Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Huub Wijfjes aan het woord.Judith van der Meulen

Kampen en hun bewoners na de bevrijding

22 mei 2019 · Nieuws
VERSLAG | Bij het aantreden van het eerste kabinet na de bevrijding, eind juni 1945, zaten al ruim honderdduizend politieke delinquenten in interneringskampen. De meesten waren opgepakt in de eerste dagen na de doortocht van geallieerde troepen. Niet door de reguliere politie, maar door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Hoe werd er in de media over de bevrijding van kampen en het berechten van vermeende collaborateurs bericht? En wat kunnen digitale bronnen ons daarover vertellen?

 

 

De rust in de studiezaal en de wetenschap dat er kilometers aan archieven liggen om te bekijken, maakt dat dagvoorzitter Pauline Broekema graag archiefinstellingen bezoekt. Als Groningse is ze dan ook goed bekend met de locatie van deze Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen: Groninger Archieven / OVCG. Bijna honderd mensen reisden af naar de noordelijke stad en op dezelfde dag dat democratie hoogtij viert en we onze stem uitbrengen over onze Europese leiders, verdiepen we ons in de geschiedenis van Nederland vlak na de herovering van onze vrijheid. 

Persoonlijke kijk op het thema

Directeur van Groninger Archieven Eddy de Jonge heet de zaal welkom met een persoonlijke kijk op de foto die de netwerkdag illustreert. Vanuit zijn ouderlijk huis in het Groningse lintdorp Musselkanaal keek hij namelijk uit op het huis achter de heren op de foto. "In de jaren zestig en zeventig hoorde ik niets over de oorlog in het dorp. Er woonden ook NSB'ers, dat wisten we. Maar ze leefden gewoon mee, waren lid van de ijsclub en andere verenigingen, en waren burgers van onze dorpen. Tot het jaar 1977, toen het boek van Hans Onderwater werd gepubliceerd. Het maakte veel los." 

"Er werd bekend wat sommigen uit hun midden tijdens de oorlog hadden gedaan. Er waren ook mensen die niet begrepen waar het voor nodig was dit allemaal te vertellen. In deze periode hoorde ik ook meer over mijn eigen familie, waar hiervoor nooit over gesproken was. Mijn opa bleek na de bevrijding te zijn opgepakt, opgesloten in de IJzeren Klap en overgebracht naar een interneringskamp in Veendam ('De Kazemat', red.). Twee maanden was hij thuis, en overleed kort daarna door wat hij had meegemaakt. Er werd gezegd: hij is kapot gemaakt door de oorlog", aldus De Jonge. 

Eddy de Jonge.
Eddy de Jonge.
Eddy de Jonge. Judith van der Meulen
Stationsstraat 4 in Musselkanaal: Johannes Tillema (l.) en drie kameraden te voet teruggekeerd uit een kamp in de buurt van Hannover, Duitsland.
Stationsstraat 4 in Musselkanaal: Johannes Tillema (l.) en drie kameraden te voet teruggekeerd uit een kamp in de buurt van Hannover, Duitsland.
Stationsstraat 4 in Musselkanaal: Johannes Tillema (l.) en drie kameraden te voet teruggekeerd uit een kamp in de buurt van Hannover, Duitsland. Groninger Archieven

De holocaust als nieuws

Pauline Broekema vraagt zich hardop af wat zij en haar collega-journalisten hadden gedaan na de bevrijding. Of ze zouden begrijpen en doorgronden wat er in de oorlogsperiode zich had afgespeeld. Huub Wijfjes, mediahistoricus, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Radio en Televisie, UvA, en verbonden aan de opleidingen Journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen, gaat in op de naoorlogse mediaconstructie van concentratiekampslachtoffers. 

"De holocaust is nieuws achteraf: toen het nieuws was is het geen nieuws geweest", stelt Wijfjes. Waarom werd het nieuws beperkt? Onder andere omdat vrije nieuwsgaring vrijwel onmogelijk was. En journalisten die kampen als Auschwitz wel bereikten, konden bijna niet geloven wat ze zagen. Als je dat wat er zich werkelijk had afgespeeld als nieuws had gebracht, zou het voor gruwelpropaganda worden versleten. Journalisten werden dus weerhouden om dit te doen. Daarnaast was er - in tegenstelling tot nu - in die tijd ook een journalistieke en culturele afkeer van private emoties in het openbaar. 

