Rosel Wronker-Goldschmidt

Rosel Goldschmidt trouwde op 22 juli 1942 met Paul Wronker. Fritz Pfeffer was getuige bij het huwelijk. Paul Wronker had bij de familie Frank gewoond. Rosel kwam in juli 1933 uit Frielendorf naar Nederland. Voor en na haar verblijf bij de Franks bewoonde ze nog een groot aantal adressen. Volgens haar eigen gezinskaart stond ze bijna anderhalf jaar ingeschreven bij de familie Frank. Rosels beroep was dienstbode. Ze was dat ook bij de familie Frank; Edith Frank schreef in december 1937 aan een vriendin dat ze weer alles alleen doet sinds "Frl. Goldschmidt" in oktober vertrok. In dezelfde brief schreef Edith over Rosel: "Johannesburg wurde abgeschlagen." In april 1937 vroeg en krijgt Rosel een verklaring van de gemeente Amsterdam van goed gedrag in verband met voorgenomen emigratie naar Zuid-Afrika. In oktober 1937 deed ze hetzelfde voor Zuid-Amerika, met hetzelfde resultaat. Ze bleef echter toch in Nederland, dus ook deze poging liep kennelijk spaak. Anne schrijft op 20 oktober 1942 in haar dagboek dat Rosel en haar man doorgezonden waren naar Polen. Twee dagen later schrijft ze dat ze zijn teruggehaald en dat Miep bij ze langs ging. "Terug uit Polen" is ongetwijfeld een vergissing van Anne. Dat Miep langsgaat duidt er eerder op dat ze uit Westerbork terug naar Amsterdam waren gehaald. Op 25 mei 1943 ging zij met haar man naar kamp Vught, en vandaar op 2 juli 1943 naar Westerbork. Een korte typering van de aankomst van zestienhonderd personen die dag in Westerbork geeft Philip Mechanicus. Bron persoonsgegevens. Adressen: Merwedeplein 37 II, Amsterdam (15 april 1936 – 18 oktober 1937).

Bron: https://research.annefrank.org/nl/personen/fbd80a73-d169-425d-92bc-a532ce5f55f5/