Johannes Petrus Jacobus Maria Pellegrino

In Strijp geboren.
Woonachtig op het zelfde adres als de Joodse familie Khan welke in 1943 afgevoerd en vermoord zijn.
Hij was getrouwd met Johanna Henriëtte Maria Mentrop en samen hadden zij 3 kinderen waarvan er één op een leeftijd van 6 maanden in 1941 overleed.
Hij was boekhouder van beroep.
In 1946 verhuisde de weduwe met haar kinderen naar Rijswijk.

Verhaal van Adri Martens:
Wij woonden op Pastoriestraat 74. Samen met Agnes Klip, mijn buurmeisje, stond ik voor het huis te kijken naar de Amerikanen, die vanaf de Broekseweg, door de straat liepen. Mijn vader zei dat het gevaarlijk was buiten en dat we naar binnen moesten gaan. Wij vonden het wel leuk om te zien en bleven buiten. Op een gegeven moment liep er een Amerikaanse soldaat aan de overzijde van de straat, langs het huis van de familie Boogers. Hij struikelde over een tegel, die iets omhoog lag en toen hij op de grond viel, ging een van zijn granaten af.

De gevolgen waren verschrikkelijk. De parachutist kwam door de klap om het leven en ook meneer Pellegrino, die met zijn gezin voor de deur stond te kijken, werd dodelijk geraakt door een rondvliegende scherf. Mijn buurmeisje Agnes werd door een scherf in haar been geraakt en ook ik kreeg een splinter in mijn arm. De wond van Agnes zag eruit alsof ze gebeten was, er was een hele hap uit haar been genomen. Daarnaast raakten nog enkele andere buurtbewoners gewond. In de straat ontstond paniek en de feestvreugde was direct verdwenen.
We zijn daarna in de schuilkelder gaan zitten. Later kwam apotheker Van Rij de gewonden verzorgen.
(Bron: Adri Martens in het boek “Bevrijding van Woensel, ooggetuigen vertellen” door Barry Wonder)

Bron: Herinner U de namen, Stichting 18 September.