Algoritmische cultuur

Wat de veranderende perceptie van de holocaust in kranten is geweest, kunnen we nu veel beter onderzoeken en analyseren door een website als Delpher. Wijfjes: "Maar pas op met de algoritmische cultuur van zo'n zoekmachine. Deze brengt praktische en methodologische problemen met zich mee". Dit illustreert hij aan de hand van een iconische foto van mannen in een barak in Buchenwald. De historische waarheid over de foto, met daarop onder meer Elie Wiesel (zevende van rechts, in het midden, naast de paal) maar ook de Friese meneer Leefsma (vierde van links, tweede rij) over wie Broekema ook schrijft in Het uiterste der zee, raakt verzonken in het moeras van algoritmische cultuur als je ernaar zoekt op Google Images. "Wees kritisch op wat zoekmachines met ons doen. We moeten de authenticiteit van foto's heel goed waarborgen, om bijvoorbeeld te voorkomen dat holocaustontkenners ermee aan de haal gaan", stelt de mediahistoricus. 

Buchenwald, 5 mei 1945.
Buchenwald, 5 mei 1945.
Buchenwald, 5 mei 1945.

Bovenstaande foto, gemaakt vijf dagen na de bevrijding van Buchenwald door een soldaat uit het Amerikaanse leger, werd op 6 mei 1945 gepubliceerd in The New York Times met de beschrijving 'crowded bunks in the prison camp in Buchenwald'. Hoe werkten journalisten die meetrokken met Amerikaanse legers en de kampen voor het eerst binnen kwamen? De Amerikaanse journalist Edward Murrow doet voor CBS verslag van wat hij aantreft in Buchenwald, een dag na de bevrijding. Zijn verslag is veel minder emotioneel dan wij nu zouden maken.

Dat geldt ook voor de Engelse Richard Dimbleby die Bergen Belsen binnentrok en een schrijnende situatie aantrof die te gruwelijk was voor woorden. In eerste instantie werd zijn verslag geweerd door de BBC-leiding, omdat de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de omroep eronder zou lijden. Dimbleby dreigde met zijn ontslag, en vijf dagen later werd zijn verslag toch uitgezonden. Het zijn deze verhalen die werden overgenomen in de Nederlandse kranten

Vrouwelijke fotografen

Onder de fotografen die de bevrijde kampen vastlegde zaten veel vrouwen. Zo fotografeerde Margaret Bourke-White ook Buchenwald, maar legde daarbij veel meer de nadruk op de bevrijding. Haar foto 'The living dead in Buchenwald' is een van de bekendste foto's uit deze periode, maar werd pas in 1960 voor het eerst gepubliceerd. Veel eerder werd de foto van Lee Miller, badend in Hitlers appartement in Munchen na een bezoek aan de kampen, gepubliceerd. 

Waarom wordt er pas zo laat over de concentratiekampen verteld? En waarom komen pas zo laat termen als 'holocaust' in gebruik? De private emotie heeft daarvoor een emancipatie door moeten maken. Pas decennia na de bevrijding brengen televisie en film deze persoonlijke beleving van de oorlog in beeld.

Presentatie Huub Wijfjes 'De holocaust als nieuws'

Pauline Broekema en Huub Wijfjes
Pauline Broekema en Huub Wijfjes
Pauline Broekema en Huub Wijfjes. Judith van der Meulen
Huub Wijfjes.
Huub Wijfjes.
Huub Wijfjes. Judith van der Meulen

Van laboratorium naar praktijk

Om digitaal te kunnen zoeken door historische archieven - en de inhoud te koppelen - is er veel meer nodig dan alleen een scanapparaat. Het scannen van een archiefstuk levert in feite een plaatje op dat voor een computer gelijk staat aan een vakantiefoto: de inhoud is onbekend. Edwin Klijn, programmamanager Netwerk Oorlogsbronnen en projectleider TRIADO gaat in op het geautomatiseerd machineleesbaarmaken van grote hoeveelheden archiefmateriaal. 

