Afscheidsbrief van Joop Kemper aan zijn verloofde Marta Wetzlar, geschreven op de achterkant van een...

Afscheidsbrief van Joop Kemper aan zijn verloofde Marta Wetzlar, geschreven op de achterkant van een foto van haar. Johan Louis ('Joop') Kemper (Bussum, 27 oktober 1922 - Overveen, 23 oktober 1943) en Marta Olga Wetzlar (1924-1997). Joop Kemper studeerde bij het uitbreken van de oorlog economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werd actief als koerier voor de Ordedienst en was in 1942 betrokken bij de oprichting van de verzetsgroep De vliegende brigade. Die opereerde in 't Gooi en hield zich aanvankelijk vooral bezig met hulp aan onderduikers en later ook met sabotage-acties en liquidaties. Na een verraden bijeenkomst werd Kemper op 9 september 1943 in Bussum gearresteerd en vastgehouden in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Zijn verloofde Marta Wetzlar vertelt in een interview in het AD van 8 januari 1972 dat ze geprobeerd heeft hem vrij te krijgen. "Ik ben zelfs nog bij die [Willy] Lages geweest om ze eruit te krijgen, maar hij dreigde alleen maar mij ook vast te houden. Ik heb alleen de schoenen van mijn verloofde terug gehad." Kemper werd op 22 oktober ter dood veroordeeld en een dag later, samen met zes anderen, in de duinen bij Overveen gefusilleerd. Hij droeg een foto van Marta bij zich en had daar achterop een afscheidsbrief geschreven: "Deze foto droeg ik al die tijd op mijn hart, als herinnering aan jouw liefde en [...]. voor jou. Thans ga ik in [...] Gods liefde, waarin wij elkaar eens zullen weerzien. Lieve schoonmoeder en vader gij zijt voor mij veel geweest hebt geen verdriet over mij vergeeft mij. Joop" Marta Wetzlar zou later nog actief worden als koerierster voor de verzetsgroep van Teun Michels in Amsterdam-Oost. Zie VMA 17489.