vervolgingsslachtoffers, vis, Wiedergutmachung, woningnood, WUV, Ziekenhuis Onderduik en namen, into hiding and names: conferentie: Het ondergedoken kind, Ed van Thijn, Ezrath Ha-Jeled, Hoedemakers, Hukrida, Jad Vashem, Kurt Leoni, oorlogsbroertje, Oorlogspleegkinderen, oorlogszusje, OPK, pleegbroer, Pleegmoeder, pleegouders, Pleegvader, pleegzusje, verzetsoom, Yad Vashem 2009 - 2011 mentioned: Alwin Kapitein, asheuvel, Demjanjuk, Demjanjuk, Gedenklaan, Himmelfahrtstrasse, Ivan de Verschrikkelijke, Jetje Manheim, Jules Schelvis, Kleidermann, Manuel Bloch, Max Pam, mede aanklager, mede-aanklager, Mirjam Huffener, Nebenkläger, Nestler, rechter Alt, Rozette Kats, Selma Leydesdorff, steen, Stichting Sobibor, stiso, Wim Boevink.

Vervaardiger
Mirjam Huffener (project manager), Stichting Sobibor / Sobibor Foundation
Oral history
Tweede Wereldoorlog
Sobibor
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 017
Audio

Geïnterviewde (1925) zijn vader had medicijnen gestudeerd en werd huisarts in Beverwijk, Velsen-Noord. Geïnterviewde zat aan het begin van de oorlog op school. De rector werd in september 1940 gevangen genomen en ging als gijzelaar naar Buchenwald. Geïnterviewde deed examen, maar omdat hij geen loyaliteitsverklaring had ondertekend, mocht hij geen medicijnen studeren. Daarom ging hij bij de Hoogovens werken als laborant. Op 16 april 1944 was de razzia van Beverwijk, geïnterviewde was thuis. Zijn Ausweis werd verscheurd en samen met de andere gevangenen werd hij verzameld in een bioscoop. Zestig mensen werden vrijgelaten omdat ze werknemers waren van de Hoogovens, de overigen daarna als gijzelaar overgebracht naar Kamp Amersfoort. In totaal waren dit 486 mannen. In Kamp Amersfoort werd men in een barak opgesloten, er volgde een appèl in de barak. In deze barak zaten ook mannen uit Bedum. Na een week werd men toch aan het werk gezet omdat een van de aanslagplegers was gedood. Ze moesten stro vlechten voor U-boten. Geïnterviewde ervoer het als “bevrijdend” om buiten te werken en niet meer opgesloten te zitten. De Hoogovens liet voedsel en handdoeken bezorgen. Men kreeg geen driehoek op, alleen een nummer. Het was merkbaar dat na de invasie in Normandië de bewakers anders waren, ze waren bang. Geïnterviewde zag dat de Joden die er waren, aan de schietbaan werkten. Geïnterviewde vertelt veel over het leven en werken in Kamp Amersfoort, over de appèls, Rode Kruispakketten, het goede werk van mevrouw Loes van Overeem en over het beroerde eten. Geïnterviewde was geïnteresseerd in medische zaken en was daarom regelmatig in de ziekenbarak. Er waren genoeg medicamenten vanuit diverse ziekenhuizen, daar zorgde mevrouw Van Overeem voor. Op 7 juli 1944 werd de hele groep op transport gezet naar Duitsland. Vooraf was het thuisfront verzocht om een koffer met spullen. Geïnterviewde kon zijn koffer niet dragen naar het station, die was veel te zwaar. Onderweg werd zijn koffer te dragen gegeven aan een medegevangene die zijn eigen koffer had weggegooid. Voor het transport weg ging, was er consternatie. In Duitsland werd hij tewerkgesteld in Lippendorf (de Kippe) en in kamp Alpenrose in Peres. Hij vertelt over de Duitse bewaker Heinz, die toch aan hun kant stond en ze zo min mogelijk liet marcheren, pas vlakbij het kamp moesten ze al zingend marcheren. Ze zongen dan o.a. "'t Is plicht dat ied're jongen". Bij de bevrijding door de Amerikanen was hij ziek. Hij had TBC, en is o.a. opgenomen in ziekenhuis in Leipzig. Na de oorlog heeft hij in de DDR de plaatsen weer opgezocht samen met zijn vrouw.

