Marius Petrus Johannes Verdijk

Ook bekend als: Marius

Marius wordt geboren op 15 november 1907 in Beugen als zoon van de burgemeester Theodorus Verdijk en Maria van de Ven. Na zijn schooltijd woont hij in Boxmeer en werkt in Beugen als ambtenaar op de gemeentesecretarie. In 1936, twee jaar na zijn vaders overlijden, trouwt hij met Gerda Janssen, met wie hij een gezin van vijf kinderen sticht. Tijdens de Duitse bezetting is Marius actief in het verzet. Zijn werk op het gemeentehuis stelt hem in staat om persoonsbewijzen achterover te drukken die vervolgens voor onderduikers vervalst kunnen worden. In de zomer van 1944 wordt hij echter verraden door de NSB-burgemeester van Beugen en gearresteerd. Marius wordt vastgezet in kamp Vught, waar hij blijft tot 5 september 1944 (Dolle Dinsdag), als het kamp door de SS wordt geëvacueerd vanwege het naderen van de geallieerde strijdmacht. Samen met de mannelijke gevangenen wordt Marius naar Sachsenhausen in Oranienburg gedeporteerd, om ruim twee maanden later doorgezonden te worden naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Vandaaruit wordt hij als dwangarbeider ingezet bij de productie van granaten bij Stahlwerke Braunschweig GmbH. Hiervoor wordt Marius ondergebracht in het bij de fabriek opgerichte buitenkamp te Salzgitter-Watenstedt. De omstandigheden zijn er erbarmelijk slecht. Kleding, hygiëne en medische zorg is er nauwelijks, rantsoenen schieten ernstig tekort voor het zware werk en daar bovenop staan de gevangenen voortdurend bloot aan mishandelingen door de bewakers. Als gevolg daar sterven er gemiddeld twintig tot dertig gevangenen per dag. Het is niet precies duidelijk hoe Marius’ gevangenschap er in de laatste weken van de oorlog uitziet. Mogelijk wordt hij vanuit Salzgitter-Watenstedt naar Ravensbrück afgevoerd en vervolgens op dodenmars gezet richting Noord-Duitsland. Op 2 mei 1945 zou hij vervolgens zijn bevrijd in Malchow, in Mecklenburg, al dan niet in het daar gelegen werkkamp. Tegen die tijd is Marius echter door honger, uitputting en stelselmatige mishandeling in de kampen ernstig verzwakt. Op 21 mei 1945 overlijdt hij te Malchow aan de eerder geleden ontberingen. Hij is 37 jaar geworden. Zijn overlijden wordt in 1948 geregistreerd bij de Burgerlijke Stand te Boxmeer. Als overlijdensplaats wordt daar echter Malchow bij Berlijn genoemd.

Bron: Brabantse Gesneuvelden