Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Waterschap Nieuw-Bommenede, 1716-1958 (1972)

1716 - 1972

Inleiding Het waterschap Nieuw-Bommenede bestond uit de polders Nieuw-Bommenede, Nieuw Nataars en Kijkuit. De kadastrale grootte was 323 ha. en de belastbare oppervlakte bedroeg 280 ha. Het jaar van bedijking van het gehele Bommenedegebied kan men in 1412 laten beginnen. Echter daarvoor had Bommenede al als eiland bestaan, namelijk van de 12e tot de 15e eeuw. Voor 1412 werd over Bommenede gesproken als een eiland, dat door Sonnemare van Schouwen en Dreischor werd gescheiden. De Sonnemare was een zijarm van de Gouwe, die de eilanden Schouwen en Duiveland van elkaar scheidde. Uit een oorkonde van 1220/1226 blijkt dat Bommenede deel uit maakte van Dirk van Voorne's "terra in Somerland". In 1165 kwam het reeds voor als "insula Bonne", dat in het bezit was van de abdij Duinen, later overgegaan aan het jonge Zusterklooster Ter Doest, deze lagen allebei in Vlaanderen. Bommenede is na de bewoning van de twaalfde tot de veertiende eeuw aan de zee prijsgegeven. In 1412 was het voldoende aangeslibt op opnieuw bedijkt te worden. Het werd dan ook uitgegeven aan Jan van IJsselstijn. Deze droeg het op zijn beurt weer over aan Frank van Borssele, graaf van Oostervant. Deze beleende het in 1464 aan Adriaan van Borssele, Heer van Brigdamme. Het gebied kreeg veel tegenslag te verwerken. In 1530, op 5 november, met de bekende stormvloed "Sint Felix Quade Saterdach", overstroomde geheel Nieuw-Bommenede. De gaten in de dijken waren echter weer spoedig hersteld. Ondanks deze tegenslag, ging het de bewoners en het gebied toch redelijk goed. De plaats Bommenede was welvarend, de haven werd door vele vissersschepen aangedaan. Deze welvarende tijd kwam voor in de jaren 50 van de 16e eeuw. In 1565 kwam echter de terugslag. Er werd om uitstel van betaling van de schulden gevraagd door de schepenen, dijkgraaf en gezworenen. Dit uitstel werd gevraagd, wegens de grote schade, die was ontstaan door ijsgang en stormvloeden, waardoor de dijken en hoofden van de haven tweemaal vernield waren. De grote catastrofe kwam echter met de Allerheiligenvloed van 1570, waardoor de gehele polder inundeerde. Vele bewoners begonnen daarop weg te trekken en ze gingen meestal naar Brouwershaven, dat blij was met deze aanwas van de bevolking. Ze waren zelfs zo blij, dat ze de nieuw aangekomenen vrijdom van belasting gaven, maar ook konden ze na een verblijf van een jaar gratis het poorterschap krijgen. Ook de schepen van Bommenede, die onder de vlag van Brouwershaven gingen varen, kregen allerlei voordelen. Al deze dingen werden gedaan, niet als goede nabuurschap, maar om de visserij en handel van haar concurrent in handen te krijgen. Zelfs de kerkeraad van Bommenede verhuisde naar Brouwershaven. In december 1570 kwamen de commissarissen, die in opdracht van Philips II waren aangewezen om de dijken te inspekteren, naar Schouwen, maar Bommenede konden ze niet bereiken. De opperdijkgraaf Werckendet kreeg toen opdracht om de commissarissen in te lichten. Deze wist wel in de polder te komen en zag dat de schade aanzienlijk was. Tussen de polder Nataars en het dorp Bommenede zaten in de dijk gaten van 12 roeden en in de dijk westwaarts van het dorp zat een gat van 10 roeden. Van de Kijkuitpolder was de dijk over een lengte van 180 roeden vernield. Daardoor was er in de middeldijk van Bommenee een grondgat gevallen van 50 roeden lang. Werckendet bracht verslag uit over de toestand en gaf meteen een aantal adviezen aan Philips II om tot herstel van het gebied te komen. In het privilege, dat Philips II daarop laat volgen, werden deze adviezen dan ook overgenomen. Het eerste middel tot herstel was dat er allerlei heffingen op bier, wijn en land werden ingesteld. Het tweede middel was, dat de vronen en tienden van Kijkuit en Bommenede gelijkgesteld werden met andere gemeten, en als laatste middel werden de aangrenzende polders opgedragen om aan het herstel mee te betalen, omdat het herstel van het gebied ook in het voordeel was van deze polders. Hoe lang het geduurd heeft om heel het gebied droog te maken is niet bekend. Wel werd nog in 1574 de landslieden van Schouwen gevraagd om te "commen carren" aan de fortificaties. Het gebied Nieuw-Bommenede bleef echter een zorgenkind. Na een kwijnend bestaan in de 17e eeuw, kwam in 1682 met de stormvloed van dat jaar de genadeklap. De buitendijk van Nataars brak door waardoor het gehele gebied onderliep. De kosten van het herstel waren zo hoog, dat de Staten van Holland, onder wiens jurisdictie het gebied viel, besloten om geen geld meer te voteren voor het herstel van het gebied. De Staten van Holland traden daarna met de Staten van Zeeland in onderhandeling over het gebied en gaven het in 1682 over aan Zeeland. De Staten van Zeeland gaven het op 25 september 1687 bij oktrooi uit aan vier heren van Zierikzee, die het mochten bedijken. In het begin van de 18e eeuw werden dan ook de polders Nieuw-Bommenede, Kijkuit en Nataars herdijkt. De resten van het dorp Bommenee hebben nog