Casper Wigmans

WIGMANS (Casper), geboren te Zaltbommel op 14 april 1907. In april 1911 verhuist hij met zijn ouders naar Rotterdam. Casper is de oudste van 7 jongens, van wie de jongste na een maand overlijdt. Casper heeft geen zus. Hij trouwt in december 1939 en woont in 1944 met zijn vrouw en kinderen in de Rotterdamse wijk Bospolder, op het adres Watergeusstraat 33b. Bij de razzia van 10 november 1944, op de 33e verjaardag van zijn broer Petrus Gerardus, wordt Casper opgepakt, hij is dan 37 jaar oud en magazijnbediende bij een scheepswerf. Langs welke route hij is weggevoerd naar Duitsland is niet bekend. In februari 1945 bevindt hij zich in Wesel. Bij het bombardement op Wesel, d.d. 19 februari 1945, komt Casper om het leven. Een broer (mogelijk voornoemde Petrus Gerardus) begraaft de overblijfselen van Casper in een kuil. Deze plek zal later niet meer gevonden worden, waardoor Casper niet herbegraven kan worden. Zijn vrouw hertrouwt in 1947. Caspers moeder is omgekomen bij het vergisbombardement op Rotterdam-West van 31 maart 1943. Haar lichaam wordt op 9 april gevonden. Volgens de lijkschouwer is zij omgekomen als gevolg van een bominslag. Tijdens de razzia hebben de broers van Casper de volgende leeftijden: 35, 33, 30, 27 en 20 jaar. Het is goed mogelijk dat alle broers zijn opgepakt bij de razzia. Na het overlijden van zijn jongste zoontje, later zijn vrouw en vervolgens het vertrek van zijn zoon(s), moet dat voor vader Wigmans een uiterst moeilijke tijd zijn geweest.

Bron: Stadsarchief Rotterdam