Brief in enveloppe. 22 juli 1943. Aan den heer G.C. Janssen.

Brief in enveloppe. 22 juli 1943. Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen. Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland. Een korte samenvatting van deze brief.Lieve Gerard.Wij maken het allemaal goed. Hopelijk gaat het ook goed met jouw. Ik had gewacht op een bericht van Lohman. Zijn de pakjes al aangekomen. Er zijn er drie onderweg. Het is gevaarlijk nu je boven de fabriek woont. Er zal maar een bom vallen dan ben je er zeker geweest. Je moet ook nog het eten daar klaar maken. Dat is toch geen goede gang van zaken. En dan ook nog je was. Dit kan toch niet. Je moet met je chef praten dat hier verandering in moet komen. Vader zegt dan je maar ergens in de kost moet komen. De pakjes sturen heeft zo geen zin. Je moet nu alles met de jongens delen. Dan blijft er voor jezelf maar weinig over. Als je een kosthuis hebt dan kunnen ze daar misschien je was doen. Ze hebben hier gezegd dat je om de twee of drie maanden verlof krijgt. Maar als je aan de chef paling belooft dan kun je misschien wel eerder weg. Ik denk dat de brieven elkaar kruisen, maar dat geeft niet. Als je weer schrijft dan hoor ik wel hoe je de was doet en hoe je slaapt en hoe de omgeving daar is. Heb je Toon Sanders al gevonden. Hier in Erlecom gaan er nog steeds jongens weg. Ook Arnz is erbij. Hij moet naar Soest. Ook Hubers en Roelofs en de jongen van Kraak moeten weg. Je ziet maar je bent niet alleen. Als je nu maar genoeg te eten had dan was het allemaal niet zo erg. Heb je al gevraagd of je in Kleef kunt gaan werken. Je moet maar volhouden. Zeg maar dat het niet meer te doen is boven de fabriek. Met de vangst van vis is het dit jaar slecht. Ze hebben vijf zalmen gevangen maar de prijs is gelukkig goed. Als je geen geld genoeg hebt dan sturen wel wat op.