Stukken van W. de Keizer (1935), betreffende haar aanvragen bij de Pensioen- en Uitkeringsraad in het kader van de Wet Buitengewoon Pensioen (BP) en de Wet Burgeroorlogsslachtoffers (WUBO). Het betreft het volgende: Ten eerste een verslag van de erkenningsprocedure voor de WUBO en BP, met daarbij het aanhangsel 'Drie noodlottige vingers', een artikel uit het Rotterdams Nieuwsblad over het mislukte bombardement van geallieerden op Rotterdam op 31 maart 1943 en stukken uit het Gemeentearchief Rotterdam over de bombardementen op de stad, die als bewijs dienen. Ten tweede brieven en notities van mevr. mr. A.H. Punt-Koopmans over de cassussen van mevr. de Keizer. Daarbij ook brieven aan de Centrale Raad van Beroep, waarin stevige kritiek wordt geuit op de procedures van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Ten derde al haar stukken die betrekking hebben op de aanvragen BP en WUBO bij de Pensioen- en Uitkeringsraad. Het betreft niet alleen stukken van die instelling, maar ook aan en van de Centrale Raad van Beroep en de Stichting '40-'45. Uit de stukken komt duidelijk de werkwijze van de Pensioen- en Uitkeringsraad naar voren, die volgens mevr. de Keizer getuigd van onwil en bureaucratie, 1998-2008.
1998 - 2008
Archief 842: Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945 5. Buitengewoon Pensioen
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- MF1303860
- 43447
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer