Fornuis afkomstig uit het pand Lange Kerkdam 74 te Wassenaar, waar tijdens de oorlog onderduikers he...

Fornuis afkomstig uit het pand Lange Kerkdam 74 te Wassenaar, waar tijdens de oorlog onderduikers hebben gezeten. Jesaias Frederik Hendrik Albert ('Albert') de la Court" (1893- Wageningen, 30 mei 1976) en zijn vrouw Cecilia Emilie de la Court-De Graaff (1902-1994) woonden tijdens de oorlog op diverse adressen in Wassenaar en Hazerswoude. Zij hadden meerdere onderduikers in huis. Het fornuis stamt uit de Wassenaarse villa aan de lange Kerkdam 74 van Cecilia's ouders, die bij het uitbreken van de oorlog in de Verenigde Staten verbleven. Albert en Cecilia trokken er samen met hun drie kinderen in en boden onderdak aan onder andere de communistische verzetsvrouw Brecht van de Muyzenberg en het Joodse echtpaar Robert en Betty Premsela. Via Betty Spaander, die bij een tehuis voor Joodse kinderen in Laren werkt, krijgen ze ook diverse Joodse onderduikkinderen. Ze verbleven daar tot het najaar van 1943, toen de Duitsers soldaten begonnen in te kwartieren. Na een verblijf in Wassenaar aan de Kievitslaan trekken ze vanwege V2-installaties die bij Wassenaar worden geplaatst naar het huis in Hazerswoude van Cornelia de Graaff, een aangetrouwde nicht van Cilia de la Court. Daar verbleven zij tot de bevrijding. Ook op dat laatste adres hebben ze een onderduikkind: Kathinka Rebling, het dochtertje van de Duitse componist Eberhard Rebling en zijn Joodse vrouw Lientje Brilleslijper.