Sederschotel van keramiek vervaardigd door Waechtersbach circa. 1900-1940

Sederschotel van keramiek vervaardigd door Waechtersbach circa. 1900-1940. Deze sederschotel bestaat uit zeven delen en werd in de Joodse traditie gebruikt op de eerste avond van Pesach. De randen zijn versierd met een parelrandje en een rode rand. Sederschotels worden gebruikt op een feestelijk gedekte tafel om de uittocht uit Egypte te gedenken. Op ieder schoteltje hoort een specifieke spijs. De sederschotel staat op de eerste avond van Pesach tijdens de sedermaaltijd centraal op de feestelijk gedekte tafel. Op de schotel liggen: zeroa (een geroosterd lamsbot), beetsa (een gekookt, gebraden ei), maror (bitterkruid), charoset (een zoet mengsel van appel, rozijnen en kruiden), karpas (groente, meestal peterselie), chazeret (radijs). Er staat ook een bakje zout water bij en drie matzes liggen apart, van elkaar gescheiden in een matzekleedje, naast de schotel. Al deze spijzen vervullen een symbolische rol in het verhaal van de uittocht.