Slag om Arnhem 1944/1945; operation Market Garden. Utrechtseweg te Oosterbeek.

Slag om Arnhem 1944/1945; operation Market Garden. Utrechtseweg te Oosterbeek. De man op de foto is de chauffeur van generaal-majoor Kussin, de Duitse stadscommandant van Arnhem. Het wapen dat bij de chauffeur ligt is naar alle waarschijnlijkheid een Nederlandse karabijn.De foto is genomen op het kruispunt van de Utrechtseweg met de Wolfhezerweg. Kussin was op weg naar Arnhem nadat hij het hoofdkwartier van de Waffen SS had bezocht dat gelegerd was in hotel Wolfheze, langs de Wolfhezerweg. Tegen het advies in ging hij toch terug naar Arnhem en liep hij op het genoemde kruispunt in een hinderlaag. Diverse Engelse eenheden claimen dat zij de generaal in de hinderlaag hebben laten lopen: de B Company van het 3e Para bataljon, de 9e Field Engineer Company en het Recconaisance Squadron (verkenningseenheid). In de auto zaten nog twee mensen, te weten de oppasser en de tolk van de generaal. Beiden kwamen ook om het leven. Deze foto is gemaakt door sergeant Smith van de AFPU (Army Film and Photographic Unit). Overigens zijn de epauletten/rangonderscheidingstekens van het uniform van de generaal afgehaald door een van de 12 Nederlandse commando¿s die deelnamen aan de slag om Arnhem, te weten luitenant Knottenbelt. De Nederlandse commando¿s waren voor de operatie Market Garden verdeel over de Engelse Airborne divisie en over de twee Amerikaanse Airborne divisies. Op 17 september 1944 begon Operatie Market Garden (Slag om Arnhem). Een luchtvloot van meer dan 3000 transport- en zweefvliegtuigen doorkruiste het Nederlandse luchtruim. De Amerikaanse 101e en de 82ste luchtlandingsdivisie landden tussen Son en Veghel en ten oosten van Grave. De Britse 1e luchtlandingsdivisie streek neer bij Wolfheze en Heelsum. Hun doel was het veroveren van de Rijnbrug in Arnhem. De brug bleek zwaarder verdedigd te worden door de Duitsers dan verwacht. De Britten dreigden omsingeld te worden en moesten genoegen nemen met het innemen van posities langs de noordelijke oprit van de brug. In de late middag van 20 september vielen de Waalbruggen in Nijmegen na een verbitterde strijd in geallieerde handen. In de namiddag van de 21ste september rolden de eerste Britse tanks over de brug richting van Arnhem. Voor de Gelderse hoofdstad kwam het ontzet te laat. Het Britse bataljon van overste John Frost dat bij de Rijnbrug was ingesloten, had die ochtend de strijd moeten staken, waardoor de Duitsers de overgang weer ongehinderd konden gebruiken. Nijmegen was bevrijd, evenals een deel van de Betuwe, maar Arnhem was een brug te ver geweest.