Adrianus van Dijk

DIJK van (Adrianus), geboren te Rotterdam op 8 juni 1921. Wanneer de razzia plaatsvindt, woont Adrianus nog bij zijn ouders, (vermoedelijk) in de Tarwewijk op het adres Brielschelaan 298a. Bij de razzia van 10 november 1944 wordt Adrianus opgepakt en met een rijnaak weggevoerd. Via Vreeswijk, Zuilen, Amsterdam gaat de reis over het IJsselmeer naar Kampen. Adrianus moet in een grote colonne lopend naar Kamp Wezep. Op 18 november 1944 is Adrianus aldaar betrokken bij de vluchtpoging die vreselijk misloopt. Het leidt ertoe dat Adrianus, 23 jaar, en twee anderen worden gefusilleerd. Ze worden begraven in een put die ze zelf hebben moeten graven. Een dag later worden nog een vader en een zoon gefusilleerd en begraven. Na de bevrijding heeft men vergeefse pogingen in het werk gesteld de stoffelijke overschotten te vinden. Pas in juli 1956, tijdens militaire werkzaamheden op de hei bij Wezep, worden de stoffelijke resten van de vijf mannen gevonden. Op 21 augustus 1956 worden Adrianus en zijn vier mede-slachtoffers herbegraven op de erebegraafplaats Loenen. Via zijn moeder (Geertruij Teuntje van Perk) was Adrianus een volle neef van de op 29 juli 1930 geboren Lijntje Huizer. Haar vermissing in 1937 was een geruchtmakende zaak. Door een toeval werd in 1953 ontdekt dat zij was vermoord door een voormalige buurjongen.

Bron: Stadsarchief Rotterdam