Bloedploeg Norg

De Bloedploeg Norg stond onder leiding van Gerrit Hendrik Sanner. Na Dolle Dinsdag weken NSB'ers uit de Randstad uit naar het noorden van het land. Samen met zeven andere Landwachters werd Sanner in september 1944 in het Schultehuis in Diever gestationeerd. In oktober 1944 week de groep uit naar Villa Nijenhof in Norg, vandaar de naam Bloedploeg Norg. De groep maakte jacht op het verzet en verhoorde zelf hun arrestanten. Hardhandig optreden, martelpraktijken en zelfs executies vonden plaats. Gevangenen werden vaak overgeleverd aan de Sicherheitsdienst (SD). Na de oorlog werd het lidmaatschap van de Landwacht als een zwaar vergrijp gezien en zwaar bestraft. Zeven leden van de harde kern werden opgepakt. Sanner en vier anderen werden ter dood veroordeeld maar alleen bij Sanner is het vonnis voltrokken. Hij werd in 1947 geëxecuteerd. Roerganger van de bloedploeg, Jacobus Philippa, dook na de oorlog meteen onder en zat van 1945 tot 1974 bij zijn ouders in Den Haag op zolder verstopt.