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1925
Oral history
Tweede Wereldoorlog
Alpenrose
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 055
Audio

Geïnterviewde (1924) werd geboren in een christelijk gezin met 2 broers en een zuster. Zijn vader was een hardwerkende timmerman met activiteiten in de kerkelijke gemeenschap, waardoor hij connecties had met netwerken voor onderduikadressen. Geïnterviewde doorliep de lagere school en daarna de ambachtsschool. Daarna zocht hij werk in Rotterdam voor 2 gulden per week. Hij volgde daarnaast nog een soort M.T.S. waardoor hij een jaar uitstel kreeg voor opkomst van de Arbeitseinsatz. Op de dag van de oproep vertrok hij met een koffertje per trein en bus naar de Haarlemmermeer, waar hij onderdook bij een handelaar in landbouwmachines annex boerenbedrijf, Slootweg. Bij een grote razzia werd hij opgepakt. De razzia was kennelijk gericht op ondergedoken Joden en Joodse kinderen: op een boerderij bleken 70 kinderen te zijn ondergedoken. Hij sloeg echter op de vlucht, eigenlijk onnodig, en werd opgepakt en naar de gevangenis in Amsterdam gebracht aan de Amstelveenseweg. Daar verbleef hij ca. 6 weken in een cel met 5 lotgenoten. Toen hij per trein overgebracht werd naar Amersfoort, slaagde hij er in een briefje uit de trein op het perron te werpen waardoor zijn ouders (door een onbekende per brief) werden geïnformeerd over zijn verblijf in Kamp Amersfoort. Via de Schreibtisch, de Rozentuin en de kapper kwam hij in Block 6 terecht. Spoedig ontdekte hij de wetten van het kampleven: “Niet opvallen en zoveel mogelijk bij werkcommando’s zien te komen die wat extra eten opleverden”. Zijn verhaal over de gang van zaken bij de appèls geeft een goed beeld hoe kamp oudste de wind er onder hield. Via buitencommando Soest van ca. 100 man kwam hij bij de technische dienst van het Kamp terecht. Dat betekende in de praktijk uitsluitend onderhoud aan de verduisteringsrollen in de barakken, maar ook een extra hap eten en warmte bij de kachel. Zijn verblijf in Amersfoort duurde van oktober 1943 tot 4 april 1944. Toen werd hij ingedeeld bij een zgn. Riga-transport, maar hij kwam niet verder dan Berlijn, waar hij middels de NOB (Nederlandse Oostbouw) tewerkgesteld werd aan de Tiefensee voor de bouw van een bunker. Hier leefde hij in betrekkelijke vrijheid in een huis met andere werkers. Er was altijd voldoende voedsel en redelijke bewegingsvrijheid. Tijdens een bezoek aan kennissen kwam hij klem te zitten tussen de oprukkende Russen en de terugtrekkende Duitsers. Te voet trok hij met een stel lotgenoten via de Elbe richting Bremen, waar ze werden opgevangen door de Amerikaanse troepen. Aan het eind van de oorlog werd hij per vrachtauto opnieuw naar Kamp Amersfoort vervoerd om van daaruit terug te keren in Overschie bij zijn ouders. Zijn echtgenote van nu was destijds zijn vriendin, en zij heeft zijdelings veel meebeleefd van alle gebeurtenissen uit die tijd.

