Negen met de hand gehaakte katoenen kleedjes en een machinaal vervaardigd kleedje.

Negen met de hand gehaakte katoenen kleedjes en een machinaal vervaardigd kleedje. Alle zijn van verschillend formaat en hebben geometrische patronen. Op de zeven grootste kleedjes (inclusief de machinaal vervaardigde) zijn florale patronen en afbeeldingen van vogels aangebracht. De kleedjes zijn vervaardigd voor Nelly Specht, in haar jeugd wonend op Bangka en zijn meegegaan toen zij trouwde met Evert Berest en ging wonen in Medan. Hier kregen zij vier kinderen. Na de internering van het gezin tijdens de bezetting door Japan van Nederlands-Indië was er niets over van het huisraad. Het gezin repatrieerde in 1946 naar Nederland. Evert Berest keerde nog en paar maal terug naar Indonesië en op een van zijn bezoeken zag hij een kamferkist die hij herkende als huisraad van voor de oorlog. In de kist waren deze kleedjes opgeborgen. Dit huisraad nam hij mee naar zijn gezin in Nederland.