"De verhalen die we tot nu toe hebben gehoord komen uit bronnen. Nu betekent dat nog vaak, dat je naar een archief gaat en daar, op de studiezaal, de bronnen bekijkt en er een verhaal uit reconstrueert. Want over het algemeen zijn bronnen nog niet gedigitaliseerd en moet je papiertje voor papiertje doornemen om te vinden wat je zoekt", aldus Klijn. Een overzicht van waar over welke WO2-onderwerpen bronnen te vinden zijn, is voor gebruikers heel lastig. Daarom is er Netwerk Oorlogsbronnen. 

Edwin Klijn.
Edwin Klijn.
Edwin Klijn. Judith van der Meulen

Gekoppelde oorlogsbronnen

Netwerk Oorlogsbronnen zorgt ervoor dat fysiek verspreide bronnen over Nederland en het buitenland, digitaal inhoudelijk aan elkaar gekoppeld worden. "Met mooie data kun je mooie dingen doen", zegt Klijn. Neem een verslag van de journalist John O'Conner (werkzaam voor Anep-Aneta) die, net als zijn collega's Edward Murrow en Margaret Bourke-White, verslag doet van wat hij aantreft in Buchenwald vlak na de bevrijding. 

Door het artikel full text doorzoekbaar te maken kan deze inhoudelijk worden gekoppeld aan bronnen over het zelfde onderwerp. Of dezelfde persoon. Eén van de gevangenen die hij bijvoorbeeld spreekt is de toen zeventienjarige Ernst Verduin, een Joodse overlevende van Kamp Vught, Auschwitz, Auschwitz-Monowitz en Buchenwald. Bronnen over hem en wat hij heeft meegemaakt komen samen in Oorlogsbronnen.nl. Zoals een interview over zijn ervaringen, maar ook dit krantenartikel waarin hij geciteerd wordt en archiefstukken die naar Verduin verwijzen. 

John O'Conner in gesprek met Ernst Verduin
John O'Conner in gesprek met Ernst Verduin
John O'Conner in gesprek met Ernst Verduin.

Mooie data

Een project waar 'mooie data' in gecreëerd wordt is Tribunaalarchieven als digitale onderzoeksfaculiteit (TRIADO). In dit project wordt aan de hand van het casusarchief CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging) onderzocht met welke bestaande methoden en technieken de fysieke documenten digitaal en de inhoud machineleesbaar kunnen worden gemaakt. Het CABR is het meest geraadpleegde WO2-archief van Nederland, en bevat veel namen van collaborateurs, omstanders en slachtoffers, maar ook plaatsnamen en informatie over gebeurtenissen.

Binnen het project wordt een tekst gecreëerd die helpt om het archief beter doorzoekbaar te maken. Klijn: "De technologie is nog verre van perfect en de tekst is dan ook niet bedoeld als een transciptie. Maar wat je ermee kan in vergelijking met nu is een wereld van verschil!" Hij schetst een beeld in de nabije toekomst, waarbij de gegenereerde data wordt gekoppeld aan andere gegevens over personen in de Tweede Wereldoorlog. Netwerk Oorlogsbronnen doet dit al in 'Oorlogslevens' een personenzoekmachine die nu nog niet voor publiek toegankelijk is.  

Presentatie Edwin Klijn 'Van laboratorium naar praktijk'

Meer collecties digitaal beschikbaar

In vakantiehuis 'De Terrorist' op Ameland konden nabestaanden van omgekomen verzetsstrijders na de oorlog tot rust komen. Foto's, ansichtkaarten en ook het gastenboek zijn onderdeel van de collectie van het Fries Verzetsmuseum. Aan de hand van deze bronnen vertelt Nynke Kuipers, (voormalig) medewerker collectieregistratie, over hoe het Fries Verzetsmuseum zijn objecten heeft aangesloten op Netwerk Oorlogsbronnen.

Te beginnen met de registratie van de bronnen. Het museum maakt net als veel anderen gebruik van het collectiebeheersysteem Adlib. Onderdeel van de registratie is een eigen thesaurus. Deze is gekoppeld aan de WO2-thesaurus. Recentelijk is via een API een connectie tot stand gebracht tussen Oorlogsbronnen.nl en het systeem van het Fries Verzetsmuseum, waardoor nu ruim 7000 bronnen uit de collectie onderdeel zijn van de WO2-collectie Nederland. 

Vraag blijft nog hoe de inhoud van de bronnen doorzoekbaar kan worden gemaakt in Oorlogsbronnen.nl, in plaats van alleen de beschrijving van een object. Zoals het lied dat in het gastenboek van 'De Terrorist' staat geschreven:

"Wilt u volop genieten,

Ga dan naar de terrorist

U bent hier na een kort verblijf

Volledig opgefrist"

Presentatie Nynke Kuipers 'Fries Verzetsmuseum online'

Ga naar alle oorlogsbronnen van het Fries Verzetsmuseum

Nynke Kuipers
Nynke Kuipers
Nynke Kuipers. Judith van der Meulen

Digitalisering

De Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45 (SMH 40-45) is onder leiding van Charlotte van Dijk bezig met de uitvoering van een digitaliseringsproject voor museale oorlogscollecties. Het streven is om gezamenlijk via de eigen websites van de deelnemers, Oorlogsbronnen maar ook andere platforms de bijzondere collecties van een tiental oorlogsmusea naar het publiek toe te brengen. Daarbij hoort uiteraard een heldere beschrijving. Aan de hand van een aantal voorbeelden van 3D-gedigitaliseerde objecten ligt Van Dijk de eerste fase van het project toe.

Presentatie Charlotte van Dijk 'Collectie-ontsluiting SMH 40-45'

Charlotte van Dijk
Charlotte van Dijk
Charlotte van Dijk. Judith van der Meulen

Kamp Westerbork na de bevrijding

De naam Kamp Westerbork is bij veel mensen bekend als doorgangskamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. De plek vanwaar duizenden mensen naar kampen in Oost-Europa zijn vervoerd. Maar ook na de bevrijding kent het terrein een bewonersgeschiedenis. Die schetst conservator Guido Abuys. Als op 12 april 1945 zo'n negenhonderd mensen worden bevrijd uit het kamp, begint de uitgave het kampkrantje 'De Westerborker'. 

Een ruime week later, op 23 april, wordt een nieuwe kamppolitie geïnstalleerd en komen de eerster NSB'ers Kamp Westerbork binnen. Er ontstaat een situatie waarbij twee kampcommandanten de leiding hebben. De één is verantwoordelijk voor het interneringskamp, de ander voor de repatriëring Joodse gevangenen. Er heerst grote wanorde en er is sprake van wantoestanden in deze periode, waarin meerdere kampen met verschillende bewoners samenkomen in één kamp. In de zomer van 1945 normaliseert deze situatie en volgt het ontslag van de eerste geïnterneerden. Op 1 december 1948 wordt het interneringskamp opgeheven.

In 1949 functioneert het terrein een paar maansen als militair kamp, om in juli 1950 te dienen als kamp voor gerepatrieerden uit Nederlands Indië. De centrale keuken werkte, maar de barakken moesten de bewoners zelf in orde brengen. In maart 1951 moesten de laatste gezinnen vertrekken in verband met de komst van de eerste grote groep Molukkers.

Guido Abuys
Guido Abuys
Guido Abuys Judith van der Meulen

Van Westerbork naar Schattenberg

Het terrein van het voormalige doorgangskamp wordt hernoemd tot woonoord Schattenberg als er gedemobiliseerde KNIL-militairen van Zuid-Molukse afkomst en hun gezinnen komen wonen. Initieel zouden zij een half jaar blijven. Maar in 1955 woonden de gezinnen er nog en was het duidelijk dat het tijdelijk verblijf, niet tijdelijk was. Als in 1958 een grote brand woedt, betekent dat het begin van het einde van Schattenberg. Veel Molukkers vertrekken naar andere plekken als Bovensmilde. 

In de jaren zestig worden in eerste instantie twaalf radiotelescopen van de sterrenwacht gedeeltelijk op het voormalig kampterrein geïnstalleerd. In 1966-1967 worden deze in gebruik genomen. Drie jaar later, in 1970 wordt het Nationaal Monument Westerbork geplaatst. Het betekent een slotakkoord voor de bewonersgeschiedenis van Kamp Westerbork. Maar tegelijk is het ook de start van een nieuw begin: van het herinneringscentrum.  