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1924
Kamp Amersfoort
Gevangenis Amstelveenseweg
Arbeidsinzet
Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 023
Audio

Geïnterviewde (1926) is geboren in een deel van Wijk aan Zee dat later Beverwijk zal worden. Hij is zoon van een werkman van de Hoogovens. Hier werkte ook zijn broer die in de omgeving twee huizen bezat. Hij zelf werkt in het begin van de oorlog in een sigarenfabriek en volgt de avondschool na werktijd. In verband met verstrekking van melk en bijproducten stapte hij over naar een melkfabriek. Hoogovens werd al snel ontmanteld en praktisch geheel overgebracht naar Duitsland in de omgeving van Braunschweig (Reichswerke Hermann Göring). In deze streek zou hij later als arbeider terecht komen in de Büssing-vrachtwagenfabriek die vrachtwagens aan de Wehrmacht leverde. Later werd dit de M.A.N.-fabriek. De Joodse eigenaar van de Van Leer Plaatwalserij verkocht onder dwang zijn fabriek aan de Duitsers en mocht met 100 werknemers en veel circusartiesten deportatie ontlopen. Als opgeschoten jongens gooiden ze stenen naar de marcherende NSB’ers die propaganda maakten in de buurtschap. Hij weet opvallend veel van de aanslagen op Ritman en later in Zaandam door de groep Hannie Schaft. Die aanslagen zijn tevens de oorzaak van zijn gevangenneming op zondag 25 april 1944 tijdens een massale razzia waar huis aan huis 200 woningen werden doorzocht en zo’n 400 man werden opgepakt als gijzelaar. Deze status zorgde in Kamp Amersfoort voor een zekere voorkeursbehandeling: gescheiden door Spaanse ruiters werd een gedeelte van de barakken voor hen gereserveerd. Ook werden ze vrijgesteld van werkzaamheden. Dit voorrecht verviel bij de aanslag in Zaandam waarna ze werden ingezet bij het zgn. 'stroovlechten'. In augustus 1944 worden ze met zo’n 400 gijzelaars op transport gezet richting Braunschweig voor werkzaamheden in de autofabriek van Büssing. Geïnterviewde werkte hier met ca. 1300 mannen en vrouwen uit Polen, Rusland, Frankrijk, Italie en Nederland. De gevangenen verbleven in een kamp, noodgedwongen soms mannen en vrouwen bij elkaar. Als lid van de brandweerploeg was geïnterviewde getuige van de bombardementen op o.a. Braunschweig. Deze bombardementen vonden zowel overdag als 's nachts plaats. Meer dan 200.000 bommen zorgen voor een immense vuurzee. Hij wijt hun redelijke behandeling mede aan de hulp aan achtergebleven Duitse vrouwen bij bombardementen van de fabriek. De productielijn in de fabriek werd eerst door Duitse vakmensen gedaan, maar door de voortdurende vraag naar soldaten aan het front werden zij steeds meer vervangen door dwangarbeiders uit het kamp. Na de bevrijding door de Amerikanen werden de Hollanders in juni 1945 in een vrachtwagen geladen en door een zwarte chauffeur richting Münster en Enschede gereden. Na overnachting werd ieder naar zijn huisadres gebracht. Via Amersfoort, waar geïnterviewde heeft gegeten in een hotel, en Amsterdam is hij naar de pont in Velsen gebracht en aan de overkant met een politiewagen naar huis gebracht. Hij vertelt aan het eind van zijn relaas nog over Kotälla en een zigeunerorkestje wat gespeeld zou hebben in het bewakingsgedeelte en waarvan er één wist te ontsnappen. Na terugkeer binnen de familie en kennissenkring werd zijn verhaal niet op waarde geschat, de achterblijvers hadden immers de Hongerwinter meegemaakt. Waar had hij het over….

Vervaardiger
Pluijm, E. van der (Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Datum
1926
Tweede Wereldoorlog
Hermann Göring-Werke
Hoogovens
Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Herengracht 380
1016 CJ
Amsterdam

020 52 33 87 0info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards