Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Koninklijke Zangvereniging Tot Oefening en Uitspanning, Middelburg, (1829) 1834-1974 (1993)

1829 - 1993

Inleiding Jacobus Johannes de Kanter, makelaar te Middelburg, liep begin 1834 rond met de gedachte 'om namenlijk door vereenigen van eenige liefhebbers der zang- en toonkunst, geholpen en ondersteund door de bekwaamste meesters hier ter stede, een vast muziekgezelschap op te rigten, hetwelk maandelijks zoude vergaderen om tot onderlinge oeffening en uitspanning eenig vocaal en instrumentaal muziek uittevoeren'. Nadat deze gedachte in een tweetal proefbijeenkomsten vaster omlijnd was, besloot een elftal heren op 22 december 1834 tot verwezenlijking over te gaan. Het muziekgezelschap zou de naam dragen van 'Oefening en Uitspanning', zoals werd vastgesteld in het bij diezelfde gelegenheid aangenomen reglement. De directie werd opgedragen aan de actieve stadsmuziekmeester Wilhelmus Remigius Ceulen, ongetwijfeld de man achter de schermen bij de oprichting. Eerste voorzitter was Anthoni Tak. Reeds een week later werden de eerste negen damesleden toegelaten. Als vanzelfsprekend bezochten alleen de heren de ledenvergaderingen en zij alleen namen dus besluiten; indien het hun nuttig voorkwam, werd echter wel tevoren per rondzendbrief de mening van de dames gevraagd. Stemrecht en passief kiesrecht kregen deze laatsten pas in 1896. Oorspronkelijk mikte de vereniging, conform de doelstelling van De Kanter, op 'onderling' genoegen, d.w.z. in de besloten kring der werkende leden en hun introducés . Maar spoedig ging ze ook aan het openbare concertleven deelnemen. Belangrijke stimulansen daartoe waren het aanknopen van een band met de Afdeling Middelburg van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst (1835) en de opening van een concertzaal aan de Groenmarkt in een der gebouwen van het Abdijcomplex (1839), daartoe door het Provinciaal Bestuur met goedvinden van de regering beschikbaar gesteld. De vereniging zou volgens haar reglement van 1834 instrumentale muziek in 'zoo veel mogelijke afwisseling en verscheidenheid' met zang beoefenen, maar de zangkunst werd al gauw hoofdzaak, terwijl de instrumentale muziek werd teruggedrongen naar de rol van begeleiding. Terecht wijzigde de vereniging dan ook in 1837 bij een reglementsherziening haar naam in Zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning. Bij haar eeuwfeest, in 1934, kreeg zij het recht om het predicaat 'Koninklijke' te voeren. Het archief werd, voor zover de opeenvolgende secretarissen dat niet thuis bewaarden, na ingebruikneming van een nieuwe concertzaal in 1896 aldaar in een kast bewaard, die ook diende voor de berging van de grote voorraad oude muziekpartijen. Dit alles werd in 1973-1974 in verband met een verbouwing van die concertzaal tijdelijk in het Rijksarchief in Zeeland ondergebracht. Toen kwam het eigenlijke archief van onder de pakken muziek te voorschijn. Het werd, met wat de secretaresse onder zich had, aan het Rijksarchief in Zeeland in bewaring gegeven en meteen geïnventariseerd. Helaas moest geconstateerd worden dat het verenigingsarchief belangrijke lacunes vertoont. Daar staat tegenover, dat interessante bestanddelen van andere archieven opdoken, die als gedeponeerd bij het archief van TO&U te beschouwen zijn. Het gaat om archieven van vier verenigingen: Afdeeling Middelburg van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst Deze afdeling, een der oudste in den lande, zag in 1829 het licht. Van haar activiteiten worde hier vermeld dat zij toezicht had op een