geruime tijd ten noorden van de polder boven het water uitgestoken. Een nieuw dorp ontstond er echter niet, wel een klein gehucht met de naam Bommenee dat op de dijk van de Zonnemaire-polder ontstond. Onder het Waterschap Nieuw-Bommenede vielen ook de polders Nieuw-Nataars en Kijkuit. De polder Nieuw-Nataars heeft dezelfde calamiteiten gekend als Nieuw-Bommenede en werd pas in 1716 weer herdijkt. De Kijkuitpolder heeft geen drijvende periode gehad. Het kwam echter wel in 1570 en 1682 vol water te staan. In 1571 werd door Philips II een oktrooi uitgegeven om het poldertje te herdijken. In 1808 ontstond er enorme schade aan de Nieuw-Nataars. Door de stormvloed ontstond er een dijkbreuk van ca. 75 meter, die na veel moeilijkheden gesloten werd. Men moest de dijk, die de zaak af moest sluiten, binnen de doorbraak leggen, omdat ter plaatse hiervoor een verzande kreek lag. Met de stormvloed van 1825 liepen de dijken van de verschillende polders van het waterschap veel schade op, maar er was geen sprake van overstromingen. De dijken hielden stand. Ook met de stormramp van 1953 hielden de dijken het. Het gebied was een van de weinige gebieden op Schouwen-Duiveland, die niet overstroomden. De dijken werden echter wel zwaar beschadigd. De begrenzingen van het waterschap zijn als volgt: in het noorden en het oosten grenst Nieuw-Bommenede aan de Grevelingen, in het zuiden aan de Zonnemairepolder en in het westen aan de polder Bloois en Oud-Bommenede. Het Waterschap Nieuw-Bommenede had langs de Grevelingen een eigen suatiesluis. Sinds 1937 vond de suatie door deze sluis plaats. Vanaf 1940 geschiedde de suatie elektrisch. Deze sluis is in 1957 vervallen en sindsdien sueert men door het "Sas"-gemaal bij Zierikzee. Aan de oevers van de Bommenedepolders hebben zich in de 19e eeuw weinig veranderingen voorgedaan, zodat er praktisch geen oeverwerken van betekenis zijn uitgevoerd. In de jaren 1855/1879 zijn er 28 rijshoofden op het voorland gelegd, waarvan een viertal op de hoek van Bommenede van bestorting zijn voorzien. In 1818 werd het waterschap Nieuw-Bommenede calamiteus verklaard. Wat dit wel zeggen vindt men in de algemene inleiding van deze bundel inventarissen. Dit calamiteus zijn, werd echter in 1894 weer opgeheven. De calamiteusverklaring was een indirect gevolg van de stormvloed van 1808. Deze had, zoals we gezien hebben, een grote doorbraak in Nieuw-Nataars teweeg gebracht. De kosten van het herstel bedroegen fl. 33.000, -. Dit kon de polder niet alleen opbrengen en daarom vroeg men een calamiteusverklaring aan. De polder werd daarop calamiteus verklaard. Bij Koninklijk Besluit van 22 januari 1894 werd de calamiteusverklaring opgeheven. Het duurde echter tot 1896 eer deze vrijverklaring helemaal rond was. Geschiedenis van het archief en de verantwoording van de inventarisatie De oudste stukken uit het archief dateren uit de 18e eeuw. Het zijn rekeningen. Aangenomen mag worden dat vele stukken uit de 16e, 17e en 18e eeuw verloren zijn gegaan. Het archief bestaat uit drie afzonderlijke gedeeltes. Een gedeelte van voor de calamiteusverklaring van 1818. Een gedeelte van het calamiteuze waterschap (1818-1894). Een gedeelte van het waterschap na de vrij verklaring (1894-1958). De correspondentie was chronologisch geordend, maar niet ingebonden. Het systeem van chronologie hanteert men tot 1959. Aangenomen mag worden dat het archief vroeger bij de ontvangergriffier werd bewaard. In 1936 blijkt dit namelijk nog het geval te zijn. De archiefinspekteur maakt in zijn verslag hier melding van. Ook maakt hij melding van de aanwezigheid van een inventaris uit 1716. Deze inventaris is echter niet meer in het archief aanwezig. Wel aanwezig zijn een aantal inventarissen vanaf 1875 tot 1923. In 1973 kwam een concept-inventaris gereed, vervaardigd door mevr. L. Mol-Sipman. Door mij werd het archief geheel opnieuw geordend en beschreven. Het schema van de inventarisatie is opgemaakt aan de hand van het algemeen indelingsschema voor een polderarchief, afkomstig van de Provinciale inspektie der gemeente- en waterschapsarchieven te Zuid-Holland. Literatuur V. Empel, M. en Pieters, H., Zeeland door de eeuwen heen, 2 dln.; Middelburg, 1935, 1959. Wilderom, M. H., Tussen afsluitdammen en deltadijken, Middelburg 1964, dl. II, Noord-Zeeland. Magendans, J. F., Provinciale Almanak voor Zeeland voor het jaar 1920, Middelburg, 1919. Hedendaagse historie of tegenwoordige staat van alle Volken, 20e deel, vervolgende de beschrijving der Verenigde Nederlanden en wel in 't bijzonder Zeeland, Amsterdam 1753; Fascimile-uitgave, Zaltbommel, 1966. Verseput, L. M., Bommenede, geschiedenis van een verdronken plaats, overdruk uit het Zeeuws Tijdschrift 13e jaargang, 1963, blz. 69-77. Verseput, L. M., Geschiedenis van de Bommenedepolders, overdruk uit het Zeeuws Tijdschrift, 15e jaargang, 1965, blz. 26-27.

Organisatie
Collectie
  • Archieven Zeeuws Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Zeeuws Archief
  • 3322
Trefwoorden
  • Verkeer en Waterstaat
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards