Verslag van de oorlogsdagen van G. ten Cate

De auteur, als militair gelegerd in de buurt van Veenendaal, wordt 's nachts gewekt. Via de radio hoort hij dat vliegtuigen het land binnen vliegen. De oorlog is uitgebroken. De burgerbevolking in de buurt wordt geëvacueerd. De eerste en tweede dag blijft bij hen het rustig, vliegtuigen blijven over hen heen vliegen. Eén militair trapt op een mijn en sneuvelt. Te eten en roken is er voldoende. In de buurt (de Grebbeberg) wordt wel gevochten. De derde dag, als het granaatvuur in de buurt komt, krijgen ze de order: "Stand houden. Een ieder sneuvele ter plaatse". 's Nachts is er veel kanonvuur en de volgende dag, 2' Pinksterdag, worden ze 's middags flink bestookt. Tot zijn verbazing krijgen ze het bevel zich terug te trekken. Ze gaan door Veenendaal, waar ze veel lijken tegenkomen via Amerongen, Leersum en Houten. De nacht brengen ze door in Jutphaas, waar de volgende dag de wapens worden ingeleverd. De strijd is verloren. Ze blijven nog een dag in het fort in Jutphaas, gaan via Doorn terug naar hun kwartier "de Klomp". Daar heerst grote wanorde, veel is gestolen. De volgende dag gaat hij per trein via Arnhem en verder met bussen en vrachtwagens over Zutphen, Lochem naar huis. Thuis, in Enschede, wordt hij met open armen ontvangen.