Opklapbaar schaakbord van karton, met de schaakstukken getekend op papiertjes die in gleuven op het ...
Opklapbaar schaakbord van karton, met de schaakstukken getekend op papiertjes die in gleuven op het bord gestoken kunnen worden. Het schaakspel is gemaakt door Edgard Toussaint Van Hove in de gevangenis in Siegburg, Duitsland. Hij was in 1941 tijdens het eerste proces tegen de verzetsgroep VN tot drie jaar veroordeeld. Dit vonnis volgde uit een gebrek aan bewijs; de doodstraf was geëist. Het schaakbord circuleerde via degene die het brood bracht. Per dag kon er dus één zet gedaan worden. Edgar Toussaint van Hove was een in Amsterdam geboren zoon van Belgische ouders. Derhalve diende hij in de Eerste Wereldoorlog, vanaf november 1915, aan Belgische zijde bij de "patroulleurs". Naderhand ontving hij voor zijn optreden (de hoogste Belgische onderscheiding) de Leopoldsorde. Na de bezetting van Nederland begon Edgar Toussaint van Hove een verzetsgroep die zich onder andere bezighield met sabotageacties tegen Duitse voertuigen en spoorlijnen. Ook was hij samen met vriend Tom Bosschart betrokken bij de oprichting van het Comité voor Vrij Nederland, waarvan tussen eind 1940 en begin 1941 de voornaamste activiteit de uitgave en verspreiding van hun publicatie "Mededelingen van het Comité voor Vrij Nederland" was. In deze periode had Bosschart een ontmoeting met leden van de verzetsgroep Oranjewacht, waarvan leidende personen kort daarna werden gearresteerd. Als gevolg daarvan werd ook Bosschart gearresteerd, en was in maart 1941 bijna de gehele groep rond het Comité voor Vrij Nederland door de Gestapo opgepakt. Toussaint van Hove werd vooralsnog niet door de Duitsers gearresteerd in de hoop dat hij hen naar leden van zijn sabotagegroep zou leiden. In april 1941 werd hij echter toch opgepakt, en in het Oranjehotel in Scheveningen opgesloten. Toussaint van Hove werd met nog 28 anderen aangeklaagd, en hoorde de doodstraf tegen zich eisen. De rechtbank veroordeelde echter Tom Bosschart ter dood, samen met twee andere leden van de groep, Cornelis van der Vegte en Rudolf Pieter 's Jacob, en legde Toussaint van Hove 3 jaar cel op. Toussaint van Hove werd naar Duitsland gestuurd, waar hij achtereenvolgens in Keulen, Rheinback, Lengsdorf en Siegburg dwangarbeid moest verrichten. Gedurende zijn tijd in Duitsland maakte hij een groot aantal tekeningen van het leven in gevangenschap en zijn medegevangenen. In Siegburg raakte Toussaint van Hove, onder het alias Jean Fromage, ook betrokken bij de illegale publicatie "Le Petit Menteur", waarin verhalen, grappen, en nieuwsberichten stonden. Deze publicatie werd door de Duitsers aan banden gelegd, maar Toussaint van Hove wist door hem verborgen exemplaren naar Nederland te smokkelen, die later in boekvorm zijn gepubliceerd. Toen hij aan het einde van zijn straf kwam was de Gestapo van zins om Toussaint van Hove alsnog om te brengen. Dankzij een brief die hij naar Toon Bakels in Nederland smokkelde wist Toussaint van Hove, na bemiddeling door de Zweedse regering, een dag voordat de Gestapo hem kwam halen de gevangenis uit te komen. Terug in Amsterdam dook hij onder op een adres in de Van Baerlestraat. Maar toen de Gestapo hem daar op het spoor kwam nam hij intrek bij het echtpaar Edward en Germaine Althoffs. Daar leerde Toussaint van Hove zijn latere vrouw Thea Exalto (1917-2016) kennen, met wie hij opnieuw in het verzet actief werd. Tot aan de bevrijding gaf Edgar Toussaint van Hove leiding aan een afdeling van de verzetsgroep ‘Three Castles’.
- Hove, E.T. van
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- Voorwerpen
- 13067
- Gevangenis
- Pers, Illegaal, Vrij Nederland
- Toussaint Van Hove, E.
- Duitsland
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer