Brief in enveloppe. 23 februari 1944. Aan den heer G.C. Janssen.

Brief in enveloppe. 23 februari 1944. Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen. Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland. Per adres Dicke Eichen Hohenlimburg in Westfalen.Een korte samenvatting van deze brief.Lieve Gerard,Op de eerste plaats wil ik je laten weten dat wij allemaal nog leven. Ik hoop van jouw ook dat bericht te krijgen. Ik heb nu verschrikkelijk nieuws. Op 22 februari zijn hier verschrikkelijk veel vliegtuigen geweest. Misschien wel duizenden. Bij ons is gelukkig niets gebeurt. Nijmegen ligt helemaal plat. Er zijn vele branden en ook vele dooden. Het zijn er wel duizend. Maar hier zal het wel niet bij blijven. De meesten liggen nog onder het puin. Ik kan het allemaal niet schrijven zoveel is er gebeurt. De jongens bij jouw op de kamer hoeven zich geen zorgen te maken. Bij hun in de buurt is niet zoveel gebeurt. Het ergste is het in de Burchtstraat, Broerstraat, Hezelstraat, Augustinesstraat, Houtstraat, Molenstraat en het Valkhof. En de hele binnenstad, de kerk in de Molenstraat en Doddendaal zijn helemaal uitgebrand en van de Stevenskerk is de toren eraf. Bijna de hele stad stond in brand en ze hadden geen water om te blussen want de leiding van gas en water was kapot. Bij Vroom en Dreesman is niemand meer naar buiten gekomen. Het station is ook grotendeels vernield.Paula Sanders zat ook onder het puin. Ze leeft nog maar is wel gewond. De ziekenhuizen liggen vol zelfs op de gangen liggen mensen. Bij het station kwam net een trein binnen. Deze is helemaal uitgebrand. Vele mensen zijn verbrand.Riek Scheers is nog in leven maar is wel alles kwijt. Leida van Frans Jansen is thuisgekomen maar is ook alles kwijt. Een kind is gewond geraakt. De vader van Harrie is vermist. Ze denken dat hij verbrand is. Hij zat in de trein. Ook mensen uit Beek zijn gestorven, zij waren in de stad. Wij waren niet thuis. We waren met Teun en Gerda naar Beek. Zij gingen daar voor de wet trouwen. Ze waren met Sanders meegegaan en daar gegeten. Toen kwamen de vliegtuigen over. We zagen in een ogenblik de gehele stad in brand staan. We zijn toen maar snel naar huis gegaan. Onze Thee was naar Nijmegen gegaan om het pakje voor jouw weg te brengen. Gelukkig was hij al thuis toen wij thuis kwamen. We dachten dat het pakje wel verloren zou zijn gegaan, maar vader is wezen informeren en de loods waar de pakjes lagen is heel gebleven. Het zal mij benieuwen of het pakje nog bij jouw zal aankomen. We hebben van jouw twee brieven tegelijkertijd gekregen. We kunnen geen paling sturen. Ze kunnen niet gerookt worden. Overmeer ligt helemaal plat. We kunnen nu niet veel meer krijgen want bijna alle winkels in Nijmegen staan in brand. Er zijn ook veel kinderen omgekomen. Onze Thee en Wim zijn meteen gaan kijken maar toen ze de Voerweg op kwamen lag er overal bloed en vele lijken op de straten. Niet alleen in Nijmegen was het raak maar ook in Arnhem, Deventer, Enschede en nog vele andere plaatsen. Nu wil ik erover ophouden.Zeg Gerard zat de bril en de paraplu in het pakje. Ik heb nog niet vernomen of dat allemaal goed is gegaan. Vader zei nog dat je maar niet meer zo hoog kaart moest spelen. Daar krijg je alleen maar ongenoegen van. Bij Jan van tante Marie is een jonge dochter geboren. Onze Jan is naar de tandarts geweest. Die woonde op de Singel, anders was hij er misschien niet meer geweest. Hij heeft alle tanden eruit laten halen. Hij heeft nog veel pijn maar het gaat steeds beter. Heb je nog steeds niets gehoord van je verlof. Gerard als nog iets nodig hebt dan moet je dat maar schrijven, dan sturen wij het op als we het kunnen krijgen. Schrijf maar of het pakje goed is aangekomen en of de dingen lekker waren. Gerard, de man van Jo Scheers is ook gewond geraakt. Men vreest voor zijn leven.