in 1833 opgerichte zang- en muziekschool en sinds 1839 de concertzaal exploiteerde. In 1844 scheidde zij zich wegens een subsidiekwestie van de landelijke maatschappij af. Deze eiste toen het archief van de afdeling op, aan welke eis geen gevolg gegeven is. Het afdelingsbestuur wenste bij de afscheiding de vroeger bestaan hebbende commissie ter instandhouding der muziek in Middelburg te doen herleven, maar de ledenvergadering besloot de verenigingsvorm te handhaven. Zo kwam het tot oprichting van een nieuwe vereniging: Vereeniging tot Bevordering der Toonkunst te Middelburg Deze beschouwde zich als de voortzetting van de hiervoor genoemde Afdeeling Middelburg van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst en nam haar archief over. Het verschil was, dat zij organisatorisch los van de maatschappij stond, maar dat betekende niet, dat het doen en laten van laatstgenoemde haar onverschillig liet. Op voorbeeld van de door de maatschappij georganiseerde muziekfeesten, bedoeld als landelijke manifestatie, nam de Middelburgse vereniging het initiatief tot een plaatselijk muziekfeest in 1847. Dit slaagde zo goed, dat er een serie van dergelijke evenementen op volgde. De vereniging richtte daarvoor zelfs een soort dochterorganisatie op onder de naam van: Vereeniging voor Zeeuwsche Muziekfeesten Zoals de naam aanduidt, beperkte deze zich niet tot Middelburg. Ook in Goes en Zierikzee werden om de paar jaar feesten op touw gezet en deze duurden twee dagen aaneen. Het laatste feest vond plaats in 1869, het jaar nadat Ceulen gestorven was. Toen hief de vereniging zichzelf op. Zij deponeerde de dossiers van de muziekfeesten in Goes en Zierikzee bij de daar ter plaatse gevestigde afdelingen van Toonkunst, die betreffende Middelburg en tevens ook de notulen van haar vergaderingen met de bijbehorende relatieven bij de vereniging waaruit zij was voortgekomen. Muziekgezelschap 'Uit Kunstliefde' Dit gezelschap, opgericht 4 mei 1826, stelde zich blijkens zijn reglement van 1854 ten doel 'om aan zoodanige inwoners dezer stad, die daartoe de vereischte bekwaamheid bezitten, gelegenheid te geven, om zich onderling in de Toonkunst te oefenen'. Het hoofdaccent viel op de instrumentale muziek; voor zover ook nog zangkunst gepresenteerd werd, gebeurde dat alleen solistisch. De dood van W.R. Ceulen luidde ook voor Uit Kunstliefde het verval in. De Vereeniging Toonkunst wilde in 1873 met het muziekgezelschap fuseren tot een nieuwe vereniging, de Middelburgsche Muziekvereeniging. Uit Kunstliefde stemde daar in beginsel mee in en schorste de eigen werkzaamheden tot het plan goed en wel van de grond gekomen zou zijn. De Middelburgsche Muziekvereeniging bleek evenwel nauwelijks levensvatbaar en ontbond zich reeds in 1881. Uit Kunstliefde volgde in 1885. Bij de opheffing werd besloten het archief en de overige bezittingen-waaronder de muziek die de Middelburgsche Muziekvereeniging het in 1881 had afgestaan-aan Tot Oefening en Uitspanning over te dragen. Misschien was het oudste gedeelte van dat archief daar toen reeds aanwezig, blijkens een potloodaantekening van de hand van secretaris A. van Reigersberg Versluys voor in het notulenboek 1684-1885: 'Archief Kunstliefde gedeponeerd in de kast der Zangver. in de koffijkamer bestaande in: Notulenboek 1832-1864 benevens 3 portefeuilles'. Deze archivalia zijn niet meer boven water gekomen; het jongere deel van het archief is in 1981 in de muziekbibliotheek van Tot Oefening en Uitspanning teruggevonden en ook naar het Rijksarchief in Zeeland overgebracht. Hoe de archieven van de drie verenigingen tenslotte in dat van TO&U beland zijn is niet helemaal duidelijk, omdat de notulen daaromtrent niets bevatten. Vast staat evenwel dat het archief van de Vereeniging voor Zeeuwsche Muziekfeesten zich reeds in 1904 daar bevond (zie inv.nr 34). Aangezien dit archief evenals dat van de Afdeeling van Toonkunst oorspronkelijk gedeponeerd was bij de Vereeniging Toonkunst, ligt de veronderstelling voor de hand, dat de drie archieven tegelijkertijd bij TO&U terecht gekomen zijn. Zeker is dat echter niet en met name bij het archief van de Vereeniging voor Zeeuwsche Muziekfeesten is er aanleiding tot twijfel. De zaak is n.l. dat de Middelburgsche Muziekvereeniging, opvolgster van de Vereeniging Toonkunst, de traditie van de muziekfeesten niet voortzette. Zij liet dat over aan TO&U, die er van 1874 tot 1924 mee doorging. Er is dus een kans dat de zangvereniging in eerstgenoemd jaar al over de archivalia van Muziekfeesten als retroacta de beschikking had. Van de beide andere archieven kan men aannemen dat ze pas later onder TO&U zijn gekomen, omdat het waarschijnlijker is dat ze bij de fusie van 1873 aan de Middelburgsche Muziekvereeniging overgegaan zijn. Toen deze laatste in 1881 ontbonden werd, bleef, naast een zieltogend Uit Kunstliefde, TO&U als enige grote onder de muziekverenigingen over. Als vanzelf viel haar in die situatie zowel de exploitatie van de concertzaal als het toezicht op de zangschool toe. Dit zou een reden kunnen zijn, waarom de Muziekvereeniging, die zich tot haar opheffing daarmee belast had, nu het eigen archief met wat eraan voorafging aan de zangvereniging toevertrouwde. Hiermee zou dan de aanwezigheid van de twee Toonkunst-archieven bij TO&U verklaard zijn. Van het archief van de Middelburgsche Muziekvereeniging zelf ontbreekt tot nu ieder spoor. Na verloop van tijd is TO&U weer ontlast van de twee genoemde taken: zorg voor de concertzaal en voor de zangschool. Nadat de zaal aan de Groenmarkt, trouwens ook om andere redenen niet meer voor muziekuitvoeringen geschikt, door het Provinciaal Bestuur weer voor eigen gebruik was bestemd, werd in 1896 een kapitaal huis aan de Singelstraat tot concert- en gehoorzaal verbouwd. De exploitatie hiervan geschiedde door een nieuw opgerichte NV. De zangschool heeft nog tot 1939 bestaan en sindsdien zijn de activiteiten van de zangvereniging wederom uitsluitend gericht op het geven van openbare uitvoeringen. Na publicatie van deze inventaris (in Gebundelde Inventarissen II (1976) 145-154) kwamen nog zoveel achtergebleven archiefstukken te voorschijn dat in 1988 een tweede herziene versie noodzakelijk bleek (met ingevoegde nummers, herkenbaar aan a, b etc.). In 1993 droeg het Rijksarchief in Zeeland het archief over aan het Gemeentearchief Middelburg (Aanwinst 1993.16). Nadere aanvullingen volgden in 1994 en 1998 thans samen het supplement (oorspronkelijk inv.nrs 1-76, thans inv.nrs 49-124). Sinds eind 1999 berust het archief in het Zeeuws Archief. Tegelijk werd toen de inventaris uit 1988 aangepast en van een doorlopende nummering voorzien. Het archief is openbaar voor zover de stukken ouder zijn dan vijftig jaar. Bij verwijzing naar dit archief zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archief Koninklijke Zangvereniging Tot Oefening en Uitspanning (TO&U), inv.nr(s) ..., daarna verkort als: ZA, TO&U, inv.nr(s) ...

Organisatie
Collectie
  • Archieven Zeeuws Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Zeeuws Archief
  • 1522
Trefwoorden
  • Kunst, Cultuur en Erfgoedbeheer
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards