Peter Kamphorst

Ook bekend als: Peter, EDDIE

Peter wordt geboren op 24 november 1894 in het Gelderse Ermelo en woont in Boxtel, waar hij wachtmeester is van de Koninklijke Marechaussee. Hij staat bekend als een zwijgzame en teruggetrokken, maar integere man. Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 15 mei 1940 krijgen de marechausseebrigades de opdracht via Frankrijk naar het Verenigd Koninkrijk uit te wijken, om zich daar bij de regering-in-ballingschap in Londen te voegen. Op 10 juni bereikt Peter de haven in Brest, waar hij samen met elf- tot twaalfhonderd Nederlandse militairen aan boord van de Prinses Beatrix wordt overgezet naar Plymouth. Zijn gezin blijft achter in Nederland.

In het Verenigd Koninkrijk wordt Peter in mei 1942 overgeplaatst naar Bureau Bijzondere Opdrachten, waar hij door de Britten wordt opgeleid tot geheim agent en getraind om in bezet Nederland sabotage te plegen en van daaruit berichten terug naar Londen te zenden. Omdat de geheimagenten met parachutes worden gedropt, vergt de opleiding ook intensieve fysieke training.

In de macht van 21 op 22 oktober 1942 wordt Peter met marconist Michiel Pals uit Hooge en Lage Zwaluwe gedropt in Ermelo. De Duitsers zijn door contraspionageoperatie Nordpol, beter bekend als het ‘Englandspiel’, echter van zijn komst op de hoogte. Sinds het voorjaar van 1942 geven zij een gevangengenomen radioman opdracht te blijven seinen met de Engelsen die geheimagenten naar bezet Nederland blijven sturen, om recht in de armen van de Duitsers te lopen. Ook Peter en Michiel worden onmiddellijk bij aankomst gearresteerd. Peter wordt vastgezet in de SD-Polizeigefängnis in Haaren, waar hij aan hardhandig verhoor en mishandeling wordt onderworpen. Aansluitend daarop wordt hij naar kamp Vught overgebracht, waar hij tot begin september 1944 blijft en nog meer verhoren en mishandelingen ondergaat.

Begin september 1944 wordt Peter samen met de andere gearresteerde geheimagenten naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk gezonden. Al tijdens de oorlogsjaren is Mauthausen berucht als een van de concentratiekampen waar het zwaarste regime heerst; de Duitsers zelf spreken van de Knochenmühle, de ‘bottenbreker’. Gevangenen worden er in het kader van Vernichtung durch Arbeit aan het werk gezet in de nabijgelegen steengroeve, met het doel hen lichamelijk en geestelijk af te breken. Gevangenen krijgen nauwelijks te eten, ontvangen geen medicijnen en staan bloot aan extreme mishandeling. Met rotsblokken tot 50 kilo moeten de gevangenen vanuit de groeve de 186 traptreden van de ‘Dodentrap’ naar het kamp zien te beklimmen.

Voor de geheim agenten staat een uitzonderlijk sadistische dood te wachten. Andere kampgevangenen zijn er getuige van hoe de binnengebrachte agenten naar de groeve worden geleid, tot hun grote verbijstering echter zonder de draagbeugels om de rotsblokken mee te kunnen tillen. Onder schot en terwijl ze aanhoudend uitgescholden, geschopt en geslagen worden, dwingen de bewakers de agenten meerdere malen de trappen op en af te rennen, net zo lang totdat ze dood neervallen, of op de trappen worden neergeschoten, onder het mom van ‘vluchtpoging’. De meesten gaan met de moed der wanhoop door, sommigen werpen terug beneden de rotsblokken voor de voeten van hun beulen neer en wachten het vuursalvo af. Ook Peter wordt op 7 september 1944 op deze manier vermoord. Hij is 49 jaar geworden en laat een weduwe met kinderen achter.

Een Russische en twee Joegoslavische kampgevangenen willen een daad stellen. Met groot gevaar voor eigen leven verzamelen ze na crematie de assen van de geheim agenten, om hen heimelijk achter het crematorium te begraven in plaats van ze te verstrooien. Van de vermoorde geheim agenten is daardoor een aanwijsbaar graf bekend. Bron: Brabants Gesneuvelden

Bron: Herinner U de namen, Stichting 18 September.

