Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Razzia van Amsterdam, 11 juni 1941

Razzia van Amsterdam, 11 juni 1941

Op 11 juni 1941 vond in Amsterdam een tweede razzia plaats naar aanleiding van de aanslagen op gebouwen van de Duitse Wehrmacht. Joodse cafés en sportclubs werden doorzocht. Er werden 310 jonge Joodse mannen gearresteerd door de Amsterdamse politie en Ordnungspolizei. Een deel was afkomstig van het Joodse werkdorp Wieringermeer. Ze werden afgevoerd naar het SD gebouw aan de Euterpestraat en daarna naar Kamp Schoorl. Een deel werd vrijgelaten wegens gezondheidsredenen. De rest van de mannen werden op 26 juni 1941 doorgestuurd naar Kamp Mauthausen. De razzia was wraak voor een bomaanslag door het verzet op 14 mei 1941 en een aanslag op de Luftwaffe telefooncentrale op 3 juni 1941. Geen van de Joodse mannen keerde terug uit Kamp Mauthausen.

Filter op
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Den Haag, monument Trekvlietplein

Het monument herinnert de inwoners van Den Haag aan 34 gemeente-ambtenaren, die de oorlog niet overleefden. Zij hadden een Joodse achtergrond, waren Jehovah's Getuige, verzetsmensen, dwangarbeiders en/of slachtoffers van bombardementen of mislukte lanceringen van V2-raketten. De namen van de slachtoffers luiden: Dienst der Gemeenteplantsoenen Cornelis Geers (16 december 1910, Boskoop – 19 april 1945, Buchenwald (Duitsland)) Werkzaam bij de Dienst der Gemeenteplantsoenen als tuinman Lid van de verzetsgroep Ordedienst. Via meerdere gevangenissen en kampen terecht gekomen in het concentratiekamp Buchenwald. Een week na de bevrijding van het kamp Buchenwald overleden aan ernstige ziekte. Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf Arnoldus Gabriël Broekhuizen (6 maart 1888, Leiden – 30 maart 1945 Neuengamme (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als technisch opzichter B Actief in het verzet. Tijdens de oorlog driemaal gearresteerd. Na de laatste arrestatie terecht gekomen in kamp Neuengamme. Gestorven aan dysenterie. Willem Hendrik (Wim) Hertly (2 januari 1891, Engwierum – 29 juli 1943, Leusden) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als administratief ambtenaar C (hoofdambtenaar) Actief in het verzet bij de Ordedienst. Opgepakt en door de krijgsraad van de Wehrmacht schuldig verklaard voor spionage, sabotage en het bezit van wapens. Op 27 april 1943, samen met 20 andere leden van de OD, ter dood veroordeeld. Op 29 juli 1943 werd Hertly nabij kamp Amersfoort gefusilleerd. Levij Barend (Louis) van Hoorn (6 januari 1893, Den Haag – 21 januari 1943, Auschwitz (Polen)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als assistent-monteur Op 26 november 1940 van zijn functie ontheven, vervolgens op 1 maart 1941 definitief ontslagen. Dit gebeurde met alle Joodse ambtenaren op last van de Duitsers. Op 21 januari 1945 omgekomen in het vernietigingskamp Auschwitz. Cornelis (Kees) Jue (11 november 1904, Den Haag – 8 maart 1945, Den Haag) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als opzichter 1ste klasse Actief in het verzet bij de Haagse Binnenlandse Strijdkrachten. Wegens deze activiteiten opgepakt en gevangen gezet in het Oranjehotel te Scheveningen. Ten gevolge van een represaillemaatregel wegens de mislukte aanslag op de hoge SS-officier Rauter in de nacht van 6 op 7 maart 1945, op 8 maart gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Albertus Johannes Kamstra (31 maart 1904, Den Haag – 21 februari 1945, ‘s- Heerenberg) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als meteropnemer (controleur B) Actief in het verzet. Opgepakt tijdens de grote razzia op 21 november 1944. Als dwangarbeider neergeschoten tijdens vluchtpoging. Overleden aan zijn verwondingen. Johannes Cornelis Kok (30 maart 1898, Den Haag – 23 maart 1945, Den Haag) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als technisch ambtenaar 1ste klasse Slachtoffer van een verkeerd gelanceerde V2-raket. Jacob Levie Montezinos (27 maart 1911, Amsterdam – 13 maart 1945, Sobibor (Polen)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als boekhouder Op last van de Duitse bezetter op 26 november 1940 van zijn functie ontheven en vervolgens op 1 maart 1941 ontslagen. Op 13 maart 1943 omgebracht in Sobibor. Albert Willem van der Rest (28 september 1897, Rotterdam – 3 maart 1945, Den Haag) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als technisch opzichter Albert van der Rest is op 3 maart 1945 overleden bij het Bezuidenhoutbombardement. Simon Staal (20 juni 1910, Londen – 23 oktober 1942, Mauthausen (Oostenrijk)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf als administratief ambtenaar A Op 21 november 1940, op last van de Duitse bezetter, van zijn functie als ambtenaar ontheven. Vervolgens werd hij op 1 maart 1941 ontslagen. Omgekomen in het strafkamp Mauthausen in Oostenrijk. Gemeentelijke Gasbedrijf Isaac Abraham de Beer (21 maart 1888, Den Haag – 26 februari 1943, Auschwitz) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als administratief ambtenaar B Op last van de Duitse bezetter op 26 november 1940 van zijn functie bij het Gemeentelijke Gasbedrijf ontheven. Op 1 maart 1941 definitief ontslagen. Omgekomen in vernietigingskamp Auschwitz. Jan Bronmeijer (23 mei 1926, Soerabaja – 8 maart 1945, Den Haag) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als leerlingmachinist Actief bij het verzet bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Op 8 maart 1945 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte als represaillemaatregel wegens de mislukte aanslag op de hoge SS-officier Rauter. Gerardus (Gerrit) Dekker (5 juni 1906, Amsterdam – 26 maart 1945, Kahla (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als gasstoker Opgepakt tijdens de grote razzia op 21 november 1944. Omgekomen als dwangarbeider in de Duitse stad Kahla, waarschijnlijk als gevolg van dysenterie. Jacob (Jaap) van Dien (14 december 1909, Loosduinen – 3 mei 1945, Neustadt (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als metaalbewerker/bankwerker Jehova’s Getuige. Op 8 september 1942 gearresteerd en overgebracht naar kamp Neuengamme. Tijdens transport van Neuengamme naar ander kamp omgekomen door bombardementen uitgevoerd door de Britse luchtmacht. Jacob van Driel (13 november 1908, Den Haag – 22 februari 1945 Eichenberg (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als timmerman Opgepakt tijdens de grote razzia van 21 november 1944. Overleden als dwangarbeider in de Duitse stad Kahla, waarschijnlijk als gevolg van dysenterie. Martinus Dijkhuizen (16 september 1910, Scheveningen – 17 april 1945, Kahla (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als werkman Opgepakt tijdens grote razzia van 21 november 1944. Als dwangarbeider gestorven in de Duitse stad Kahla als gevolg van Tuberculose. Aaron Fresco (27 december 1875, Den Haag – 26 februari 1943, Auschwitz) *Op het monument staat maar eenmaal de naam A. Fresco, maar er zijn twee slachtoffers met deze naam. Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als schrijver 1ste klas Op 26 november 1940 van zijn functie ontheven. Wegens het bijna bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd daarna eervol ontslag ontvangen. Op 26 februari 1943 omgebracht in vernietigingskamp Auschwitz. Abraham Fresco (23 oktober 1883, Den Haag – 22 oktober 1942, Auschwitz) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als machinist Op last van de Duitse bezetter op 26 november 1940 van zijn functie ontheven, vervolgens op 1 maart 1941 ontslagen. Op 22 oktober 1942 omgebracht in Auschwitz. Franciscus Hubertus van Grondelle (2 mei 1912, Amsterdam – 18 februari 1945, Ohrbeck (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als bode Opgepakt tijdens de grote razzia in Rotterdam op 10 november 1944. Als dwangarbeider overleden in het Duitse strafkamp Ohrbeck ten gevolge van ernstige verwondingen opgelopen door mishandelingen door de kampbeul. Louis Joël (15 februari 1920, Den Haag – 9 juli 1943, Sobibor) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als schrijver 2e klasse Op 26 november 1940 van zijn functie ontheven en vervolgens op 1 maart 1941 ontslagen. Op 9 juli 1943 omgebracht in Sobibor. Leendert Cornelis Landmeter (8 oktober 1923, Voorburg – 22 maart 1945, Berlijn-Schönefeld (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als elektricien Opgepakt tijdens een razzia en aan het werk gezet in Berlijn-Schönefeld bij een vliegtuigfabriek. Op 22 maart 1945 omgekomen door een bombardement op de fabriek. Samuel Moses (14 december 1890, Den Haag – 19 oktober 1942, Auschwitz) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als schrijver 1ste klasse Op 26 november 1940 van zijn functie bij het gasbedrijf ontheven. Definitief ontslag volgde op 1 maart 1941. Op 19 oktober 1942 omgebracht in vernietigingskamp Auschwitz. Cornelis van den Oever (30 september 1897, Alblasserdam – 26 juli 1944, Toul (Frankrijk) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als opzichter Actief in het verzet. Wegens deze activiteiten gearresteerd. Via meerdere kampen terecht gekomen op het kamp op het Kanaaleiland Alderney. Omgekomen bij evacuatie en transport van de gevangen na de invasie van de geallieerden. Verklaring van de SS leest dat hij is neergeschoten tijdens vluchtpoging. Getuigenverklaringen zeggen dat hij is neergeschoten ter represaille van gevangenenopstand in een van de treinwagons. Arie Cornelis Oors (26 januari 1911, Den Haag – 2 maart 1945, Millingen (Duitsland) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als tijdelijk bankwerker Opgepakt tijdens de razzia van 21 november 1944. In Kamp Rees als dwangarbeider omgekomen tijdens een brand. Rudolf (Rudi) Ruys (27 juni 1911, Soerabaja – 6 maart 1945, Keulen (Duitsland) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als tijdelijke crisisambtenaar Opgepakt tijdens de razzia op 21 november 1944. Aan het werk gesteld in meerdere plaatsen in Duitsland. Wegens algehele verzwakking terechtgekomen in de ziekeninrichting Gremberger-Wald bij de stad Keulen. Vervolgens door de terugtrekkende Duitse troepen in het Gremberger Wald geëxecuteerd. Het lichaam werd op 10 april 1945 gevonden. De precieze overlijdensdatum is onbekend, maar op de overlijdensakte is 6 maart 1945 ingevuld. Alexander van Tijn (31 juli 1884, Puttershoek – 14 januari 1943, Auschwitz) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als administratief ambtenaar C Op 26 november 1940 van zijn functie bij het gasbedrijf ontheven en vervolgens op 1 maart 1942 ontslagen. Op 14 januari 1943 in Auschwitz omgebracht. Maarten van der Zwan (22 januari 1912, Den Haag – 8 februari 1945, Leeden, Landkreis Tecklenburg (Duitsland)) Werkzaam bij het Gemeentelijke Gasbedrijf als poetser-machinekamer Opgepakt en als dwangarbeider aan het werk gezet in Tecklenburg-Leeden nabij Osnabrück. Omgekomen bij bombardement op Leeden in de nacht van 7 op 8 februari 1945. Gemeentelijke Reinigingsdienst Frederik Johan Marie Hanjoel (13 april 1914, Soerabaja – 22 maart 1945, Hamburg) Werkzaam bij Gemeentelijke Reinigingsdienst als schrijver 2e klas Opgepakt tijdens grote razzia op 21 november 1944 en als dwangarbeider te werk gezet bij de haven van Hamburg. Omgekomen door een bombardement op de haven. Wilhelmus Paulus Johannes Kettenis (23 februari 1904, Den Haag – 9 juni 1942, Friedrichshafen, Landkreis Tettnang (Duitsland)) Werkzaam bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst als tijdelijke arbeidskracht Als dwangarbeider gevorderd in 1942. Door ziekte omgekomen in Friedrichshafen. Wilhelmus (Willem) Marie Rotteveel (5 april 1901, Den Haag – 13 januari 1945, Leiden) Werkzaam bij Gemeentelijke Reinigingsdienst als kantoormedewerker en tevens secretaris bij het muziekkorps van de dienst ‘Reinigingsharmonie Door Muziek Verbonden’ Doodgeschoten tijdens een razzia in Leiden op 13 januari 1945. Eduard Cornelis Schwencke (15april 1896, Den Haag – 6 augustus 1942, Natzweiler (Frankrijk)) Werkzaam bij Gemeentelijke Reinigingsdienst als ambtenaar Lid verzetsgroep Oranjewacht. Omgekomen in concentratiekamp Natzweiler. Officiële verklaring voor zijn dood is hartverlamming, officieuze verklaringen zeggen dat Schwencke is neergeschoten tijdens een vluchtpoging. Uit archiefwerk over overlevers van het kamp blijkt dat een medegevangene ooggetuige was van het gedwongen stenigen van E.C. Schwencke door medegevangenen op bevel van bewakers. De reden van het stenigen is niet bekend, maar leidde tot de dood. Willem Meindert van der Wal (9 september 1888, Schagen – 18 maart 1945, Voorburg) Werkzaam bij Gemeentelijke Reinigingsdienst als crisisambtenaar Overleden aan ernstige verwondingen ten gevolge van het Bezuidenhoutbombardement op 3 maart 1945. Hij stierf op 18 maart in het ziekenhuis van Voorburg. Heinrich George Wessel (31 december 1881, Wassenaar – 3 maart 1945, Den Haag) Gepensioneerde ambtenaar van de Gemeentelijke Reinigingsdienst Overleden aan ernstige verwondingen opgelopen tijdens het Bezuidenhoutbombardement op 3 maart 1945. Hij is dezelfde dag in het ziekenhuis overleden. Gerrit Pieter Zieren (8 oktober 1893, Delft – 9 november 1944, Niederroden, Landkreis Drieburg (Duitsland)) Werkzaam bij Gemeentelijke Reinigingsdienst als straatveger Actief in het verzet bij het illegale blad Op Wacht. Voor God-Nederland-Oranje. Omgekomen aan gevolgen van dysenterie en ernstige mishandelingen in het strafkamp Rollwald. Oprichting De monumenten werden in de eerste jaren na de oorlog vervaardigd, en bevonden zich voorheen bij de verschillende gemeentelijke diensten. Deze herdenkingsmonumenten werden in 2012 op deze plaats samengebracht.

Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Sobibor
Buchenwald
Neustadt
Monument
Archief van C. Butterman.

Archief van C. Butterman. Cornelis (Cees, Keith) Butterman, geboren Andijk op onbekende datum - overleden Campbell (Californie, VS) 18 juni 1976. Verzetsdeelnemer, Jodenvervolging. Gehuwd met G. (Gerrie, Gerry) Butterman-Sluys (geboren Andijk 10 november 1918 - overleden Ripon (Cal.) 5 mei 2011). Het paar kreeg vier kinderen: Judy (1942), Hanna (1947), Bill (1948) en Case (1952). Cees Butterman kwam uit een gereformeerd gezin uit Andijk en werkte sinds 1938 als zelfstandig drukker in Andijk. Dit vak had hij van zijn vader geleerd. De oorlog brak uit; Butter trouwde in juni 1941 met G. Sluys. In hetzelfde jaar startte het paar ‘Drukkerij Nobel’ in een bescheiden ruimte in Amsterdam-Oost, waarachter zij konden wonen (Eikenweg 25hs, Amsterdam-Oost). In deze periode werd de boerderij ‘De Vluchtheuvel’ van zijn aangetrouwde familie in Andijk belangrijk voor het organiseren van verzet. Verschillende generaties van de familie Sluys hadden hier een bestaan. Later in de oorlog werd een deel van het machinepark van de drukkerij hier onder het hooi verstopt. Het Joodse stel Jaap en Lientje Kurk assisteerde in de drukkerij. Zij hadden een zoontje, David, uit 1942 of 1943. Toen de razzia’s toenamen, werd hen geadviseerd om de baby onder te brengen. Een zekere familie Bergsma in Amsterdam wilde deze zorg op zich nemen. Er werd op afspraak een mandje voor de deur gezet, om veiligheidshalve de anonimiteit te waarborgen. J. en L. Kurk werden gearresteerd en op transport gesteld; zij zouden niet terugkeren. Later in zijn leven ging David zich Rudy Bergsma noemen. Hij emigreerde en kwam door toeval dertig kilometer van Cees en Gerrie Butterman (inmiddels Keith en Gerry) te wonen. Tijdens de bezetting leverde Butterman verschillende bijdragen aan het verzet, die onbekend zijn gebleven. Wel is bekend dat hij tijdens de April-meistaking (1943) probeerde om arbeiders in Andijk tot staken te bewegen. Zijn oudste broer Jacob Butterman leefde in Andijk en was één van de plaatselijke aanstichters van deze staking. C. Butterman beloofde hem te helpen. Hij werd echter verraden door een jongeling die door de bezetter met de dood bedreigd werd. Ook zijn zwager raakte in problemen. Johannes (Jo) Smink (geboren Lisse februari 1911) was een halfbroer van G. Butterman-Sluys. Hij werkte als chauffeur, was daarom goed geïnformeerd en extra welkom in de illegaliteit. Op 1 mei 1945 werd hij met vier anderen voor een opdracht bijeengeroepen. Fietsend bij Zwaagdijk werden ze echter door paramilitairen van de Landwacht gearresteerd (één van hen ontsnapte). J. Schmink werd op wapenbezit betrapt en later geëxecuteerd. Butterman was nadat hij verraden was ondergedoken, maar werd op 11 mei 1943 in zijn woning gearresteerd. Hij werd in het Huis van Bewaring op de Weteringschans vastgehouden. De hoogzwangere Gerrie Butterman-Sluys keerde terug naar haar familie. De aanklacht tegen Butterman en drie mannen uit Andijk was het organiseren van een staking. Butterman werd ter dood veroordeeld. Hij werd eerst een jaar gevangen gehouden in concentratiekamp Vught. Hier werd hij op den duur beter behandeld omdat hij viool en saxofoon kon spelen en het drukkersvak beheerste. Vanwege zijn vakkennis werd hij meegenomen naar Amsterdam om daar de inboedel van een drukkerij naar Vught te helpen overbrengen. Butterman werkte ook in de tuinbouw en in de Phillips-fabriek. Mogelijk door omkoping en anders omdat zijn arbeidskracht van waarde was, werd zijn straf verminderd, zodat overplaatsing naar Duitse kampen volgde. In juni 1944 arriveerde hij per goederentrein in kamp Dachau, waarna hij in de Messerschmidt-fabriek in Kottern als drukker te werk werd gesteld. Ook speelde hij in een orkest met topmusici, die meer dan eens dankzij hun talent overleefden De fabriek werd dag en nacht gebombardeerd, maar de gevangenen was de toegang tot de schuilkelders verboden. Na twee maanden ontving zijn vrouw geen brieven meer van hem, noch had ze een ander levensteken. Net voor de bevrijding werd Butterman gedwongen om in een groep gevangenen naar een ravijn nabij het grensstadje Pfronten te marcheren; hier zouden zij geliquideerd worden. De bewakers sloegen echter op de vlucht, toen de oprukkende geallieerde militairen werden opgemerkt. Eind april 1945, toen kamp Dachau bevrijd werd, woog Butterman nog 48 kilo. Pas een maand later, eind mei 1945, kreeg Gerrie Butterman-Sluys het verlossende bericht van zijn overleving. De terugreis bracht Butterman in Parijs. Later zou hij zich herinneren hoe genereus de Fransen de kampslachtoffers verwelkomden, met wijn, vis en vlees; producten die nog schaars waren. In de beleving van Butterman en zijn kinderen dankte hij zijn overleving aan zijn geloof. Dit godsvertrouwen maakte hem ook sterk genoeg om de beproeving van zich af te zetten. Na zijn terugkeer uit kamp Dachau herstelde Butterman van tuberculose en begon een drukkerij in Heerhugowaard. Zes jaar lang (1947-1953) publiceerde hij het weekblad ‘De Heerhugowaarder’. Vanaf 1949 leefde het gezin boven de drukkerij. In 1953 emigreerde Butterman om gezondheidsredenen naar Santa Clara Valley in California, met zijn gezin. Hij hervatte in Ripon zijn loopbaan als drukker. Ten tijde van zijn pensioen werkte hij bij de ‘San José Mercury News’. Butterman heeft zijn vrouw en kinderen uitgebreid over zijn oorlogservaringen verteld, zij het altijd stiff upperlip en met weglating van de nachtmerrie-achtige details. Het archief behelst onder meer correspondentie en het album 'Dad’s concentration camp experiences’.

Organisatie
Verzetsmuseum Amsterdam
Dachau
Gevangenis Weteringschans
Dachau bevrijd
Object
Bezettingsjaren in Nederland en Nederlands-Indië

Een verzamelalbum met veel zwart-wit foto's en documenten over de bezetting & Nederlands-Indië. Het album is ingebonden in een met groene stof overtrokken kartonnen band. Op de binnenkant van de kaft is een etiket bevestigd met daarop: "H.J. Bukel & Zn. 's-Gravenhage". Het album bevat o.a. foto’s, pamfletten, ansicht- en briefkaarten, brieven, affiches, postzegels, spotprenten, distributiekaarten en –bonnen, gedichten en liedteksten, verklaringen, brochures, tijdschriften, identiteitsbewijzen, krantenknipsels en enkele los ingevoegde kranten: Pagina 1 Zwart-wit staatsieportret van koningin Wilhelmina. (1940-1945) Pagina 2 Een zwart wit foto met de afbeelding van een militair die met een witte vlag zwaait. Met onderschrift: "Overgave van Rotterdam". (mei 1940) Een zwart wit foto van een Duits artikel met een afbeelding van een molen. (31 mei 1940) Een zwart wit foto van een aanplakbiljet tegen een muur met de afbeelding van schijnwerpers en de contouren van een stad met de tekst: "Engelsche vliegers daarom blijft in huis". (1940-1945) Een zwart wit foto van de ruïnes van de Haagse Bethlehem kliniek na een bombardement. Met onderschrift: "Vliegers die Genade kennen? Bethlehem Kliniek 10 5 40" (10 mei 1940) Een getypt spotdicht over de Duitse piloten die volgens de Duitse propaganda in tegenstelling tot hun Britse collega's "genade kennen”. De schrijver haalt het bombardement van Rotterdam aan als bewijs van het tegendeel. (1940) Pagina 3 Twee foto’s van artikelen over de strijd in Nederland. (1940-1945) Een getypt pamflet met de titel "Landgenooten!"gericht tegen de N.S.B. (1940-1945) Pagina 4 Een getypt pamflet vlak na de capitulatie van Nederland met een oproep aan de Nederlandse bevolking om zich waardig te gedragen onder de Duitse bezetting. (1940) Vijf zwart-wit foto’s en ansichtkaarten van het verwoeste Middelburg na het Duitse bombardement op 17 mei 1940. (Mei 1940) Pagina 5 Drie getypte gedichten: "Der Tommy" in Duits en Nederlands: "Vrij bewerkt naar Goethes 'Erlköning'." (1940) Een gedicht in het Engels over de "British Royal Airforce" en haar bombardementsvluchten op Duitsland. Bovenaan staat: 'Wijze: Wir fahren...........". (1940-1945) Een getypt gedicht in het Engels met de titel "Peace behind the Shadows" door A. Jacqueline Shaw gericht tegen het oorlogsgeweld. (1940) Pagina 6 Negen ansichtkaarten met zwart-wit foto’s van het verwoeste centrum van Middelburg na het bombardement op 17 mei 1940. Op de ansichtkaarten staan o.a. de St. Pieterstraat, de Groenmarkt, het stadhuis, het Oost Indisch huis, de St. Jorisdoelen, de abdij en de 'Lange Jan', de Lombardstraat en de Wal met Koorkerkhof. (mei 1940) Pagina 7 Een zwart wit foto van een advertentie voor koekjes van een Vlaardingse banketbakkerij, waarin "Ons Wilhelmientje" nog steeds bovenaan staat en de "Nieuwe Soorten Boterkoekjes" onderaan. (1940-1945) Een zwart wit foto van Wilhelmina met het onderschrift: "I come back. London '40 Wilhelmina". (1940) Een getypt verzetsgedicht getiteld ‘’Je weet wel boven’’, gebaseerd op het lied "Oranje boven". (1940) Een doorslag van een kettingbrief aan ambtenaren met de oproep niet te sympathiseren met de N.S.B. (1940-1945) Een getypte steunbetuiging aan de Duitse bezetter. (1940-1945) Pagina 8 Vijf ansichtkaarten met zwart-wit foto’s van het verwoeste centrum van Middelburg na het Duitse bombardement van 17 mei 1940. Op de ansichtkaarten foto’s van o.a. de Nieuwe Kerk (of Sint Nicolaaskerk), de Gortstraat, de Nieuwe Kerkstraat en het stadhuis van Middelburg. (1940) Een zwart-wit foto van brandende olietanks in de haven van Vlaardingen. (1940-1945) Acht krantenknipsels over o.a. het niet meer verkrijgbaar zijn van echte koffie. (1940-1945) Pagina 9 Een getypt spotdicht over Mussert en de N.S.B. naar aanleiding van het besluit een Nederlandse SS op te richten. (1940-1945) Een gedrukte aankondiging van de openbare vergadering van de N.S.B. (1940-1945) Een zwart-wit portretfoto van Mussert. (1940-1945) Een kleurenafbeelding van een getekende opgestoken hand met daarin een zeilschip en de tekst “Met Mussert, hou-zee”. (1940-1945) Pagina 10 Een met pen geschreven schotschrift, waarin het huwelijk van Mussert met zijn achttien jaar oudere vrouw wordt gehekeld. (1940-1945) Een gedrukte affiche met het portret van Mussert. (8 april 1943) Pagina 11 Zes zwart wit foto’s van een bloemenhulde in verband met Anjerdag in Den Haag en Amsterdam. De aanleiding was de verjaardag van Prins Bernard. Op verschillende plaatsen werden bloemen gelegd, vlaggen uitgehangen en verschenen mensen op straat met in hun knoopsgat een witte anjer. (29 juni 1940) Gedrukt pamflet met de tekst: "Demonstratie met witte anjers in Den Haag 29. 6. "Ik draag een anjer, om reden ik een ezel ben". "Hebt gij dien ezel gezien?" (29 juni 1940) Pagina 12 Een foto van een Engelstalig artikel over prinses Juliana in Canada. (24 juni 1940) Twee krantenknipsels van dankbetuigingen voor de bloemen op oorlogsgraven. (1940-1945) Acht zwart-wit foto’s van een monument en oorlogsgraven in Leiden, Wassenaar, vliegveld Valkenburg en Ockenburg. (1940-1945) Pagina 13 Een getypt spotdicht waarin de namen van een aantal bekende Duitse componisten worden gebruikt om de ondergang van Hitler te illustreren. (1940-1945) Een getypt vlugschrift naar aanleiding van het vernielen van een Beatrix boompje door Duitse militairen in het Leidse bosje te Amsterdam. (1940-1945) Een ansichtkaart in kleurendruk van een portrettekening van Hitler. (1940-1945) Pagina 14 Een getypte opsomming van dertien punten om de Nederlander eraan te herinneren dat hij zich tegen de Duitse bezetter dient te verzetten. (1940-1945) Een getypt alternatief feestprogramma voor Koninginnedag waarin de spot wordt gedreven met de Duitse bezetter. (31 augustus 1940) Pagina 15 Een antwoordkaart en –enveloppe die gebruikt konden worden om een abonnement te nemen op de Deutsche Zeitung in den Niederlanden. (1940-1945) Een gedrukte colportagebrief van de Deutsche Zeitung in den Niederlanden aan een Haagse familie. (Juli 1942) Twee zwart-wit foto’s van een Duits Rode Kruisschip en een watervliegtuig op het IJsselmeer. (1940-1945) Pagina 16 Een getypt gedicht waarin het beeld van de actieve 'ordenende' Duitser tegenover de bezadigde Nederlander onderuit wordt gehaald. (1940-1945) Een zwart-wit foto van een zakje met Indische thee, uitgeworpen door de geallieerden in de zomer van 1941 boven bezet Nederlands gebied. Op het etiket: "Nederland zal herrijzen uit vrij Nederl. Indië een groet houdt moed!". (1941) Een gedrukt pamflet met de oproep lege jampotten in te leveren. (1940-1945) Een visitekaartje van een onderneming in luxe artikelen. (1940-1945) Zes krantenknipsels met bekendmakingen en mededelingen. (1940-1945) Pagina 17 Een postzegel met de oproep lid te worden van de Nederlandsche Unie. (1940-1941) Een getypt spotdicht over de avondklok en alles dat op de bon gaat. (9 september 1940) Een krantenfoto en –artikel over Seyss-Inquart. (1940-1945) Een krantenknipsel over de Unie. (1940-1945) Pagina 18 Een getypt gedicht met de titel: "Open brief aan Rost van Tonningen". In het gedicht wordt zijn optreden als profiteur aan de kaak gesteld. (1940-1945) Een zwart-wit foto van een Duits watervliegtuig bij Bergen aan Zee. (1940-1945) Een spotprent in kleurendruk over verduistering. (1940-1945) Een zwart-wit foto van een spotprent van een jongen op een po waarin de spot wordt gedreven met de Duitsers. (1940-1945) Een getypt gedicht waarin de situatie van Nederland onder de Duitsers wordt vergeleken met een WC die is bezet. (1940-1945) Een krantenknipsel over de benoeming van Rost van Tonningen tot president van de Nederlandsche Bank. (1941) Een krantenknipsel over de vordering van klokken. (1940-1945) Een knipsel uit een brief van het ministerie met commentaar. (1940-1945) Pagina 19 Een getypte fictieve "Rekening voor de Firma Houtman & Bosman" met een prijsspecificatie van een kostuum gemaakt van hout. (1940-1945) Een getypte "Nederlandsche Zoen Distributiekaart" waarmee de spot wordt gedreven met de wildgroei aan distributie (bon-) kaarten tijdens de Tweede Wereldoorlog. (1940-1945) Pagina 20 Een "Textielkaart voor mannen en jongens van 15 jaar en ouder. (1940-1941) Een zwart-wit foto van een naakte man met paraplu lopend over de openbare weg. Onder de foto staat: "Amsterdam, Leidscheplein. Protest tegen de textielpunten". (1940-1945) Een getypt "Recept", waarin een gerecht wordt bereid met diverse bonkaarten. (1940-1941) Verschillende distributiebonnen en -kaarten voor cacao, groente, boter en olie, vaste brandstoffen, vlees, vis, tapte melk, kaas, boter, versnaperingen. (1940-1945) Een foto van een reclamezuil met een affiche van de "Centrale Keukens". (1940-1945) Een spotprent in kleurendruk over schaarste aan voedsel en grondstoffen. (1940-1945) Een "Warmvoedselkaart" uitgegeven door Amsterdam. (1940-1945) Een krantenknipsel met de mededeling dat serviesgoed en keukengerei alleen op bon verkrijgbaar is. (1940-1945) Pagina 21 Een getypt gedicht met de titel "Winter 1940 '41" met een somber sfeerbeeld van het leven in de winter onder de Duitse bezetter. (1940-1941) Een zwart wit foto van de afbraak van een huis aan de Kiplaan in Den Haag. (1940-1945) Een spotlied in twee delen over Seyss-Inquart en Hitler. (1940-1945) Een krantenknipsel van de Duitse Wehrmacht. (1940-1945) Een krantenknipsel over belediging van de Führer. (1940-1945) Een krantenadvertentie waarin een secretaresse wordt gezocht die “Arisch” is. (1940-1945) Pagina 22 Een spotlied op de wijs van "Berend Botje" over Peter Ton die in Den Haag de functie bekleedde van N.S.B. Blokleider. (1940) Een affiche met de afbeelding van de kaart van Suriname en Curaçao met daarboven een hand die de Nederlandse vlag kapot scheurt. (1940-1945) Een zwart wit foto van een spotprent over een N.S.B. er die op de hoek van de Oranjestraat de krant 'Volk en Vaderland' verkoopt. Onder de afbeelding een kort spotdicht. (1940-1945) Een spotlied op de wijs van "God schiep uit korenaren de Drenten en de Twentenaren" over de N.S.B. (1940-1945) Een foto van een krantenfoto uit een Duitse krant waarop mevrouw Roosevelt en prinses Juliana zijn afgebeeld. (2 maart 1941) Een krantenknipsel van een artikel over de W.A. die kleur bekent. (1940-1945) Pagina 23 Een spotdicht in de vorm van een puntgedicht van Huygens over de Duitsers. (1940-1945) Een pamflet met een oproep om op Koninginnedag 31 augustus een oranje 'V' op de borst te dragen. Het pamflet is ondertekend door O.Z.O.: Oranje Zal Overwinnen. (31 augustus 1941) Een pamflet waarin Koningin Wilhelmina het passief verzet van de Nederlandse bevolking tegen de Duitse bezetter ondersteunt. Het pamflet is ondertekend door "de kleine man". (1940-1945) Een zwart-wit foto van een muur met een affiche van een in antieke wapenrusting gestoken vallende man met een Davidster die door een grote vallende 'V' in de buik wordt getroffen. De 'V' staat in dit geval voor de Duitse Victorie. (1940-1945) Twee strooibiljetten met de tekst “V Duitschland wint!” (1940-1945) Een krantenartikel over de betekenis van “V’’, staat voor ‘’Verjaagd”. (1940-1945) Een uit karton geknipte letter ‘’V’’ in de kleuren van de Nederlandse vlag. (1940-1945) Pagina 24 Elf zwart-wit foto’s van richtingborden, affiches, reclamezuilen en Haagse stadsgezichten. (1940-1945) Een krantenknipsel over de huizencollecte Winterhulp. (1940-1945) Een krantenknipsel over de vernieling van aanwijzingsborden in Den Haag. (1940-1945) Pagina 25 Een spotdicht waarin het op vakantie sturen van Nederlandse kinderen als propagandastunt en geldverspilling wordt afgedaan. (1940-1945) Een spotdicht waarin de Duitse bezetting en de beperkingen die dat met zich meebrengt afgezet wordt tegen de periode daarvoor met als thema: "Wij leefden vrij, wij leefden blij". (1940-1945) Pagina 26 Twee getypte lijsten van Nederlandse militairen en verzetsstrijders die bij Ede en Maastricht zijn gefusilleerd of gratie hebben gekregen of waarvan het lot onzeker is. (1940-1945) Twee pamfletten in kleurendruk met twee door kettingen verbonden wapenschilden. Op één van de wapenschilden staan de hamer en sikkel, het symbool van het internationaal communisme, op de ander de gekroonde 'W' van Koningin Wilhelmina. In de nacht van 30 op 31 augustus 1941, Wilhelmina’s verjaardag, werden door de N.S.B. en de Duitsers huis aan huis deze pamfletten verspreid, waarmee een hechte samenwerking tussen Wilhelmina en het communisme wordt gesuggereerd. (Augustus 1941) Een pamflet in kleurendruk met de afbeelding van de hamer en sikkel, en de gekroonde 'W' van Koningin Wilhelmina. Tussen deze twee symbolen staat: "Proletariërs en Plutocraten aller landen vereenigt U!" (Augustus 1941) Een zwart-wit foto van een doodsbericht over vijftien gefusilleerde strijders. (13 maart 1941) Pagina 27 Twee krantenknipsels over Zuid-Slavië dat zich bij de As mogendheden aansluit. (25 maart 1941) Drie zwart-wit foto’s van Prins Bernhard en Wilhelmina. (1940-1945) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten en bekendmakingen. (1940-1945) Pagina 28 Twee zwart-wit foto’s van de krant ‘’De Luchtpost”. (29 juli 1941) Acht zwart-wit foto’s van de Koninklijke familie in Canada. (1940-1945) Pagina 29 Een getypt gedicht met de titel "Ik Snak", waarin het verlangen wordt verwoord naar de aftocht van de bezetter en de komst van de bevrijding en "...een land vol rood wit en blauw." (1940-1945) Een getypt gedicht in de vorm van 'ABC'. Iedere letter van het alfabet staat voor een kwaad dat door de Duitsers is veroorzaakt of het goede dat nog zal komen als de Duitsers zijn verdwenen. (1940-1945) Pagina 30 Negen zwart-wit foto’s van de Koninklijke familie in Canada. (1940-1945) Pagina 31 Twee krantenknipsels uit de Haagsche Courant over de in beslagname van radiotoestellen. (15 april 1941) Een spotprent met de gezichten van Churchill, Roosevelt en Stalin en de Jodenkliek. (1940-1945) Een krantenknipsel over Bolsjewistische wreedheden. (1940-1945) Een krantenknipsel over het telegram van Mussert aan Hitler over de strijd tegen het Bolsjewisme. (23 juni 1941) Een zwart-wit fotocompositie van drie portretten van de Koninklijke familie met (onleesbare) teksten (1940-1945) Een zwart-wit foto van een reclamezuil met een affiche met "Aanmeldingsplicht van personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede" van de gemeente Den Haag. (1940-1945) Een gedrukt pamflet met de titel: "Het Nationale Parool inzake de deportatie van Joodse Nederlanders", waarin wordt opgeroepen bij deportatie weer te gaan staken met als voorbeeld de Februaristaking van 1941. (1940-1945) Een zwart-wit foto van een aquarel met de afbeelding van een tak van de hazelnoot met vruchten. Bij de afbeelding de tekst: "Verhuld zijn vruchten in de harde schaal, verscholen zijn de waarden in dit leven, nogtans verstaat ons hart de klare taal van het symbool aan Nederland gegeven." (1940-1945) Pagina 32 Een getypt pamflet met de titel: "Alles gaat goed, ALLEEN.........", waarin allerlei beroepen worden genoemd waarbij het slecht gaat. (1940-1945) Een Rode Kruis briefkaart voor het corresponderen met krijgsgevangenen. (15 maart 1941) Een briefkaart met de bevestiging van de ontvangst van een pakket levensmiddelen. (13 januari 1942) Een brief van de Gemeente over een ontruimingsbevel. (30 oktober 1942) Een Ontruimingsbevel van de Gemeente Den Haag. (30 oktober 1942) Pagina 33 Een zwart-wit foto van een groep Duitse militairen tijdens een bijeenkomst in een zaal. Op de foto zijn onder andere Seyss-Inquart en Mussert te zien. (1942) Knipsel over de Dag van de Nederlandschen Arbeidsdienst. (8 oktober 1942) Zwart-wit foto van Generaal-arbeidsleider De Bock. (1940-1945) Een zwart-wit foto van de ingang van een kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst. (1940-1945) Pagina 34 Drie zwart-wit foto’s en pamfletten over de Arbeidsdienst. (1940-1945) Pagina 35 Een in een krant gepubliceerde spotprent van een welvarende Britse leeuw die in de loop der tijd steeds havelozer wordt. (1940-1945) Een in een krant gepubliceerde spotprent van een zittende man met alpinopet en opschrijfboekje tegen een achtergrond van brandende huizen. (1940-1945) Een in een krant gepubliceerde spotprent over de dubbele moraal van Churchill. (1940-1945) Drie krantenknipsels met anti-Britse propaganda en over werkloosheid (1940-1945) Pagina 36 Zeven krantenknipsels van geboorteberichten waarin pasgeborenen, Oranjegezinde namen hebben gekregen. (1940-1945) Een pamflet in kleurendruk met fragmenten uit een rede van Hitler. Met foto’s van Hitler en Goebbels. (8 november 1942) Een archiefkaart met de registratiegegevens van een D.K.W. (met bouwjaar 1939. (Maart 1944) Pagina 37 Een reisvergunning opgesteld op naam om door Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland te reizen. (16 augustus 1943) Een plattegrond van een deel van Wassenaar met aanduidingen in het Duits van de verblijven van vier Duitse pelotons. (1940-1945) Twee krantenknipsels over het overlijden van de Haagse atleet Albert Spree. (Juli 1943) Pagina 38 Een spotlied over de slechte resultaten van Mussolini in Griekenland en Afrika. (1940-1945) Vier krantenknipsels over het aftreden van Mussolini. (1940-1945) Pagina 39 Drie krantenknipsels over het Vrijwilligers Legioen Nederland. (1940-1945) Acht knipsels van overlijdensberichten van gesneuvelde Nederlanders in Duitse dienst. (1941-1942) Pagina 40 Een voor het Duitse leger opgesteld pamflet van het geallieerde opperbevel, waarin wordt verklaard dat het Nederlandse verzet wordt beschouwd als onderdeel van de geallieerde strijdkrachten. (1944-1945) Een verklaring opgesteld door de spoorwegen waarin wordt aangegeven dat mevrouw A.C. Schouten Essers door een vertraagde trein zich na 22.00 uur op straat mag bevinden. (1940-1945) Een zwart-wit foto van een rij wachtenden voor een banketbakker in Amsterdam. (1940-1945) Drie krantenknipsels met oorlogsberichten. (maart 1943) Pagina 41 Een Duitstalig pamflet van het geallieerde opperbevel gericht aan het Duitse volk met een waarschuwing dat de bombardementen op steden zullen aanhouden zolang ze zich niet van de Nazi's ontdoen. (1940-1945) Pagina 42 Negen krantenknipsels over ter dood veroordelingen en bekendmakingen van de Duitse bezetter. (1940-1945) Pagina 43 Een afschrift van een getypte brief van de Nazi Erich Koch, waarin hij waarschuwt voor mogelijke aanslagen op Hitler. (20 september 1943) Een briefkaart met de mededeling dat door het brandstoftekort met de Pasen geen gasten kunnen worden ontvangen. (24 maart 1942) Drie krantenknipsels van huwelijksadvertenties. (1941-1942) Pagina 44 Een brochure met een gedicht en met kleurentekeningen met pro-Duitse propaganda. Het was eenmalige bijlage van weekblad De Gil. (27 juni 1944) Een zwart-wit krantenfoto van een bijeenkomst waarbij 375 Nederlandse vrijwilligers toetraden tot de Waffen-SS. Met Duits onderschrift. (1940-1945) Een spotprent uit een Duitse krant met als onderschrift “Der Invasionsspeck”. (1940-1945) Een krantenknipsel met twee zwart-wit foto’s over gebeurtenissen in Zuid-Italië. (1940-1945) Pagina 45 Een knoop bevestigd op een dubbelgevouwen kaart. Met potlood staat daaronder: "Moffenknoop". Op de binnenkant van de kaart staat met potlood een spotdicht met de titel: "Berlijn" geschreven. (1940-1945) Een gedrukt pamflet met onder elkaar verschillende portretfoto's van Göring met onder elk portret de namen van gebombardeerde steden. Op de achterkant staat gedrukt: "Wer hat gesagt "Vor allem werde ich dafür sorgen, dass der Feind keine Bomben werven kann"." (1940-1945) Drie krantenknipsels met o.a. berichten over Rudolph Hess. (1940-1945) Pagina 46 Een afschrift van een getypt artikel van Kreisleiter Franz Buchner over de verhouding van het Duitse volk ten opzichte van buitenlandse arbeidskrachten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen vrijwillige buitenlandse arbeidskrachten, krijgsgevangenen en Joden. (April 1942) Twee krantenknipsels over Seyss-Inquart. (1940-1945) Pagina 47 Twee krantenknipsels met bekendmakingen over de arbeidsinzet. (1940-1945) Een krantenknipsel met de uitgeschreven toespraak van koningin Wilhelmina via Radio Oranje. (24 juni 1941) Pagina 48 Vier krantenknipsels met bekendmakingen van de Wehrmacht. (1940-1945) Pagina 49 Negen zwart-wit foto’s over de afbraak van Haagse straten (Segbroeklaan, Fahrenheitstraat, Sportlaan, Oleanderlaan) in verband met de bouw van de Atlantikwall. (1940-1945) Een krantenknipsel over het vestigingsverbod in de kuststreek. (1940-1945) Pagina 50 Acht zwart-wit foto’s over de afbraak van Haagse straten (Goudenregenstraat, Stokroosplein, Hanenburglaan) in verband met de bouw van de Atlantikwall. (1940-1945) Een "Bewijs van terpostbezorging van een postpakket". (1940-1945) Een exemplaar van ‘’De Wervelwind”, een met zwart-wit foto's geïllustreerd drukwerk. Op de voorpagina een foto van een matroos tegen de achtergrond van de wapperende Nederlandse vlag. (Mei 1942). Een persoonsbewijs uitgegeven op naam van Adriaan Gouka. (1941) Pagina 51 Een gedrukt verzetsblad "De Vonk. Orgaan van de Internationaal Socialistische Beweging (I.S.B.)". De inhoud heeft betrekking op de behandeling en deportatie van Joodse medeburgers. (Juli 1942) Een antisemitische publicatie van 63 bladzijden met slappe kaft onder de titel: "De Joden van Nederland" door Hans Graf von Monts. (1940-1945) Pagina 52 Vijf in het Duits gestelde en in Gotisch schrift