Commissie Dijkdepôts op Schouwen-Duiveland, 1954-1962

Inleiding Eind 1954 ontvingen alle waterschappen en polders het verzoek tot overneming van de materialendepots van de Dienst Dijkherstel. In deze depots werden de materialen en hulpmiddelen opgeslagen, die nodig waren om te worden gebruikt bij onverhoopte dijkdoorbraken of overstromingen. De besturen van het Waterschap Gouweveer en Zelke, de Polders Ooster- en Sirjansland, Groot-Bettewaarde, Vierbannen van Duiveland, de Jongepolder en de Nieuweveerpolder bespraken de mogelijkheid van het overnemen voor gezamenlijke rekening. Het gebied vond men evenwel te klein; men meende dat het gehele eiland bij de samenwerking betrokken moest worden. De besturen van de genoemde polders verzochten het Waterschap Schouwen, het grootste waterschap op het eiland, de nodige initiatieven te nemen. Op 16 december 1949 vond een vergadering plaats te Zierikzee. Na enig overleg bleken alle aangeschreven polders en waterschappen bereid tot deelneming aan het plan. Een commissie werd ingesteld, die de zaak verder regelde. Deze commissie bestond uit: C.A. Boogerd (Waterschap Schouwen), J.A. van Nieuwenhuijzen (Vierbannen van Duiveland) en A. van der Linde (Dreischor). Adviserend lid was ir. W. de Beijl namens de Provinciale Waterstaat in Zeeland. Vanaf 1956 werd zijn plaats ingenomen door ir. A.M. de Graauw. Secretaris van de commissie werd A.C. Hartog (ontvanger-griffier van het Waterschap Schouwen). De depots, die overgenomen werden, lagen bij de Val, Noordbout, Rampaartsedijk, Zonnemaire, Brouwershaven, Scharendijke, Plompe Toren, Schelphoek-Oost en Suzanna's inlaag. Een centraal zakkenmagazijn werd ingericht in een pakhuis te Zierikzee. De depots - barakken - bleven eigendom van de Staat der Nederlanden. De Commissie Dijkdepots huurde deze. Per 1 november 1956 werd de huur opgezegd omdat de barakken nodig waren voor de uitvoering van de Deltawerken. Het bleek in alle gevallen mogelijk elders ruimte te vinden voor de berging van de materialen. Na de concentratie van de waterschappen en polders op Schouwen-Duiveland, per 1 januari 1959, werd het beheer een zaak van het nieuwe Waterschap Schouwen-Duiveland. Een afzonderlijke commissie voor de depots was onnodig. Het archief werd aangetroffen bij dat van het Waterschap Schouwen. Het omvat 1 pak.