Nederlanders in het Sonderkommando van Auschwitz
Met de aankomst van een deportatietrein in Auschwitz, begint het werk van de Sonderkommando's. Ze moeten de slachtoffers begeleiden naar de gaskamer, ze gerust stellen en hun bezittingen verzamelen. Wanneer de slachtoffers vergast zijn, verplaatsen de leden van de Sonderkommando's de lijken uit de gaskamer en brengen ze naar de verbrandingskuilen of crematoria. Voor dit loodzware werk worden Joodse mannen geselecteerd op het perron, waaronder honderd tot honderdvijftig Nederlanders. Ze worden gedwongen onderdeel van de nazi-moordmachine in Auschwitz-Birkenau.
Josef en Maurice
Josef van Rijk vecht tijdens de meidagen van 1940 met reserve-compagnie De Jagers in Den Haag tegen de Duitsers. In deze dagen schiet Josef een Duitse parachutist dood. Maurice Schellekes is kleermaker en krijg weinig mee van de Duitse inval. Maar beide Joodse mannen krijgen al snel te maken met de Jodenvervolging in bezet Nederland. Josef wordt ontslagen bij de De Bijenkorf in Den Haag en Maurice zit vanaf 31 maart 1942 in het Joodse werkkamp Kremboong. Ze voelen de dreiging tot deportatie toenemen en nemen een besluit.
Maurice Schellekes (Zandvoort, 20 november 1922 - Haifa, 3 februari 1988) was een kleermaker. Hij was geboren als Schellevis en van Joodse afkomst. Schellekes werd tijdens de bezetting in werkkamp Kremboong in Drenthe tewerkgesteld. Maar hij ontkwam niet aan transport naar Kamp Westerbork in augustus 1942 en arriveerde op 11 augustus in Auschwitz. Hij werd onderdeel van het Sonderkommando dat doden uit de gaskamers moest afvoeren en begraven in de massagraven. Schellekes was later ook lid van het Kanada-Kommando dat op het selectieterrein de bagage van gedeporteerden moest afnemen en sorteren. Toen in januari 1945 Auschwitz ontruimd werd ging Schellekes op dodenmars en kwam aan in Ebensee. Daar werd hij op 6 mei 1945 door de Amerikanen bevrijd. Schellekes werkte daarna als tolk voor het Amerikaanse leger en werd door de Amerikanen voor een halfjaar tot burgemeester van het Duitse Riederau am Ammersee benoemd. In 1966 ging Schellekes in Haifa wonen waar hij voorzanger en medeoprichter van de plaatselijke liberale synagoge werd. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Maurice SchellekesJoods werkkamp Kremboong was in gebruik van januari 1942 tot de ontruiming in juli 1942. Het was van oorsprong Kamp Kremboong maar vanaf januari zaten er alleen nog maar Joden. De gevangenen werkten voor de Nederlandsche Heidemaatschappij aan de ontginning van heidevelden. In juli bereikte het kamp zijn maximale omvang omdat dwangarbeiders uit andere kampen hier naar toe werden overgeplaatst. Door de verordening van 1 oktober 1942 werd iedereen naar Kamp Westerbork getransporteerd. Na de oorlog werden de barakken als noodwoningen gebruikt.
Meer over Joods werkkamp KremboongOp de vlucht
Josef probeert te vluchten naar Zwitserland, maar wordt bij een controle op Amsterdam Centraal Station gearresteerd. Hij zit gevangen in de gevangenis aan de Amstelveenseweg en wordt al snel overgebracht naar Kamp Westerbork. Ook Maurice vlucht na geruchten dat Kremboong ontruimd gaat worden. Hij duikt onder in Amsterdam. Op 6 augustus 1942 gaat Maurice naar buiten om scheermesjes te halen en wordt gearresteerd. Ook hij komt in Kamp Westerbork terecht.
Josef van Rijk (Antwerpen, 4 december 1920 - ?, 9 juli 1999) was een militair en behoorde tot de reserve-compagnie De Jagers die de kust en duinen bij Den Haag verdedigde. Hij kwam uit een geassimileerd Joods milieu. Na de capitulatie in 1940 keerde Van Rijk terug naar zijn werk in De Bijenkorf, maar in 1941 werden de Joodse werknemers daar ontslagen. Van Rijk probeerde naar Zwitserland te vluchten maar werd bij een controle in Amsterdam opgepakt en naar Westerbork gebracht. Met het transport van 10 augustus 1942 kwam Van Rijk op 11 augustus in Auschwitz aan. Daar werd hij geselecteerd voor het Sonderkommando. Hij moest de lijken uit de gaskamers naar de grafkuilen verplaatsen. Later werd Van Rijk ingedeeld bij het Kanada-kommando dat op het selectieterrein alle bagage moest afnemen en sorteren van gedeporteerden. In januari 1945 vertrokken de dodenmarsen vanwege de naderende Russen. Van Rijk arriveerde in Kamp Leitmeritz in Tsjechië dat op 8 mei 1945 door het Russiche leger werd bevrijd. Terug in Nederland vond hij zijn voorheen ondergedoken moeder in Eindhoven en begon met haar een confectiebedrijf. Van Rijk stierf in 1999 en daarmee verdween de laatste Nederlandse overlevende van het Sonderkommmando van Auschwitz. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Josef van RijkHet Sonderkommando van Auschwitz was werkzaam in vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Het bestond uit Joodse gevangenen die gedwongen werden mee te werken in de crematoria II-V. Ze moesten gevangenen de gaskamers indrijven en lijken van gouden tanden en kiezen en haar ontdoen om ze vervolgens in verbrandingsovens te schuiven. Bij crematorium IV en V werden lijken naar buiten gebracht om te verbranden. Het Sonderkomando werd op 4 juli 1942 opgericht. In het begin waren er nog geen crematoria en werden twee huisjes als gaskamer ingericht. Het Sonderkommando moest de lijken naar grafkuilen vervoeren en begraven. Sonderkommando's hadden twee eigen barakken en een zekere beschermde status maar bij dienstverzuim volgde liquidatie. Bij het Sonderkommando waren 100-150 Nederlandse mannen betrokken.
Meer over Sonderkommando van AuschwitzDeportatie
Josef en Maurice zitten beide heel kort in Kamp Westerbork. Omdat ze zijn gearresteerd na een vluchtpoging en onderduik, zijn de mannen 'strafgevallen'. Ze worden op 10 augustus 1942 gedeporteerd van Kamp Westerbork naar Auschwitz. De volgende dag komen ze aan in het vernietigingskamp en worden geselecteerd om te werken in het Sonderkommando. Maurice werkt bij de massagraven in het open-Sonderkommando van Bunker II. Josef begraaft de lijken nadat ze vanuit Bunker II via een smalspoor met een kleine wagon naar de massagraven zijn gebracht.
Bunker 2, ook wel het Witte Huis genoemd, werd in juni 1942 als gaskamer in gebruik genomen. De kampleiding van Auschwitz had besloten om de systematische volkerenmoord naar Birkenau te verplaatsen vanwege de vele Jodentransporten uit Europa. De plaatselijke bevolking en hun woningen moesten daarvoor verdwijnen, maar twee landbouwhuizen bleven bestaan. Eén daarvan was het Witte Huis oftewel Bunker 2. Er werden vier gaskamers in gemaakt. De lijken werden door het Sonderkommando in grote kuilen begraven. In de zomer van 1943 namen nieuw gebouwde crematoria het werk over, maar Bunker 2 werd in 1944 tijdelijk weer in gebruik genomen voor het vergassen van Joden uit Hongarije.
Meer over Bunker 2De Joodsche Raad voor Amsterdam werd in februari 1941 opgericht na een aantal gesprekken met de Beauftragter des Reichskommissars für die Stadt Amsterdam, Hans Böhmcker. De Joodsche Raad, onder voorzitterschap van Abraham Asscher en David Cohen, vertegenwoordigde de Nederlandse joodse gemeenschap bij de Duitse en de Nederlandse overheid. Verder was de Raad belast met een deel van de uitvoering van de maatregelen ten aanzien van Joden die door de Duitse autoriteiten werden afgekondigd.
Meer over Joodsche Raad voor AmsterdamOntsnapping
Het werk in het Sonderkommando is fysiek ontzettend zwaar. In de brandende augustuszon krijgen de mannen amper drinken. De SS'ers en Kapo's die hun bewaken mishandelen de mannen voortdurend. Maar dan is er ineens een uitweg. Alle Hollanders worden opgeroepen aan te treden. De mannen van het Sonderkommando mogen helemaal niet weg, toch besluiten Josef en Maurice hun kans te grijpen. Dit redt hun leven. De groep van 1200 Nederlanders moet zich uitkleden en wordt gekeurd. De gezonde mannen, inclusief Josef en Maurice, krijgen schone kampkleren, verlaten Birkenau en lopen naar Auschwitz. De andere Nederlanders worden vergast. Josef en Maurice komen terecht in het Kanada-Kommando.
Het Kanada-Kommando bestond uit een groep aangewezen Joodse gevangenen die in concentratiekamp Auschwitz en Auschwitz-Birkenau de bagage van nieuw aangekomen gevangenen moest sorteren. Het terrein waar dit werd uitgevoerd kreeg de naam Kanada omdat Canada een rijk land zou zijn. Ze waren iets meer beschermd in deze functie, maar leden van het Kommando werden geregeld vervangen en vermoord omdat ze te veel wisten. In Birkenau werd Kanada II ingericht vanwege de grote hoeveelheden bezittingen van vermoorde Joden. Vanaf oktober 1944 werkten er 815 vrouwelijke gevangenen en enkele honderden mannelijke gevangenen in het Kanada-Kommando. Toen de Duitsers in januari 1945 Auschwitz gingen ontruimen werden dertig barakken met persoonlijke bezittingen van vermoorde gevangenen in brand gestoken om deze misdaden te verbergen.
Meer over Kanada-KommandoEen nieuwe lichting
Eind 1943 komt een nieuwe groep Nederlanders in het Sonderkommando terecht. Waaronder de op 21 oktober 1943 aangekomen Samuel Zoute. Hij verkoopt voor de oorlog groente en fruit op de Albert Cuypmarkt. Samen met zijn vrouw Doortje en vier kinderen wordt Samuel op 19 oktober 1943 gedeporteerd van Kamp Westerbork naar Auschwitz. Doortje, Rachel, Abraham en Simon worden direct vergast. Oudste zoon Maurits wordt geselecteerd voor arbeid, totdat ook hij vergast wordt. Samuel vindt tussen de vergaste mensen zijn zoon Maurits en moet hem verbranden.
Op 17 augustus 1943 komen Abraham Beesemer, Joseph Peperwortel, Salomon van Sijs en Louis Elzas aan in Auschwitz. De mannen zitten eerst in het quarantaine blok en komen begin januari 1944 samen in het Sonderkommando terecht. Jacob Beesemer, de broer van Abraham wordt later ook geselecteerd voor het Sonderkommando.
Samuel Zoute (Amsterdam, 21 april 1908 - Mauthausen, 7 maart 1945) was een venter die groente en fruit verkocht op de Albert Cuypmarkt en van Joodse afkomst. Zoute zat gevangen in Kamp Vught maar ging op 18 oktober 1943 op transport naar Kamp Westerbork en op 19 oktober door naar Kamp Auschwitz. Bij aankomst werden zijn vrouw en drie kinderen meteen vergast. Zijn oudste zoon werd tewerkgesteld in het kamp. Zoute werd geselecteerd voor het Sonderkommando. Hij moest de lijken uit de gaskamers naar de grafkuilen of crematoria verplaatsen. Samuel kwam zijn eigen zoon Maurits tussen de lijken tegen en moest hem eigenhandig in een grafkuil verbranden. Zoute overleefde met 211 Sonderkommando's de opstand tegen de SS op 7 oktober 1944. Toen Auschwitz eind 1944 werd ontmanteld kwam Zoute na een dodenmars in Mauthausen terecht. Daar stierf hij op 7 maart 1945. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Samuel ZouteEen wanhopige uitweg
Ook deze Nederlanders zoeken een uitweg uit het Sonderkommando. Het aantal binnenkomende transporten daalt en de Sonderkommando's worden langzaam verkleind. De dreiging van de volledige liquidatie van de Sonderkommando's hangt in de lucht. Op 7 oktober 1944 slaat een gevangene een SS'er neer met een hamer en start de opstand. Verschillende Sonderkommando's komen in opstand. Een van de crematoria wordt opgeblazen en honderden Sonderkommando gevangenen vluchten het kamp uit. Drie SS'ers en zo'n 450 Sonderkommando gevangenen komen om het leven. De broers Abraham en Jacob, Salomon, Joseph en Louis worden vermoord door de SS. Samuel Zoute en Hagenaar Henry Bronkhorst werken bij andere crematoria in andere Sonderkommando's en weten de opstand te overleven.
Op 7 oktober 1944 was er in het kamp Auschwitz-Birkenau sprake van een georganiseerde opstand. Aanleiding waren geruchten over een grootschalige liquidatie van Sonderkommando's door de SS. De verzetsgroep in het Sonderkommando besloot geïsoleerd van de rest van het kamp tot actie over te gaan. Ze vielen bij Crematorium IV de SS aan met stenen en hamers. Crematorium IV vloog in brand en er werden 3 SS'ers gedood. Vervolgens kwam ook het Sonderkommando van Crematorium II in actie. Ze knipten het prikkeldraad door en verstopten zich in een graanschuur. Maar ze werden ontdekt en de SS stak de schuur in brand. Veel gevangenen werden op de vlucht, tijdens de strijd of door executie gedood. 212 Sonderkommando's overleefden de opstand. De bedoeling was om de vier gaskamers onklaar te maken. Slechts één crematorium raakte onherstelbaar beschadigd.
Meer over Opstand in Auschwitz-BirkenauDodenmars
Na de opstand zijn Henry Bronkhorst, Samuel Zoute, Maurice Schellekes en Josef van Rijk nog in leven. Wanneer de Russen naderen beginnen de dodenmarsen om het kamp te ontruimen. Als enige weet Henry Bronkhorst zich onder de andere gevangenen te mengen en zo in Auschwitz te blijven tot de bevrijding door de Russen op 27 januari 1945. De rest wordt gedwongen mee te gaan met de dodenmarsen: Samuel, Maurice en Josef verlaten Auschwitz. Samuel komt in Mauthausen terecht, hij komt om het leven op 7 maart 1945. Maurice eindigt in Ebensee, een buitenkamp van Mauthausen, en wordt op 6 mei 1945 bevrijd door de Amerikanen. Josef eindigt in Leitmeritz, een buitenkamp van Flossenbürg en wordt op 9 mei 1945 bevrijd door de Russen.
Bij de Dodenmars vanuit Auschwitz begonnen bijna 60.000 gevangenen in de vrieskou aan hun tocht, negen dagen voor de bevrijding op 27 januari 1945. De gevangenen trokken - onder toeziend oog van SS-bewakers - in de richting van de Poolse stad Loslau. Ongeveer 15.000 gevangenen stierven onderweg. Een deel stierf aan uitputting, terwijl anderen werden vermoord door de bewakers.
Meer over Dodenmars vanuit AuschwitzEbensee was een buitenkamp van Mauthausen. Het was in gebruik van 8 november 1943 tot 6 mei 1945. Onder zware omstandigheden werden de dwangarbeiders ingezet om in een 250-meter lange fabriek in de berg V-2 raketten te bouwen.
Meer over Ebensee