Zwarte markt is roof. Besteelt niet uw landgenooten. Gelijke verdeeling voor allen!

De situatie tijdens de bezetting was niet rooskleurig. De eerste oorlogsjaren waren nog wel door te komen, maar tegen het einde ervan - in 1944 had de honger in het westen van het land toegeslagen - liep de distributie van de directe levensbehoeften vast om na de bevrijding weer langzaam op gang te komen. Dat ging wel met problemen gepaard. Het gebrek aan en distributie van goederen en levensmiddelen leidde tot een ongekende zwarte handel. Ongelooflijke bedragen betaalde men voor sigaretten, shag en chocolade. De zwarthandelaren maakten gigantische winsten. De regering maakte daar in de persoon van minister Lieftinck een einde aan. Hij zette de grote geldzuivering op touw door iedere Nederlander een tientje te geven inruil voor oud geld: het beruchte ‘Tientje van Lieftinck’.