'Op het monument van de acht helden, die voor het vaderland het leven lieten te Haarlem, zijn tusschen de bloemen de hul...

'Op het monument van de acht helden, die voor het vaderland het leven lieten te Haarlem, zijn tusschen de bloemen de hulzen neergelegd van de patronen waarmee deze moorden werden bedreven.' De acht werden op 7 maart 1945 vermoord tegen een schuilkelder aan de Dreef. Krans met patroongordel. Op de tekst 'Restanten van de moordende kogels'. Op 12 februari 1945 zijn op de Jan Gijzenkade in Haarlem 8 mensen door de Duitsers gefusilleerd. Minder dan een maand later deed zich op 7 maart eenzelfde tafereel voor op de Dreef. Vijftien mannen vonden er de dood voor een vuurpeloton. 's Middags om ongeveer drie uur werden ze na elkaar in twee groepen opgesteld met achter hun rug de schuine wand van een schuilkelder die als kogelvanger dienst deed. Ook nu werden toevallige voorbijgangers staande gehouden en gedwongen getuige te zijn van de massaexecutie. Eén van hen beschreef het tafereel enige dagen later in het verzetsblad De Patriot. Hij vertelde hoe eerst een groep van acht mannen werd doodgeschoten en vervolgde: 'Het gehele tafereel wordt door zeven andere lotgenoten aangezien. Nu werden zij naast hun dode kameraden opgesteld, bij deze mannen was een jongen met rood haar; hij stond fier recht op. Op het moment dat het bevel gegeven zal worden, schreeuwt hij iets tegen zijn beulen. Wat, kon ik niet verstaan, maar ook zij vielen en werden evenals de anderen afgemaakt. Alle lichamen werden op een open wagen geladen en toen bleek, dat een der slachtoffers nog tekenen van leven gaf, werd hij weer afgeladen en doodgeschoten.'