Voedsel uit de lucht. Voor het westen van het land ontstond in april 1945 een regelrechte noodsituatie.

Voedsel uit de lucht. Voor het westen van het land ontstond in april 1945 een regelrechte noodsituatie. De hongerdood dreigde, omdat de voedseltransporten over het IJsselmeer stil waren komen te liggen. Om een oplossing te vinden voor deze noodsituatie vonden onderhandelingen plaats tussen de Duitse autoriteiten, vertegenwoordigers van het College van Vertrouwensmannen en de BS. Met toestemming van de Duitsers werden de geallieerden in de gelegenheid gesteld op aangewezen plaatsen in de Randstad voedseldroppings uit te voeren. Op 29 april vlogen de formaties laag over om hun pakketten uit te werpen. Voor de bevolking een onvergetelijk schouwspel. Juichend en zwaaiend in de straten en op de daken werden de vliegtuigen met hun kostbare lading begroet. Laag overvliegende vliegtuigen met voedsel aan boord worden bij de Berlagebrug in de hoofdstad met groot enthousiasme begroet. De bemanning was duidelijk zichtbaar en men kon zien dat er werd teruggezwaaid. Met het eind van de oorlog in zicht stemde het bezettingsapparaat in Nederland erin toe dat geallieerde vliegtuigen op aangewezen plaatsten in de Randstad voedseldroppings mochten uitvoeren. In een paar dagen tijd werden er vanuit Engeland ruim 5500 voedselvluchten naar bezet Nederland uitgevoerd in het kader van operatie Manna en Chowhound. De bezetter gaf aan Nederlandse instanties de opdracht voor een eerlijke verdeling van de pakketten te zorgen.