Presentatie Guido Abuys 'Kamp Westerbork 1945-1971'

Pauline Broekema en Guido Abuys
Pauline Broekema en Guido Abuys
Pauline Broekema en Guido Abuys. Judith van der Meulen

Schattenberg in beeld

Over de Molukse geschiedenis in Nederland zijn vrijwel geen geschreven bronnen. Wel bestaan er historische beelden van Schattenberg en zijn er interviews afgenomen met veel bewoners. Guido Abuys ligt een beeldcompilatie toe uit de collecties van het Drents Archief en Groninger Archieven, van het woonoord. Onder andere het orkest van Schattenberg met bamboe fluiten, Sinterklaas op de koets die ook gebruikt werd voor begrafenissen, leden van de Molukse kampraad, de centrale keuken en schoolklassen komen in beeld.  

Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen 2019 | Woonoord Schattenberg

Kamp De Beetse na de bevrijding

Jochem Abbes is projectleider Programma’s en Projecten bij de gemeente Westerwolde en voorzitter Historische Vereniging Westerwolde. Hij vertelt over de verandering van populatie en sentiment in Westerwolde, Sellingerbeetse en van Kamp De Beetse na de bevrijding. "De eerste toespraak van de toenmalig burgemeester van Vlagtwedde na de bevrijding, in november 1945, was een bijna glorieus verhaal van de helfdhaftige bevolking van Nederland. En dat terwijl bewarings- en Interneringskamp Sellingerbeetse, zoals het kamp toen heette, een stukje verderop stampvol zat met vermeende collaborateurs."

Het kamp sloot in 1948 en de de wachttorens en gebouwen werden afgebroken, op één barak na. Nadat het nog jaren door Staatsbosbeheer is gebruikt kwam het midden jaren tachtig leeg te staan. Even leek het erop dat ook de laatste barak zou sneuvelen, maar 'met een asbestverhaal' wisten ze de reddingsactie te bespoedigen. De barak werd gerestaureerd en in 2014 is een bezoekerscentrum geopend. 

"De aanhang van NSB is in ons gebied bovengemiddeld geweest. Dat is natuurlijk niet zo'n fraai onderwerp. Het is in Westerwolde nog steeds moeilijk om over de NSB te praten. Na de bevrijding zat ineens een deel van de eigen bevolking in het kamp. Een boeiend maar pijnlijk hoofdstuk van Westerwolde”, sluit Abbes af. 

Presentatie Jochem Abbes 'Kamp de Beetse na de bevrijding'

Jochem Abbes.
Jochem Abbes.
Jochem Abbes. Judith van der Meulen

Bevrijding en vergelding

Een tweede beeldcompilatie [Collectie Groninger Archieven | GAVA] laat de bevrijding van Assen op 13 april 1945 en de bevrijding van Heerenveen, Canadese soldaten die Groningen bevrijden en feestende mensen in een bevrijd Zwolle zien. 

Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen 2019 | Bevrijding en vergelding

Continuïteit in de kampen? 

"Er zijn geen goede of foute bronnen, alleen goede en slechte historici", aldus Johannes Houwink ten Cate, emeritus hoogleraar Holocaust- en Genocidestudies (UvA) en senior onderzoeker van het NIOD. Hij blikt aan het einde van de dag terug op het centrale thema en de presentaties. Hardop redeneert hij over de continuïteit in de kampen na de Tweede Wereldoorlog en gaat in op de Nederlandse kampervaring en de motivatie voor het wegzetten van collaborateurs als misdadigers na de bevrijding. Houwink ten Cate pleit voor herwaardering en meer historisch onderzoek naar collaboratie en een terugkeer tot universele ethische normen. Een enorme stap voorwaarts daarin is de digitalisering van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. "Dat is bittere noodzaak. Die digitalisering zal het mogelijk maken om de geschiedenis van de collaboratie te herschrijven." Lees onderaan de gehele toespraak van Johannes Houwink ten Cate. Johannes Houwink ten Cate sprak tijdens de Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen 2019 over de continuïteit in de kampen na de bevrijding. Hij pleit voor herwaardering en meer historisch onderzoek naar collaboratie en een terugkeer tot universele ehische normen. 

Meer over de Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen 2019

Bekijk alle foto's

Bekijk alle #NND-tweets

 

[Foto's: Judith van der Meulen. Als u bezwaar heeft tegen de publicatie van een foto, laat het dan weten.]

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards