Edith Frank-Hollander

Ook bekend als: Edith Frank, Edith Frank-Holländer

Edith Frank-Holländer (Aken, 16 januari 1900 – Auschwitz-Birkenau, 6 januari 1945) was een uit Duitsland afkomstige Joodse vrouw en de moeder van Anne Frank. Ze zat onder andere in de gevangenis aan de Weteringschans te Amsterdam en in Kamp Westerbork. Edith Frank kwam om het leven in concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.

Bron: Stichting WO2Net | Oorlogsbronnen.nl

Volgens haar geboorteakte werd Edith Holländer geboren op 16 januari 1900 in Aachen, op het adres Heinrichsallee 50. Zij was een dochter van Abraham Holländer en Rosalie Holländer-Stern. Edith was de jongste van vier kinderen. Zij had twee broers: Julius en Walter. Bettina, de enige zuster, overleed op 16-jarige leeftijd. Edith bezocht de evangelische Viktoriaschule aan de Warmweiherstrasse in haar geboorteplaats. In 1916 deed ze eindexamen. Ze was sportief en ze deed onder meer aan tennis. Voor haar huwelijk werkte ze enige tijd in het familiebedrijf. De door haar grootvader opgerichte firma B. Holländer Rohproduktenhandlung handelde in stoomketels, apparaten en industriële installaties, maar ook in oud ijzer, oud papier en lompen. Er was een nevenvestiging in Keulen en sinds 1914 had het bedrijf ook een wagonfabriek bij Hannover, waar Ediths broer Walter werkte. Op 12 mei 1925 trouwde Edith met Otto Frank en verhuisde naar Frankfurt. In 1926 werd Margot geboren en in 1929 volgde Anne. Nadat zij en Otto in 1933 besloten Duitsland te verlaten, ging Edith met de kinderen eerst enige tijd bij haar moeder in Aken wonen. Ze reisde veel naar Amsterdam heen en weer. Ze was daar onder meer druk met het zoeken naar een woning. In december 1933 vertrok ze definitief naar Nederland. Het gemis van haar oude leven viel Edith zwaar. Ze correspondeerde regelmatig met het vroegere Frankfurtse buurmeisje Gertrud Naumann en ze richtte zich verder vooral op haar gezin. Vanaf september 1938 ondernam ze met Otto pogingen haar moeder naar Nederland te halen. Kort na de Kristallnacht verleende het Ministerie van Justitie hiervoor ook toestemming. Ediths broers Walter en Julius slaagden erin naar Amerika te emigreren. Na de arrestatie op 4 augustus 1944 kwam Edith via Westerbork in Auschwitz terecht. Ze was aanvankelijk samen met haar dochters, maar die werden na ongeveer acht weken doorgestuurd naar Bergen-Belsen. Edith leed hier erg onder. Over haar verdere lotgevallen is weinig bekend, maar een vriendin zag haar later in een ziekenbarak. Ze had hoge koorts en was door voedselgebrek en ziekte totaal uitgeput. Ze stierf enkele dagen later op 44-jarige leeftijd.

Bron: https://research.annefrank.org/nl/personen/5166e05f-5950-486d-bb13-160b2a586fd5/