Gooikens- en Nieuwlandpolder, 1806-1958 (1959)

Inleiding De schorren aan de noordoostzijde van het Poortambacht zijn vermoedelijk rond 1358 bedijkt na meermalen door graaf Willem V aan Zierikzee te zijn uitgegeven A. J. F. Fokker, Schouwen voor 1600, Zierikzee, 1909, blz. 195 en 223. . Zeker zal de bedijking vóór die van Noordgouwe (1374) en van St. Joost (1421) tot stand zijn gekomen Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; vervolgende de beschrijving van Zeeland, Amsterdam, 1753, blz. 417 en 445. . Met de bedijking van de Verbrandemanpolder in 1489 is Gooikens-Nieuwland, waarvan de naam herinnert aan de voormalige Gouwe, binnenpolder geworden. Ook komt de naam voor als Godeliefsland Archief waterschap Noordgouwe, inv.nr. 16, St. Joostpolder. . De afwatering geschiedde sindsdien via Zierikzee A. J. F. Fokker, Anne met de Gesp, Zierikzee, 1909, blz. 47 en Schouwen van 1600-1900, Zierikzee, 1908, blz. 298 en 380. . De Schouwse dijk, al sinds mensenheugenis slecht onderhouden A. J. F. Fokker, Schouwen van 1600-1900, blz. 486. , is op 1 februari 1953 dusdanig aangetast dat Gooikens-Nieuwland gemeen kwam te liggen met Schouwen. Besloten is dan ook af te zien van herstel, deze af te graven in verband met de herverkaveling en de dijk met Noordgouwe en St. Joost te verhogen en te verzwaren tot nieuwe waterkerende dijk. De polder was ruim 70 ha. groot en werd bestuurd door een dijkgraaf en een ontvangergriffier. Ook voor archieven van geringe omvang als het onderhavige geldt klaarblijkelijk, dat bemoeienis van hogerhand tevens bewaring inhoudt, gezien de datering van de oudste stukken (de Franse tijd). Sindsdien is het goed, d.w.z. zonder opvallende lacunes en onbeschadigd, bewaard gebleven. De in 1973 reeds vervaardigde inventaris is afgerond door enkele veranderingen in beschrijving en ordening en verpakking in daartoe geschikt materiaal. Het archief beslaat 1,4 strekkende meter.