gedrukte bladen met rekenopgaven gerelateerd aan de Hitlerjugend. (1940-1945) Pagina 53 Gedrukte uitgaven van de verzetskranten "Vrije Pers” en ‘’Vrij Nederland" (Januari-juni 1941) Pagina 54 Doorslagen van een uitgetypte toespraak van koningin Wilhelmina via Radio Oranje. (20 maart 1941) Pagina 55 Een doorslag van een uitgetypte toespraak van premier Gerbrandy via Radio Oranje. (9 december 1941) Een "Ontruimingsbevel" voor het pand Laan van Meerdervoort 213. (1943) Een vergunning afkomstig van het Evacuatiebureau Noordholland te Alkmaar. (3 januari 1944) Pagina 56 Een gedrukte brochure van 31 bladzijden met de titel: "Landverraders" door Max Blokzijl. (1941) Een gedrukte en geïllustreerde brochure van 31 bladzijden getiteld 'Voor het te laat is....!' door Max Blokzijl met propaganda voor het Nationaal Socialisme en tegen het Kapitalisme en Bolsjewisme. (November 1941) Pagina 57 Een gedrukte brochure van 30 bladzijden van de toespraak van Hitler gehouden voor de Rijksdag over de schuld aan de oorlog van Franklin D. Roosevelt. (December 1941) Een zwart-wit portretfoto van Hitler. (1940-1945) Een illegaal gedrukte spotprent met de tekst: "Die einzige neue Waffe die Deutschland retten kann" en de afbeelding van een witte vlag vastgemaakt aan een geweerloop. (1940-1945) Pagina 58 Elf krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Een getypt Frans oorlogsgedicht. (1940-1945) Pagina 59 Drie krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Een artikel over Bolsjewistische massamoord. (1940-1945) Pagina 60 Zes krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 61 Twee krantenknipsel over de oorlog aan het Oostfront. (1940-1945) Een artikel over de zeeoorlog tussen Duitsland en Engeland. (1940-1945) Pagina 62 Acht krantenknipsels over de strijd bij Dieppe. (1940-1945) Pagina 63 Zes krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 64 Vijf krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Een gedrukte brochure van 47 pagina’s met de titel: "Krüger klaagt aan" door D. Wouters. (1941) Pagina 65 Vijf krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 66 Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 67 Een aanplakbiljet met de gedrukte tekst: "Nur für Wehrmacht. Gereserveerd voor Duitsche Weermacht". (1940-1945) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 68 Een gedrukt anti Mussert pamflet met de titel: "De Groote Mussert Comedie". (Januari 1943) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 69 Een gedrukt pamflet met de titel: "Een waarschuwend woord aan de Nederlandsche Studenten". In het pamflet worden de studenten opgeroepen zich te verzetten tegen het verwijderen van "Niet Arische Hoogleeraren". (1942-1943) Drie krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 70 Vier krantenknipsels met oorlogsberichten (1940-1945) Pagina 71 Een bewijs van vertraging dat is afgegeven op het station van Amsterdam door de spoorwegen. Hiermee kon de reiziger zich op straat begeven ondanks de avondklok. (1940-1945) Een in een krant afgedrukte prent van Cor van Deutekom waarin wordt verbeeld hoe Duitsland zich tactisch terugtrekt om daarna de genadeslag aan de geallieerden toe te brengen. (Februari 1944) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 72 Een gedrukte krant "'t Werkende Volk. Strijdblad voor de Nationaal Socialistische Beweging der Nederlanden". (11 November 1942) Pagina 73 Een krantenknipsel van een spotprent met de afbeelding van Churchill die de vertegenwoordigers van de Sovjetrepublieken introduceert aan de Engelse koning. Alle vertegenwoordigers dragen verschillende kleding maar hun gezicht is dat van Stalin. Voor de groep staat een zeer kleine buigende Roosevelt. Bovenaan staat de kop: "De souvereine Sovjet republieken". Onderaan staat: "Ik heb de eer Uwe Majesteit de gezanten der nieuwe onafhankelijke republieken voor te stellen".(1940-1945) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 74 Een gedrukte krant "'t Werkende Volk. Strijdblad voor de Nationaal Socialistische Beweging der Nederlanden". (25 November 1942) Pagina 75 Negen krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 76 Zeven krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Een gedrukt pamflet met als kop: "Frage den Frontsoldaten!" waarin gesteld wordt dat het zinloos is om zich verder tegen de geallieerde opmars verzetten. (1940-1945) Pagina 77 Een krantenknipsel over de Waffen-SS met een aanmeldstrook. (17 mei 1944) De omslag van een muziekblad voor Duitse militairen. (1944) Een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje in Amsterdam vijf dagen na de invasie in Normandië. De Invasie wordt niet als geldig excuus aanvaard om weg te blijven. (11 juni 1944) Een verklaring van de Crisis en Distributiedienst in Den Haag waarin aan het verzoek om overhemden niet kan worden voldaan. (19 april 1944) Een gelinieerde bladzijde waarop met potlood een beroep op de bevolking van de provincie Zeeland wordt gedaan om zich tegen de op handen zijn de geallieerde invasie te weer te stellen. Het schrijven is ondertekend door Münker, gevolmachtigde voor de Rijkscommissaris van de provincie Zeeland. (19 april 1944) Pagina 78 Een Duitse propaganda drukwerk zonder kaft met onder meer verhalen over en foto's van het Duitse platteland. (1940-1945) Een gedrukt "Bulletin" met daarin de spottend bedoelde aanbeveling van "Tuinknollen" als bijvoeding zonder bon. (1940-1945) Een gedrukt pamflet met "Recepten voor Tuinknollen'. (1940-1945) Een zwart wit foto van pannen op allesbranders buiten het huis op een geïmproviseerde stookplaats. (1940-1945) Vijf krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 79 Twee brochures met toespraken van Hitler in het Sportpallast te Berlijn. (Januari-oktober 1941) Een gedrukte brochure met titel: "Productieslag in Europa" waarin propaganda wordt gemaakt voor het nationaalsocialistische idee dat ieder land zichzelf moet kunnen voeden zonder afhankelijk te zijn van import uit het buitenland. (1941) Pagina 80 Een correspondentieformulier van het Nederlandse Rode Kruis. (28 september 1940) Een verklaring van de Postcheque en Girodienst dat Joden geen postrekening meer mogen hebben. (28 september 1943) Een in het Duits geschreven brief. (30 mei 1944) Een krantenknipsel over het ‘’Nederlandsche vliegerkruis’’. (7 mei 1944) Een zwart-wit foto van de Koninklijke familie. (1940-1945) Pagina 81 Een met zwart wit foto's geïllustreerde brochure met titel: "Wilt U de waarheid weten?". (1940-1945) Een brochure getiteld: "De toekomst van Nederland’’. Met redevoeringen van Mussert. (31 Juli 1942) Pagina 82 Op de achterkant van een getypt blad papier is met pan een satirisch stuk geschreven onder de titel "Het Italiaanse Weermachtsbericht" over de moeizame verovering van een fiets in de slag om Tobroek. (1940-1945) Een gedrukt pamflet met de aankondiging van een optreden in het Concertgebouw te Den Haag. De aankondiging is gedrukt op een wikkel van het Amerikaanse sigarettenmerk "Union Club". (Mei 1944) Twee zwart-wit foto’s van de Koninklijke familie. (1940-1945) Pagina 83 Een 15 bladzijden tellende brochure in kleurendruk "Europa kan zichzelf voeden" met nationaalsocialistische propaganda over Europese zelfvoorziening. (1941) Twee 23 bladzijden tellende gedrukte brochures (in Duits en in Nederlands) met de rede van minister Posthuma met de titel: "Nederland voedt zichzelf". (18 augustus 1941) Pagina 84 Een persoonsbewijs uitgegeven op naam van Hendrikus. (3 juli 1941) Twee brochures (in Duits en Nederlands) met de rede van staatssecretaris Backe" gehouden te Den Haag met de titel: "De taak van den Nederlandschen Landbouw in de Europeesche Economische ruimte". (18 augustus 1941) Een overlijdensadvertentie van medewerkers van het Octrooibureau. (1940-1945) Een zwart-wit foto van de generale staf van het Nederlandse leger. (1940-1945) Pagina 85 Twee exemplaren van de verzetskranten "Het Parool" en "Trouw". (April-mei 1944) Pagina 86 Een gedrukte verzetskrant "Ons Volk". (Juni 1944) Een extra editie van het illegale blad de Nieuwsbode naar aanleiding van de geallieerde landing in Normandië. (6 juni 1944) Pagina 87 Een exemplaar van de krant "De Courant Het Nieuws van den Dag"'. (6 juni 1944) Pagina 88 De illegale krant "De Nieuwsbode orgaan van de Vrije Pers" over de Geallieerde landingen in Frankrijk. (8 juni 1944) Een exemplaar van het weekblad "De vliegende Hollander" dat door de geallieerde luchtmacht boven Nederland werd uitgestrooid. (8 juni 1944) Pagina 89 Twee exemplaren van de illegale krant "De Nieuwsbode orgaan van de Vrije Pers" over de Geallieerde landingen. (Juni 1944) Pagina 90 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (15 juni 1944) Het maandblad "De wervelwind" dat op initiatief van de Nederlandse regering in Engeland werd gedrukt en door Engelse vliegtuigen boven Nederland werd uitgestrooid. (Juni 1944) Drie krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 91 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (3 augustus 1944) Een krantenknipsel over de overgave van Duitse militairen. (1944-1945) Pagina 92 De legale krant "De Courant. Het Nieuws van den Dag" met nieuws over de geallieerde opmars. (11 september 1944) Pagina 93 Het verzetskrantje "Oranje bulletin. Uitgegeven door samenwerking van De Ondergrondse Pers" no. 11, dinsdag 10 oktober 1944. Het samenwerkingsverband bestaat uit: Het Baken, Je Maintiendrai, Het Parool, Trouw, Vrij Nederland, De Waarheid en Weekoverzicht. (10 oktober 1944) Zes krantenknipsels met oorlogsberichten (Oktober 1944) Pagina 94 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (20 oktober 1944) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (Oktober 1944) Pagina 95 Twee exemplaren van het weekblad "De Vliegende Hollander". (November 1944) Pagina 96 Een met pen geschreven brief over de arbeidsinzet, onderduiken en razzia's. (27 november 1944) Een met pen geschreven brief over Duitse represailles en het gebrek aan voedsel. (16 december 1944) Twee krantenknipsels met oorlogsberichten. (December 1944) Pagina 97 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". Het nummer gaat over de kersttoespraak van koningin Wilhelmina en het Ardennenoffensief. (28 december 1944) Een Duitse krant "Nachrichten Für Die Truppe’’, met berichten van het front. (12 September 1944) Pagina 98 Een rood speldje van kunststof in de vorm van een ster met in het wit daarop een hamer en sikkel. In het album is bij het speldje geschreven: "Gekocht op de zwarte markt". (1940-1945) Een gedrukt pamflet met de kop: "De regeering heeft gesproken. Het uur der beslissing is daar" met een oproep aan de Nederlanders om zich te verzetten tegen de arbeidsdienstplicht. (5 januari 1945) Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (29 januari 1945) Twee krantenknipsels met oorlogsberichten. (1940-1945) Pagina 99 Verzetskrant "Ons Volk, Den Vaderlant Ghetrouwe". (Februari 1945) Een getypt pamflet met een rij fictieve spottende benamingen voor Hitler in acht talen. (1940-1945) Twee krantenknipsels met oorlogsberichten. (Februari 1945) Pagina 100 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (16 februari 1945) Een wikkel voor Zweedse margarine van het merk "Eve". Op de verpakking staat met potlood geschreven: "Zweedse Roode Kruis gave 1 maart 1945". (1 maart 1945) Een tekening in kleurendruk van de Amerikaanse legeraanvoerder Patch. (1940-1945) Pagina 101 Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (2 maart 1945) Een kaart met een afbeelding in kleurendruk van Churchill en Montgomery met op de achtergrond een ruïne met het bord "Adolf Hitler Platz". (1945) Pagina 102 De legale krant "De Courant Het Nieuws van den Dag" over de geallieerde opmars, de arbeidsinzet en de schaarste. (3 maart 1945) Pagina 103 Fotokopie van een editie van het Nieuws van den Dag van zaterdag 6 maart 1945. Een van de artikelen is gewijd aan het bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag op 3 maart 1945. De originele versie is niet aanwezig in het album. (6 maart 1945) Pagina 104 Een krantenknipsel over beschikbaar werk in Groningen en Meppel. (9 maart 1945) De verzetskrant "Het Parool. Vrij Onverveerd" met onder andere nieuws over de aanslag op generaal Rauter, represailles en de geallieerde opmars. (12 maart 1945) Een exemplaar van het weekblad "De Vliegende Hollander". (8 maart 1945) Pagina 105 Een spotprent met de afbeelding van een oude man en een peuter met een speelgoedkanon. Beide in het uniform van het Duitse leger. Tekst: "Volkssturm op naar de eindoverwinning!". (1945) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (Maart-April 1945) Pagina 106 Drie kranten van april 1945. Het betreft het Algemeen Handelsblad, Het Volk en Trouw. (April 1945) Pagina 107 Twee exemplaren van het weekblad "De Vliegende Hollander". Een van de exemplaren betreft een extra nummer dat vrijwel geheel is gewijd aan het bezoek van Koningin Wilhelmina aan het bevrijde gedeelte van het land van 13 tot 23 maart 1945. (1945) Pagina 108 De Duitstalige krant "Deutsche Zeitung in den Niederlanden. De kop van het hoofdartikel luidt: "Der Führer kämpfend gefallen". (2 mei 1945) Pagina 109 Twee exemplaren van het "Algemeen Handelsblad" van mei 1945, over de dood van Hitler en de val van Berlijn. (Mei 1945) Pagina 110 Een met de hand geschreven en daarna gedrukte uitgave van "De Waarheid" met in het kort de vorderingen van de geallieerden. (1945) Een getypte uitgave van "De Vrye Amsterdammer" waarin met oorlogshandelingen en de schaarste de draak wordt gestoken. (1945) Een oproepkaart van de Hauptstrumbahnfuhrer. (1945) Pagina 111 De verzetskrant "Het Vrije Geluid", "uitgave in samenwerking met "De Haagsche Groene"." Het gaat om een extra editie met nieuws over de val van Berlijn en de capitulatie van Duitsers in Italië en Oostenrijk. (3 mei 1945) Een "Extra bulletin van News' Headlines" met een Reuter bericht van de formele overgave van de Duitse troepen. (6 mei 1945) Pagina 112 Een landkaart in kleurendruk met daarop vermeld de verschillende oorlogsfeiten met datum. (1945) Pagina 113 Het bevrijdingsnummer van de verzetskrant "Het Vrije Geluid’’ met het bericht van de capitulatie door de Duitse troepen. (5 mei 1945) Vier krantenknipsels met oorlogsberichten. (1945) Pagina 114 De krant "Het Vrije Volk’’ met berichten over de bevrijding. (8 mei 1945) Pagina 115 Editie van "de Volkskrant. Katholiek Dagblad Voor Nederland" met berichten over de bevrijding. (8mei 1945) Pagina 116 Twaalf zwart-wit foto’s van de intocht van de Canadezen over de Noorder Amstellaan te Amsterdam. (Mei 1945) Een prentbriefkaart met in kleurendruk de afbeelding van een Geallieerde militair op een motor waarop ook drie vrouwen en twee kinderen met Nederlandse vlaggen meerijden. Onderaan: "Our Glorious Invasion in Holland!". (1945) Pagina 117 Een zwart-wit foto met bijschrift: "Vlaggen t.g.v. de bevrijding op de Zuider Amstellaan". (Mei 1945) Een prentbriefkaart met in kleurendruk de afbeelding van de Amerikaanse, Engelse en Nederlandse vlag die hangen uit de ramen van hotel Des Indes te Den Haag. (9 mei 1945) Een exemplaar van het weekblad "De vliegende Hollander". Het betreft het laatste nummer. (10 mei 1945) Een enveloppe met het logo van het Rode Kruis en opdruk: "Het Nederlandsche Roode Kruis Actie "Zuid helpt Noord.” (1945) Twee rode vilten kenmerken van een Canadees militair uniform. (1940-1945) Pagina 118 Twee zwart wit foto’s van vliegtuigen waarvan een met bijschrift: "Airdropping op Schiphol" (1945) De wikkel van een pakje Amerikaanse sigaretten van het merk "Roy" met bovenaan de tekst: "For Dutch Forces Only" en twee labels. (1945) Een bon uitgegeven door het Interkerkelijk Bureau voor Noodvoedselvoorziening I.K.B. 's Gravenhage en Omstreken. De bon is "Geldig voor 3 maaltijden ter gelegenheid van de bevrijding". Op de bon is het wapen van Den Haag gedrukt in de kleur oranje. (1945) Een prentbriefkaart met in kleurendruk een afbeelding van drie geallieerde militairen in een jeep met flessen Bols en Nederlandse vlaggen. Op de achtergrond een vlaggende menigte. Onderaan: "Me And My Jeep In Holland!". (1945) Een artikel met statistische gegevens over de geallieerde luchtmacht. (1945) Een krantenknipsel met foto van ‘’Monty’’. (1945) Pagina 119 Een in het Engels gedrukt programma voor de "First Canadian Army Victory Parade" in Den Haag. (21 mei 1945) Een prentbriefkaart met in kleurendruk een afbeelding van geallieerde militairen die met Nederlandse meisjes dansen. (1945) Drie knipsels met foto’s en beschrijvingen van Amerikaanse vliegtuigen. (1945) Pagina 120 Diverse knipsels met foto’s en beschrijvingen van Amerikaanse vliegtuigen. (1945) Een zwart-wit foto van generaal Arnold. (1945) Pagina 121 Een potloodtekening van een Duitse soldaat met een sigaret in zijn mond. Wanneer de tekening wordt bekeken met onderaan de tekst: "Zoo kwamen zij", dan toont de afbeelding een soldaat met de kin en de sigaret omhoog gericht. Wanneer de tekening wordt omgedraaid met onderaan de tekst: "Zoo gingen zij", dan toont de afbeelding een soldaat met het hoofd gebogen en de sigaret naar beneden gericht. (1945) Een zwart-wit foto van een lange colonne Duitse militairen te voet langs een kanaal met schepen. Bijschrift: "Departure of the "Herrenvolk ". The hard way back." (1945) Een 32 pagina’s tellende brochure met blauwe kaft met daarop de titel: "Tentoonstelling van fotografische opnamen van Duitse concentratiekampen en verwoest Arnhem". In het boekje zijn foto's afgedrukt, die na de bevrijding door de Amerikanen zijn gemaakt in concentratiekampen. De in de titel aangekondigde foto's van verwoest Arnhem zijn niet in dit boekje gepubliceerd. (1945) Pagina 122 Een Engelstalig krantenknipsel met zwart-wit foto’s over de berechting van Göring.(1945) Drie krantenknipsels met oorlogsberichten. (1945) Pagina 123 Een gedrukt pamflet met de tekst van "Mussert's Mei Rede". (1 mei 1941) Een krantenknipsel over de terechtstelling van Mussert. (1945) Pagina 124 Een krantenknipsel over het Paroolproces. (1945) Een gedrukt pamflet van het Nederlandsch Comité voor Gebiedsuitbreiding met als kop: "Een lekkere warme winterjas..." en onderaan: "Eisch Duitschen grond!". (1945) Pagina 125 Editie van de krant Nachrichten fur die Truppe. (niet ingeplakt) (22 mei 1944) Pagina 126 Editie van Elseviers Weekblad nummer 6. (niet ingeplakt) (9 februari 1946) Pagina 127 Editie van het Algemeen Handelsblad met berichten over de strijd op Java (niet ingeplakt) (2 maart 1942) Pagina 128 Editie van het Algemeen Handelsblad (niet ingeplakt) (9 maart 1942) Pagina 129 Editie van het Algemeen Handelsblad (niet ingeplakt) (8 december 1941) Pagina 130 Een 48 pagina’s tellende brochure met gele kaft met de titel: "Terug uit de Hel van Buchenwald door K.R. Staal gevangene no 22046 concentratiekamp Buchenwald. Mei 1945. Prijs 0,60". Uitgave: "Nieuwe Wieken", Lutmanstraat 167, Amsterdam Z. (niet ingeplakt) (mei 1945) Pagina 131 blanco Pagina 132 Twee krantenknipsels met oorlogsberichten uit Nederlands-Indië. (Maart 1942) Pagina 133 Twee krantenknipsels met oorlogsberichten uit Nederlands-Indië. (1942) Pagina 134 Een knipsel van een geschilderd portret in kleur van admiraal Furstner. (1940-1945) Een pamflet voor steun aan het Marine rampenfonds. (1940-1945) Pagina 135 Diverse krantenknipsels met oorlogsberichten uit Nederlands-Indië. (1942-1945) Pagina 136 Een embleem van Het koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (K.N.I.L.). Het embleem bestaat uit een groen vilten ondergrond, waarop met goudkleurig en zwart garen een klimmende Nederlandse Leeuw is geborduurd en daaronder in een kader: "Nederlandsch Indië". (1945) Een zwart-wit foto met een bovenaanzicht op een groep militairen die salueren voor de Nederlandse vlag. Bijschrift: "Hijschen van de Ned. vlag op het voorerf van het Parkhotel." (1945) Een knipsel uit een tijdschrift met als titel: ‘’Onderweg naar Indië’’. (Juli 1945) Drie krantenknipsels met oorlogsberichten uit Nederlands-Indië. (1945) Pagina 137 Een zwart-wit foto met een gedeeltelijk bovenaanzicht van illegale verkoop langs de weg. Bijschrift: ""Atoompassar" op Noordwijk". (1945) Drie bankbiljetten (5 cent, ½ gulden en 10 cent). De waarde is in Arabische cijfers en in het Nederlands is gedrukt.: "De Japansche Regeering". (1942) Een krantenknipsel over het noodgeld en over noodwinkels in Batavia. (April 1946) Pagina 138 Een gedrukte huwelijksaankondiging van S.A.F. Lolong met J.A. Voerman. (15 mei 1945) Een metalen speldje in de vorm van de rood-witte vlag van de onafhankelijke Republiek Indonesië. (1945) Twee zwart-wit foto’s van het Vrouwenkorps KNIL. (31 januari 1946) Twee krantenknipsels over het Vrouwenkorps. (1946) Een krantenknipsel over censuur in Nederland. (1946) Pagina 139-140 blanco Pagina 141 Een gedrukt tijdschrift "Het Indisch Nieuws. Geïllustreerd weekblad" nummer 6. Op het voorblad een afbeelding van twee handen die een Europese en een Indonesische man omsluiten met linksboven het logo van het Rode Kruis. Geheel boven: "Nederland helpt Indië". (27 oktober 1945) Pagina 142 Vijf zwart-wit foto’s van toeschouwers tijdens de militaire parade ter gelegenheid van de verjaardag van prinses Beatrix in Batavia/Jakarta. (31 januari 1946) Twee krantenknipsels over de parade. (1945) Een papieren wikkel van een pakje van 20 Rokok Semanaat sigaretten, met een getekende afbeelding van Japanse soldaten. (1945) Pagina 143 Twee krantenknipsels over de gezinshereniging. (April-mei 1946)

Datum
1940
Organisatie
Museon, Den Haag
Je Maintiendrai
Jeep
Het Vrije Volk
Object
Schilder- en tekenkundig genootschap Kunstliefde te Utrecht
Archief

Bestuur In 1807 werd de zakelijke leiding van het genootschap in handen gelegd van twee commissarissen en een secretaris. Zij hadden tot taak de inkomende penningen te ontvangen, daaruit de nodige betalingen te doen en verder alle huishoudelijke beschikkingen te maken. Het is niet duidelijk wie van de commissarissen in de eerste jaren de functie van voorzitter bekleedde. De oudste vermelding van deze functie dateert uit 1816. Er is dan sprake van drie commissarissen, van wie steeds de oudste in functie een jaar de voorzittershamer hanteerde en daarna aftrad. De artistieke leiding werd in 1807 toevertrouwd aan twee directeuren, zelf kunstenaars, die met de organisatie van de tekenoefeningen en eventueel andere artistieke activiteiten van het genootschap waren belast. De eerste twee directeuren waren J.B. Kobell en P.C. Wonder. In 1809 trad Kobell af; hij werd opgevolgd door A.J. van Mansvelt, Vanaf 1810 bekleedde Wonder alleen het directeurschap (tot 1822). Een tweede directeur is daarna nooit meer benoemd. De laatste directeur, J. Gabriëlse, trad in 1916 af. Volgens het reglement van 1858 werden de commissarissen, de secretaris-penningmeester en de directeur voor drie jaar gekozen. De secretaris-penningmeester en de directeur waren echter direct herkiesbaar. Hierdoor kon het voorkomen, dat deze twee functionarissen vele jaren achtereen aanbleven. Zo waren W.A. Haanebrink en mr. P. verLoren van Themaat resp. 25 en 27 jaar secretaris-penningmeester, en B. van Straaten en A.W. Nieuwenhuysen resp. 27 en 31 jaar directeur. In 1886 werd de functie van secretaris-penningmeester gesplitst. Afgezien van de periode 1916-1930 Inleiding, blz. 15. zijn de functies van secretaris en penningmeester daarna nooit meer in één persoon verenigd geweest. Het bestuur werd herhaaldelijk uitgebreid. Na 1900 bestond het uit 7 leden. In de statuten van ca. 1960 werd het aantal bestuursleden op 9 gesteld: een voorzitter, een secretaris, een penningmeester (te zamen het dagelijks bestuur uitmakend), een vice-voorzitter, een 2de secretaris en 4 assessoren. In de statuten van ca. 1976 wordt gesproken van "minstens 7 en ten hoogste 9 leden" Inv.nr. 38. . Afgezien van de voorzitter en de penningmeester, die ook kunstlievend lid mochten zijn, werden de bestuursleden uit de werkende leden gekozen. Tussen 1930 en 1960 hadden zij slechts één jaar zitting, daarna 4 jaar. Zij waren allen onmiddellijk herkiesbaar. Het bestuur delegeerde bijzondere taken aan commissies. De verkiezing van alle bestuurs- en commissieleden geschiedde door de algemene ledenvergadering bij volstrekte meerderheid van stemmen. In 1968 werd een administrateur benoemd, waardoor de functie van tweede secretaris kwam te vervallen.

Datum
1 januari 1807 - 1 januari 1977
Organisatie
Het Utrechts Archief
Leger des Heils
Bosch
Weerbaarheidsafdeeling
Dieren, monument voor Theo Dobbe

Het monument voor Theo Dobbe in Dieren (gemeente Rheden) is opgericht ter nagedachtenis aan de verzetsman die hier op 5 september 1944 door de bezetter werd geëxecuteerd. Theodorus Dobbe werd geboren op 19 maart 1901 in Amsterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een leidende Nederlandse verzetsman. In 1943 werd hij hoofd van de zogenaamde 'opruimingsdienst' van de Landelijke Knokploegen (LKP). Deze verzetsorganisatie was opgericht door de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). De LKP was onder meer verantwoordelijk voor het verkrijgen van persoonsbewijzen en bonkaarten en heeft naar schatting enkele honderden tegenstanders doodde. Theo Dobbe, voor de oorlog hoofdvertegenwoordiger van een linoleumfabriek en gelovig katholiek, ontpopte zich tot een van de meest rusteloze en veelzijdige mensen in het verzet. In de zomer van 1940 pleegde hij zijn eerste verzetsdaad, door met enkele makkers, onder wie de Bussumse drogist Reeskamp, zijn zoon Gerard A. Reeskamp, Henry Vroom en Jan van Straelen uit de vesting Naarden wapens, munitie en explosieven te smokkelen. Uit de actiegroep Reeskamp is de Groep-Dobbe voortgekomen. Deze verzetsgroep - in wisselende samenstelling - pleegde spionage, sabotage, hielp Joodse onderduikers en werkte mee aan de verspreiding van het illegale blad Vrij Nederland. Op 14 mei 1941 werd Amsterdam-Zuid opgeschrikt door een explosie. De groep-Dobbe had aan de Bernard Zweerskade een villa opgeblazen waarin Duitse officieren waren gehuisvest. Vermoedelijk vielen er geen slachtoffers, maar de schade was groot. Enkele dagen later, op 3 juni, werd een tweede aanslag gepleegd, ditmaal op de telefooncentrale van de Duitse Luftwaffe op vliegveld Schiphol. Hierbij viel een zwaargewonde. Of Dobbe hierbij was betrokken is niet bekend. De represaille van de Duitsers voor beide aanslagen was meedogenloos. Bij een razzia werden driehonderd Joden opgepakt en rechtstreeks naar het Oostenrijkse vernietigingskamp Mauthausen gedepoteerd, waar zij spoedig omkwamen. Dergelijke represailles waren bijna een vaste reactie van de bezetters op verzetsdaden. Het weerhield de meesten er echter niet van hun strijd voort te zetten. Zo ook Dobbe en de zijn makkers. Dobbe werd uiteindelijk door toedoen van Anton van der Waals in de val gelokt. Hij werd opgesloten in het Oranjehotel in Scheveningen en later overgebracht naar een gevangenis in Utrecht, waaruit hij wist te ontsnappen. Hij moest onderduiken en vond in Friesland onderdak in een verlaten jachthuis bij Oranjewoud in de buurt van Heerenveen. Anderen voegden zich daar spoedig bij hem, zoals Gerrit Kleinveld. De groep ontwikkelde er een nieuw plan: een overval op het distributiekantoor in Joure, waar bonkaarten voor de regio werden uitgegeven. Gebruik makend van de wetenschap dat zich op het kantoor onregelmatigheden hadden voorgedaan, staken Dobbe en twee medewerkers op 14 oktober 1942 zich in marechaussee-uniform en eisten de gehele bonnenvoorraad plus de bijbehorende administratie op. De 'kraak' lukte en de bonnen werden uitgezet in Amsterdam. Uiteindelijk werd een premie van 10.000 gulden uitgeloofd, voor degene die de tip kon geven die zou leiden tot de daders. Bij de voorbereiding waren veel mensen betrokken geweest, waardoor de Sicherheitspolizei op het spoor gezet werd en de meesten werden opgepakt. Merkwaardig genoeg werden zij vrijwel ongemoeid gelaten, aangezien het de politie uitsluitend om Dobbe was te doen. Dobbe dook ditmaal onder bij de familie Burgers aan de Waschweg in Velp en werd niet gevonden. Na een aantal maanden begaf hij zich opnieuw in het illegale werk. Begin 1944 werd hij benaderd door de leiding van de LKP om een deel van de organisatie op zich te nemen. Hij vertrok naar Zuid-Nederland ging. Met zijn eigen knokploeg hield hij zich met name bezig met de liquidatie van verraders. Zijn laatste actie op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) kostte hem echter het leven. Hij probeerde de collaborateur J. de Droog te liquideren in opdracht van zijn omgekomen vriend Jan van Straelen en werd opgepakt. Hij werd gevangen gezet op het landgoed Avegoor, waar hij aan een zwaar verhoor werd onderworpen. Daarna werd hij naar het Hof te Dieren gebracht. Vlak voor de fusillade overhandigde Dobbe een afscheidsbriefje dat hij mocht schrijven aan zijn bewaker. Tegelijkertijd gaf hij een SS'er een geweldige oplawaai en trachtte hij de revolver van zijn bewaker te grijpen. Maar tijd om te schieten had hij niet meer: de twee andere bewakers van de Sicherheitsdienst openden het vuur. Dobbe werd dodelijk getroffen en op de fusilladeplaats begraven.Daarmee was de hele groep uit Bussum uitgeschakeld. Theo Dobbe is bij Koninklijk Besluit van 11 september 1951 postuum bijgeschreven in het register van de Militaire Willems-Orde en aan hem werd het Ridderkruis 4e klasse toegekend voor zijn daden tijdens de Tweede Wereldoorlog wegens: 'Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw door in het tijdvak Mei 1940 tot zijn heldhaftige dood in September 1944 de vijandelijke bezetter met grote voortvarendheid en vindingrijkheid en op elk terrein van het ondergronds verzet hardnekkig te bestrijden, welke daden in belangrijke mate rechtstreeks de Geallieerde Oorlogvoering ten dienste hebben gestrekt. In het bijzonder, door veelal met onmiddellijk levensgevaar: Reeds kort na de capitulatie van Nederland in Mei 1940 met vijf anderen, wapens en munitie in Naarden te bemachtigen; op 14 Mei 1941 te Amsterdam een vijandelijke opslagplaats van telex-apparaten en seintoestellen tot springen te brengen, waarbij een aantal vijandelijke officieren zou zijn omgekomen; na zijn arrestatie op 24 November 1941 te Amsterdam en zijn overbrengen naar de Willem II kazerne te Utrecht daaruit op zeer gedurfde wijze weten te ontsnappen en niettegenstaande hij in December d.a.v. bij verstek ter dood werd veroordeeld, onvervaard het verzet voort te zetten; in Augustus en September 1942 op de Veluwe heidevelden of met plaggen beladen voertuigen in brand te steken, teneinde de vijand te beletten zijn vliegvelden te camoufleren; nadat door hem medio 1943 te Nijmegen een Knok-Ploeg was opgericht, met andere illegale groepen op allerlei wijzen vijandelijke transporten hardnekkig te saboteren, daarbij van Juni 1944 af ten gunste van de Geallieerde Oorlogsvoering de berichtgeving door postduiven van de Mookerheide uit te verzorgen; alsmede Geallieerde piloten over de grens te helpen ontsnappen; door tenslotte kort vóór zijn terechtstelling bij een poging zich te bevrijden aan een zijner bewakers diens vuurwapen te ontrukken, waarop onmiddellijk het escorte het vuur op hem opende en hij dodelijk werd getroffen'. Oprichting Na de bevrijding werd Theo Dobbe eerst herbegraven op het kerkhof van Dieren en vervolgens op de R.K. begraafplaats Buitenveldert in Amsterdam. De Belangenvereniging heeft op de plaats van executie een monument laten plaatsen zodat de verzetsman Dobbe niet in vergetelheid raakt. Bovendien is de Waschweg in Velp omgedoopt tot de Theodorus Dobbeweg.

Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Oranjehotel
SS
Mauthausen
Monument
Dokkum, oorlogsmonument

Het oorlogsmonument in Dokkum (gemeente Noardeast-Fryslân ) is opgericht ter nagedachtenis aan 51 burgers, waaronder veertien verzetsmensen, die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Twintig gevangenen uit Leeuwarden en Groningen werden op 22 januari 1945 aan de Woudweg te Dokkum door de bezetter gefusilleerd. De namen van de twintig slachtoffers luiden: D. Adler , H.E. Blaauw, H. Boersema, J.W. Bukers, J. van Dijken, J. Duursma, A. Frensdorf , H.I. van Gelder , A. Heudenrijk, L. Hulshoff, H.F.W. Krohne, H. Krolis, H. Lommert, E. Meinsma, W. Moorman, G. Postma, J. Ruinen, A.E. Sachs , F. Walters en H. Woldring. Veertien verzetsmensen sneuvelden in de strijd tegen de bezetter. De namen van de veertien slachtoffers luiden: I. de Beer, J.W.B. Cohen , K. van Dijk, J. van Dijken, J. Drost, J.J. Erich, J. Glas, L. Hulshoff, J. Lemstra, J. Lolkama., S. Lolkema, , J.J.C. Terwisscha van Scheltinga, P. Woudsma en W. Woudsma. Zeventien medeburgers zijn omgekomen tijdens een razzia op 3 mei 1943. Op 13 januari 1945 ontdekte de bezetter wapens op een boerderij in de buurt van het afwerpterrein onder Aalsum bij Dokkum. In de omgeving volgde een reeks arrestaties. Op 19 januari zouden drie arrestanten worden overgebracht naar Leeuwarden. Een van hen was de apotheker dr. Pieter Engelbertus Gunster. In zijn apotheek was het hoofdkantoor van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten gevestigd. Hier werden geregeld vergaderingen gehouden. Om Gunster te bevrijden hebben verzetsstrijders de arrestantenwagen bij het dorp Valom gedwongen te stoppen. Een lid van het Sonderkommando Albrecht uit Leeuwarden werd bij deze overval gedood, evenals de Belgische chauffeur. De Duitse Grundmann wist te ontkomen. De gearresteerde Gunster, die een schotwond in zijn knie had, kon worden bevrijd. De wraak van Kommando Albrecht was meedogenloos. Aan de Woudweg werden twintig gevangenen, zonder enige vorm van proces, neergeschoten. Deze massa-executie was de grootste die in de provincie Friesland heeft plaatsgevonden. David Adler werd geboren in Hongarije, op 18 april 1885. Hij was ongehuwd en stateloos. Op 9 december 1944 is hij opgepakt door de bezetter en ingesloten in het Huis van Bewaring in Leeuwarden. Van daaruit is hij naar Dokkum afgevoerd waar ook hij door de bezetter is gefusileerd. Ids de Beer werd geboren op 7 juli 1916 in Nes. De 28-jarige handelsreiziger was medewerker van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers (L.O.) in Dokkum en werkte onder de schuilnaam 'Viervoeter'. Na de massaexecutie aan de Woudweg zochten alle verzetsmensen uit Dokkum een veilig heenkomen. Ten gevolge van een aantal andere arrestaties werd ook De Beer gezocht. De bezetter kwam hem op het spoor in Leeuwarden, waar hij op 2 februari 1945 tijdens een vluchtpoging werd neergeschoten. Kort daarna stierf hij aan zijn verwondingen. De Beer werd begraven op de N.H. begraafplaats in Nes. J.W.B. Cohen werd geboren op 30 juni 1904 in Amsterdam. Hij was een hervormd predikant in Dokkum, waar hij in mei 1941 werd gearresteerd omdat hij in een preek tegen de bezetter had geageerd. Cohen werd weliswaar weer vrijgelaten, maar twee maanden later opnieuw gevangen genomen in verband met de inhoud van zijn preek, gebaseerd op Handelingen 5 vers 29: 'Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: 'Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen.' De predikant werd overgebracht naar het Beierse concentratiekamp Dachau en als man van joodse origine in een van de beruchtste afdelingen geplaatst. Ds. Cohen stierf daar op 23 mei 1942. Hij werd begraven op het Nederlandse ereveld van het Waldfriedhof te Frankfurt am Main. Klaas van Dijk werd geboren op 11 augustus 1893 in Dokkum. In het verzet stond hij bekend onder de schuilnaam 'Omke Klaas'. Hij was de eerste Dokummer die bonkaarten voor joodse onderduikers kon distribueren. De schoenwinkel van Van Dijk was een regionaal contactcentrum voor de verzetsbeweging. Daar werd ook de verspreiding van illegale bladen geregeld. Verder behoorde 'Omke Klaas' tot de Dokkumer Knokploeg en hield hij zich bezig met spionagewerk. Op 8 december 1944 was hij op de boerderij van Ernst Meinsma in Nes, toen de Grenzschutz van Oostmahorn een inval deed. Er werd een radio gevonden en Meinsma werd gearresteerd. Toen de boer toestemming kreeg zich te verkleden, verstopte hij zich samen met zijn zoon en Van Dijk. Na lang wachten kwam Van Dijk uit de schuilplaats tevoorschijn, maar de bezetter was nog aanwezig. Toen Van Dijk werd opgemerkt, werd hij doodgeschoten. Hij ligt begraven op de N.H. begraafplaats in Aalsum. Jan van Dijken werd geboren op 25 juni 1903 in Appingedam. De 41-jarige directeur van het Dokkumer postkantoor werd op 22 januari 1945 aan de Woudweg gefusilleerd. Van Dijken stond in Dokkum niet bekend als verzetsman, maar is waarschijnlijk door de bezetter verantwoordelijk gesteld voor de clandestiene telefoonaansluiting in de apotheek van de verzetsman dr. Gunster aan de Zijl. Van Dijken werd begraven op de Algemene begraafplaats in Dokkum. Jan Drost werd geboren op 9 februari 1917 in Leeuwarden. Hij sneuvelde als wachtmeester bij de artillerie te Goes op 15 mei 1940. Drost werd begraven op het erehof van de Algemene begraafplaats in Dokkum. Arnold Frensdorf werd geboren op 23 januari 1882 in Frankfurt am Main. Hij woonde samen met zijn vrouw Gertrud Stein in Amsterdam. Ze werden op 20 januari 1945 opgepakt en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Groningen. Arnold Frensdorf is de volgende dag door de bezetter naar Dokkum afgevoerd, waar hij aan de Woudweg is gefusileerd. Herman van Gelder, geboren op 24 april 1911 in Groningen, was slager van beroep. Hij was woonachtig in Groningen, samen met zijn vrouw Cornelia Bandina Schipper en hun dochters Sara, Suzanna Elisabeth en Rachèl. Herman van Gelder hoorde bij de groep gevangenen die op 20 januari 1945 in Dokkum zijn gefusileerd. Zijn (niet-joodse) vrouw en kinderen hebben de oorlog overleefd. Johannes Joseph Erich werd geboren op 10 september 1914 in Dokkum. In het verzet werkte hij onder de schuilnaam 'Schipper'. De PTT-medewerker werd op 26 mei 1944 doodgeschoten in het inspectiekantoor van de belastingen in Drachten. Erich werd begraven op het Ereveld Loenen. Johannes Glas werd geboren op 7 april 1919 in Drachten en was bakker in Dokkum. In verband met de arbeidsinzet was hij ondergedoken in Marum (Groningen). Op 3 mei 1943 vielen commando's van de bezetter het dorp binnen. Zeventien mensen werden vermoord, onder wie Glas. Hij werd begraven op de begraafplaats bij de N.H. Kerk in Marum-West. Louwrens Hulshoff werd geboren op 13 juli 1920 in Dokkum. De bankbediende was lid van de Knokploeg in Dokkum en opereerde onder de schuilnaam 'Keimpe'. Hij hield zich vooral bezig met het verbergen en distribueren van gedropte wapens. Op 17 januari 1945 werd hij bij zijn vader thuis opgepakt als gevolg van andere arrestaties, waarbij een gemartelde gevangene zijn naam had genoemd. Vrienden van Hulshoff probeerden hem tevergeefs te bevrijden. Hulshoff werd op 22 januari 1945 aan de Woudweg gefusilleerd. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Aalsum. Jacob Lemstra werd geboren op 21 mei 1924 in Dokkum. De 20-jarige timmerman was tijdens de oorlog ondergedoken bij boer Feddema in Raard. Toen Lemstra op weg was naar de arbeider van Feddema op het veld, werd hij opgemerkt door een passerende patrouille van de bezetter. Vervolgens raakte Lemstra tijdens een vluchtpoging gewond. De familie Feddema heeft hem drie weken verpleegd, waarna hij naar zijn ouders in Dokkum terugkeerde. De gewaarschuwde huisarts constateerde echter inwendige bloedingen, waarop hij direct naar het Diaconessenhuis in Leeuwarden werd vervoerd. Hier stierf hij op 26 december 1944. Lemstra werd begraven op de Algemene begraafplaats in Dokkum. Johannes Lolkama werd geboren op 3 juli 1921 in Dokkum. Hij voer als lichtmatroos op het motorschip 'Omlandia', dat in de ochtend van 8 augustus 1940 door twaalf vijandelijke vliegtuigen ter hoogte van het eiland Wight werd beschoten. Lolkama was het enige bemanningslid dat bij deze aanval verwondingen opliep. Hij werd overgebracht naar Poole in Engeland, waar hij de volgende dag stierf. Lolkama werd begraven op het Nederlandse Ereveld Mill Hill Cemetery Hendon. Sijtse Lolkema werd geboren op 8 september 1888 in Oostrum. Hij was aannemer en verzorgde onderduikers in Dokkum en omgeving tot september 1943. Toen Dokkum te gevaarlijk voor hem werd, besloot hij naar Groningen te gaan, waar hij zich opnieuw in het onderduikwerk stortte. Om voor deze mensen bonkaarten te krijgen, ging Lolkema op 13 maart 1944 naar de gemeentesecretaris in Bedum. Deze verwees hem door naar de distributieleider, over wiens betrouwbaarheid Lolkema inlichtingen inwon bij een plaatselijke caféhouder. Deze praatte zijn mond voorbij tegen vrienden van de Gestapo. Op 15 maart werd Lolkema in de bus naar Groningen gearresteerd. Hij werd tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld en naar Duitsland overgebracht. Lolkema stierf op 21 januari 1945 in het kamp te Siegburg. Hij werd herbegraven op de Algemene begraafplaats in Dokkum. Abraham Emanuël Sachs werd geboren op 4 februari 1899 in Winschoten. Daar was hij winkelier. Vanwege het feit dat hij 'gemengd gehuwd' was met Annigje de Jong, werd hij na een kort verblijf in Kamp Westerbork weer vrij gelaten. Enige tijd later werd Sachs toch opnieuw gearresteerd, onder valse voorwendselen. Via het Scholtenhuis kwam hij terecht in het Groningse Huis van Bewaring. Abraham Sachs is op 22 januari 1945 in Dokkum door de bezetter gefusilleerd. Jacques Johan Cornelis Terwisscha van Scheltinga werd geboren op 8 juli 1922 in Schiedam. Hij was verkoper in een kledingmagazijn in Dokkum en moest in verband met de arbeidsinzet naar Duitsland. Op het Leeuwarder station wist hij echter te ontvluchten. Hij dook onder bij zijn oom in Weert, waar hij in contact kwam met de verzetsman Brummans. Zijn eerste illegale werk verrichtte hij op 8 juli 1943, toen hij een geallieerde piloot naar België bracht. Na verscheidene malen te zijn opgepakt en weer ontvlucht te zijn, werd hij op 7 november 1943 weer gearresteerd door verraad bij de bevriende familie Breukers in Weert. Ontsnapping bleek ditmaal niet meer mogelijk. Via Haaren in Noord-Brabant kwam hij terecht in de gevangenis aan de Gansstraat in Utrecht. Jacques werd veroordeeld tot 20 jaar tuchthuisstraf. Via Recklinghausen en Hameln werd hij tewerkgesteld in de zoutmijnen van Celle. Hij stierf op 11 april 1945 en werd begraven op het Waldfriedhof te Celle. Petrus (Pé) Woudsma werd geboren op 12 november 1919 in Dantumawoude (thans Damwoude). Hij was ambtenaar op het bureau van de brandstoffencommissaris in Dokkum. Woudsma was lid van de Knokploeg en samen met zijn broer Wytze deed hij koerierswerk voor de L.O. Woudsma werd op 27 maart 1945 gearresteerd tijdens een razzia in Brantgum en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Leeuwarden. Op 3 april werd hij in de gevangenwagen naar het Paleis van Justitie gebracht, waar hij kort verbleef. Nadat hij weer was ingestapt, stopte de wagen bij de Noorderplantage. Hij werd uit de auto gehaald en bij de stadsgracht neergeschoten. Woudsma werd begraven op het erehof van de Algemene begraafplaats in Dokkum. Wytze Woudsma werd geboren op 12 februari 1921 in Dantumawoude. Hij was kantoorbediende en werkte in de illegaliteit onder de schuilnaam 'Rienk Prins'. Op 19-jarige leeftijd werkte hij als dwangarbeider in een munitiefabriek in Duitsland. Hij werd ziek en keerde met tuberculose terug naar Dokkum. Toen hij was opgeknapt, sloot hij zich aan bij het verzet en hielp hij joden. Woudsma was ook lid van de Knokploeg en deed spionagewerk. Toen het gevaar in de zomer van 1944 voor Woudsma te groot werd, ging hij naar een Leidse inrichting waar hij zijn spionagewerk voortzette. Op 22 juni 1944 werd hij gearresteerd en via 'Het Oranjehotel' in Scheveningen overgebracht naar kamp Vught. Op 4 september 1944 werd Woudsma geëxecuteerd. Onthulling Het monument is onthuld in 1949.

Vervaardiger
Nel Bakema (1902-1992)
Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Sonderkommando's
PTT
Scholtenhuis
Monument
(1314-01) Voetbalvereniging De Ooievaars
Archief

Periode 1945-1973 (1974): Na afloop van de oorlog kwam het oude bestuur op 1 juli 1945 voor het eerst weer bij elkaar. Op 25 oktober 1945 werd een nieuw bestuur gevormd. De opheffing van de jeugdherberg op 1 april 1942 werd bij besluit van de Raad van Rechtsherstel in 1946 ongedaan verklaard. De raad van toezicht en advies werd op 31 oktober 1946 opnieuw geïnstalleerd, waarbij tot vertegenwoordiger van de gemeente `s Gravenhage F. Bekink, tot voorzitter prof. van Poelje en tot derde lid F. Robertson werden benoemd Zie inv.nr. 84 . Alle drie personen hebben tot in de jaren zestig zitting gehad. De jeugdherberg "De Zeemeeuw" werd in ontredderde toestand aangetroffen en had inmiddels een andere bestemming gekregen, zodat naar een ander gebouw moest worden omgezien. Nadat een korte tijd het buiten "Overvoorde" als nieuw onderdak was overwogen, stelde de gemeente met ingang van 1 januari 1947 tegen een huur van f 3.000 per jaar het herenhuis "Ockenburgh" in Loosduinen ter beschikking Al bij de beraadslagingen op 15 december 1931 (handelingen, blz. 1315-1316) stelde het raadslid Tj. Mobach voor om Ockenburgh tot kampeerterrein te bestemmen . Al op 6 juli 1946 had de stichting de hoenderenloods tot tijdelijke jeugdherberg ingericht (het zogenaamde "kippenhok"). Het huis zelf was geheel onbewoonbaar. Het had in de oorlogsjaren als basis voor de V 1 en V 2 raketten dienst gedaan. De herberg werd bij toerbeurt door bestuursleden geleid, totdat op 1 mei 1947 de nieuwe ouders H.A. Bruijn en W.J. Bruijn Jansson hun intrede deden. Op 24 mei 1947 kon reeds een deel van het herenhuis geopend worden, waarna op 23 januari 1948 de eerste steenlegging voor een aanbouw volgde en op 15 juni 1949 de geheel gerestaureerde jeugdherberg "Ockenburgh" geopend kon worden Zie inv.nr. 93 . Met veel elan werden acties ondernomen om voor de opbouw gelden bijeen te krijgen. Particulieren en instellingen werden benaderd, er werd een prijsvraag uitgeschreven en er werd een prikkaarten en bouwsteenactie onder de schooljeugd ondernomen. De Haagsche Vereeniging voor Jeugd herbergen en de Nederlandse Jeugdherberg Centrale verleenden financiële steun en de gemeente 's-Gravenhage gaf in totaal f 13.000 aan subsidie. Het aantal overnachtingen steeg van ca. 730 in 1946 en 11.300 in 1948 tot 28.000 30.000 in 1955 1962. De jeugdherberg voldeed niet meer aan de behoefte en een aan de tijd aangepaste inrichting werd noodzakelijk. In 1962 werd voor het eerst een plan geopperd om er een vleugel aan toe te voegen. Er kwam daarna een bouwproject tot stand, dat in 1966 1974 in drie fasen werd voltooid. De herberg werd van binnen gemoderniseerd en de vleugel werd aangebouwd door het architectenbureau F. van Klingeren in Amsterdam. De gelden van het Noordwijkse jeugdhuis, aangegroeid tot f 25.000 die door de gemeente waren belegd, werden hiervoor beschikbaar gesteld. Voor de nieuwbouw verleende de gemeente 's Gravenhage een krediet van f 4.000.000. De opening van de nieuwbouw vond in 1974 plaats Zie inv.nr. 123 . In verband met de nieuwe wet op de stichtingen werden de statuten in 1959 en het huishoudelijk reglement in 1960 gewijzigd. De statuten werden daarbij tevens aangepast aan veranderingen, die in de praktijk waren gegroeid. Na de oorlog waren namelijk verschillende verenigingen, die in het bestuur een vertegenwoordiging hadden, opgeheven of van naam veranderd. Buitendien waren de contacten naar buiten veel meer verschoven van particuliere instellingen naar de gemeente. Relaties waren tot stand gekomen met de Haagse Jeugdactie, de Stichting Haagse Jeugdverblijven en de gemeentelijke commissie Loosduinen, waarvan reeds vanaf 1952 een vertegenwoordiger in het bestuur zitting had. Het contact met de Haagsche Vereeniging voor Jeugdherbergen, die de laatste jaren een slapend bestaan leidde, werd beëindigd. In overeenstemming hiermee bepaalden de nieuwe statuten, dat de aanwijzing van bestuursleden voortaan door de commissie Loosduinen (twee leden), de Nederlandse Jeugdherberg Centrale, de Haagse afdeling van de Nederlandse Reisvereniging en de Haagse Jeugdactie (ieder één lid) zou geschieden. De naam van de raad van toezicht en advies, waarvan bij reglementswijziging in 1955 het aantal leden was uitgebreid tot vijf, werd veranderd in de raad van bijstand en advies. Met uitzondering van de vertegenwoordiger van de gemeente 's Gravenhage werden de leden van deze raad nu aangewezen door het bestuur Zie inv.nrs. 80 en 82 . Ockenburgh werd door de gemeente 's Gravenhage aan de stichting verhuurd. Per 1 januari 1966 bracht de gemeente het beheer en het huurbeleid onder bij de Stichting Haagse Jeugdverblijven, waarmee reeds jaren een goed contact bestond. De herbergouders Bruijn werden in 1948 opgevolgd door het echtpaar Sj. Bakker en M. Bakker Kroonen, dat tot 1973 de jeugdherberg heeft geleid Voor de levensloop van Sj. Bakker, zie bijlage III . Zij werden bijgestaan door assistenten. Veelal werd door een van hun kinderen de assistentenfunctie vervuld. Ook bestuursleden wel in de vakantieperioden. Na 1960 werd de behoefte aan veranderingen in de bezetting en het beleid steeds dringender. Ook de stichting werd geconfronteerd met de ontwikkelingen, waarvoor de Nederlandse Jeugdherberg Centrale kwam te staan. Het groeiend aantal overnachtingen In 1973 was het aantal overnachtingen 41.500 en de nieuwbouw maakten een reorganisatie, waarbij naar een zakelijker aanpak met behoud van de Jeugdherberggedachte werd gezocht, noodzakelijk. Er werden huishoudkundigen aangesteld en in 1972 werd een zakelijk leider benoemd. De opvolger van het echtpaar Bakker, R.B.J. Stijntjes, werd in 1973 tot directeur benoemd. Verder ging de jeugdherberg ook steeds meer als conferentiecentrum fungeren. Ten opzichte van de Nederlandse Jeugdherberg Centrale stond de Haagse Jeugdherberg Stichting na 1945 als een zelfstandige stichting met eigen financiële verantwoordelijkheid. Wel werd in 1947 een overeenkomst gesloten, waarbij werd vastgelegd, dat de stichting de jeugdherberg ten laste en ten gunste van de Centrale aan de hand van een door haar goedgekeurde begroting zou gaan exploiteren en 5% van de inkomsten uit overnachtigingen, maaltijden en dranken aan de Centrale moest afstaan. De salarissen, tarieven voor overnachtingen en verstrekkingen, huisregels en de maaltijden werden op die van de Centrale afgestemd.

Vervaardiger
R.W. Spork (1989), K. Hanemaaijer (2006)
Datum
1 januari 1843 - 1 januari 1971
Organisatie
Haags Gemeentearchief
SD
Wapendropping bij Eibergen
Leger des Heils
Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards