Archief van de Rijkscommissie van advies voor de werkverruiming in de provincie Utrecht

Na overleg met Gedeputeerde Staten stelde de minister van Sociale zaken de commissie in bij besluit van 23 juni 1936. De taak van de commissie was het bevorderen van aanvragen door derden om rijkssubsidie voor het bestrijden van werkloosheid, voor zover die plaats vond door de uitvoering van werken. <br/>Voorzitter werd G.H.J. van Spanje, lid van Gedeputeerde Staten. In de commissie was de Rijksdienst voor de Werkverschaffing vertegenwoordigd, nadien ook de Inspectie van de Volksgezondheid. Het secretariaat werd gevoerd ter provinciale griffie. <br/>De naam Rijkscommissie van advies voor werkverschaffing, werd in oktober 1939 gewijzigd in Rijkscommissie voor de bevordering van werkverruiming, en opnieuw gewijzigd in juli 1940, in Rijkscommissie van advies voor de werkverruiming. <br/>Na 1951 kwam de commissie niet meer bijeen. Haar werk ging over op de Provinciale commissie voor de werkgelegenheid (P.C.W.), die op 3 april 1951 door Gedeputeerde Staten is ingesteld. Het archief van de P.C.W., 1951-1970, is eveneens bij het provinciaal bestuur gedeponeerd. <br/>Zie voor de opheffing van deze commissie, bij besluit van de minister van Wederopbouw d.d. 16 mei 1952, inv.nr. 5923 in het archief van Gedeputeerde Staten van Utrecht 1920-1954 (toegangsnr. 1201). Archief van de Rijkscommissie van advies voor de werkverruiming in de provincie Utrecht, 1936-1952