Peter wordt geboren op 24 november 1894 in het Gelderse Ermelo en woont in Boxtel, waar hij wachtmeester is van de Koninklijke Marechaussee. Hij staat bekend als een zwijgzame en teruggetrokken, maar integere man. Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 15 mei 1940 krijgen de marechausseebrigades de opdracht via Frankrijk naar het Verenigd Koninkrijk uit te wijken, om zich daar bij de regering-in-ballingschap in Londen te voegen. Op 10 juni bereikt Peter de haven in Brest, waar hij samen met elf- tot twaalfhonderd Nederlandse militairen aan boord van de Prinses Beatrix wordt overgezet naar Plymouth. Zijn gezin blijft achter in Nederland. In het Verenigd Koninkrijk wordt Peter in mei 1942 overgeplaatst naar Bureau Bijzondere Opdrachten, waar hij door de Britten wordt opgeleid tot geheim agent en getraind om in bezet Nederland sabotage te plegen en vandaaruit berichten terug naar Londen te zenden. Omdat de geheimagenten met parachutes worden gedropt, vergt de opleiding ook intensieve fysieke training. In de macht van 21 op 22 oktober 1942 wordt Peter met marconist Michiel Pals uit Hooge en Lage Zwaluwe gedropt in Ermelo. De Duitsers zijn door contraspionageoperatie Nordpol, beter bekend als het ‘Englandspiel’, echter van zijn komst op de hoogte. Sinds het voorjaar van 1942 geven zij een gevangengenomen radioman opdracht te blijven seinen met de Engelsen die geheimagenten naar bezet Nederland blijven sturen, om recht in de armen van de Duitsers te lopen. Ook Peter en Michiel worden onmiddellijk bij aankomst gearresteerd. Peter wordt vastgezet in de SD-Polizeigefängnis in Haaren, waar hij aan hardhandig verhoor en mishandeling wordt onderworpen. Aansluitend daarop wordt hij naar kamp Vught overgebracht, waar hij tot begin september 1944 blijft en nog meer verhoren en mishandelingen ondergaat. Begin september 1944 wordt Peter samen met de andere gearresteerde geheimagenten naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk gezonden. Al tijdens de oorlogsjaren is Mauthausen berucht als een van de concentratiekampen waar het zwaarste regime heerst; de Duitsers zelf spreken van de Knochenmühle, de ‘bottenbreker’. Gevangenen worden er in het kader van Vernichtung durch Arbeit aan het werk gezet in de nabijgelegen steengroeve, met het doel hen lichamelijk en geestelijk af te breken. Gevangenen krijgen nauwelijks te eten, ontvangen geen medicijnen en staan bloot aan extreme mishandeling. Met rotsblokken tot 50 kilo moeten de gevangenen vanuit de groeve de 186 traptreden van de ‘Dodentrap’ naar het kamp zien te beklimmen. Voor de geheim agenten staat een uitzonderlijk sadistische dood te wachten. Andere kampgevangenen zijn er getuige van hoe de binnengebrachte agenten naar de groeve worden geleid, tot hun grote verbijstering echter zonder de draagbeugels om de rotsblokken mee te kunnen tillen. Onder schot en terwijl ze aanhoudend uitgescholden, geschopt en geslagen worden, dwingen de bewakers de agenten meerdere malen de trappen op en af te rennen, net zo lang totdat ze dood neervallen, of op de trappen worden neergeschoten, onder het mom van ‘vluchtpoging’. De meesten gaan met de moed der wanhoop door, sommigen werpen terug beneden de rotsblokken voor de voeten van hun beulen neer en wachten het vuursalvo af. Ook Peter wordt op 7 september 1944 op deze manier vermoord. Hij is 49 jaar geworden en laat een weduwe met kinderen achter. Een Russische en twee Joegoslavische kampgevangenen willen een daad stellen. Met groot gevaar voor eigen leven verzamelen ze na crematie de assen van de geheim agenten, om hen heimelijk achter het crematorium te begraven in plaats van ze te verstrooien. Van de vermoorde geheim agenten is daardoor een aanwijsbaar graf bekend.

Bron: Brabantse Gesneuvelden