Ernst Moritz Meijer

Ernst Moritz Meijer was handelaar in lompen en kwam in 1933 vanuit Bremen naar Nederland. In augustus 1937 vertrok hij van Maastricht naar Amsterdam. Na enkele maanden volgde Eva Weijers met wie hij op 27 april 1938 trouwde. Eva's zus Kitty Weijers en Walter Lippmann waren hun getuigen. Het gezin kreeg drie zonen: Frank Harry (1939), Paul James (1940) en Ronald Leon (1944). Op 6 november 1940 overleed zijn bij hem inwonende moeder door een ongeval. In 1941 verloor hij, als buiten Duitsland wonende Duitse Jood, zijn nationaliteit. Als gemengd gehuwd gezin kwamen zij de bezetting door. In januari 1945 verborg hij in zijn woning enkele illegalen, die voor de Sicherheitsdienst op de vlucht waren. Tijdens zijn naturalisatie van statenloze tot Nederlander werd dit als bewijs naar voren gebracht dat hij 'aan de goede kant' stond. De naturalisatie werd op 2 november 1950 in de Eerste Kamer aangenomen. Een jaar later vertrok het gezin naar New York, en later naar Los Angeles. Toen Meijer hoorde van Otto’s voorgenomen huwelijk met Fritzi Markovits wenste hij hen geluk. In dezelfde brief schreef hij over een televisieuitzending in Amerika die over het dagboek ging. Met name de personages van Peter, Margot en Otto, hem allemaal tenslotte bekend, vond hij realistisch. Via Otto Frank kwam de familie Meijer in contact met de toneelschrijvers Albert Hackett en Frances Hackett – Goodrich. De correspondentie tussen het gezin Meijer en Otto en Fritzi Frank – Markovits hield jarenlang aan. Bron persoonsgegevens. Adressen: Bremen; Botticellistraat 36-II, Amsterdam (sept. 1934), Alexander Battalaan 72, Maastricht (mei 1935); Beethovenstraat 74-III, Amsterdam (aug. 1937), Slaakstraat 5-III (april 1938), Zuider Amstellaan 38 huis (juli 1939); New York (nov. 1951); 1011 Meadowbrook Avenue, Los Angeles (1952); 907 Hauser Boulevard, LA (1957).

Bron: https://research.annefrank.org/nl/personen/0cef59ba-78f4-45eb-8a99-37fad0db8019/