Archief van H.C.E. Gotjé. H.C.E. (Henri) Gotjé, geboren 18 april 1908. Verzetsdeelnemer.

Archief van H.C.E. Gotjé. H.C.E. (Henri) Gotjé, geboren 18 april 1908. Verzetsdeelnemer. Henri Gotjé was tandarts/tandtechnicus in Amsterdam. Hij kende Henri Halberstadt, omdat die jaren bij zijn moeder in huis had gewoond. Daarnaast werkte Halberstadt voor hem als incasseerder. De medicijnenstudenten Karl Gröger, Rudi Bloemgarten en Coos Hartogh, kende hij ook, die hadden in zijn praktijk ervaring opgedaan met de tandheelkunde. Via Halberstadt raakte Gotjé zijdelings betrokken bij de aanslag op het bevolkingsregister van Amsterdam op 27 maart 1943. Hij bewaarde na de aanslag vier pakketten, bij zijn weten met stencilmachines en nummers van het illegale blad 'Rattenkruid', onder de vloer van zijn praktijk. Kort daarop werden enkele leden van de groep gearresteerd en hoewel Halberstadt daar nerveus van werd, gaf hij aan niet onder te kunnen duiken. Hij werd ook gearresteerd en na enkele weken stond de Sicherheitsdienst op 21 mei 1943 ook bij Gotjé op de stoep. Na zeer zware martelingen had Halberstadt blijkbaar iets over hem losgelaten. In de pakketten bleek zeer veel springstof te zitten. Gotjé hield vol dat hij daar niets van wist. Hij werd gevangen gezet in het Huis van Berwaring aan de Amsterdamse Weteringschans. Op 18 juni was hij aanwezig bij het proces tegen de plegers van de aanslag, waaronder Willem Arondeus en de al genoemde medicijnenstudenten. De meeste leden werden ter dood veroordeeld. In de weken daarna kon hij zijn vrienden nog geregeld spreken, aangezien ze vastgehouden werden in de cellen tegenover zijn cel. Op 1 juli werd het vonnis voltrokken. Henri Gotjé heeft vervolgens nog gevangen gezeten in de gevangenis in Bochum. Het archief omvat correspondentie en andere documenten, naast een verslag van H. Gotjé.