Johannes Franciscus Chrisostinus Linthorst

Ook bekend als: Oom Jan, Jan

Jan wordt geboren op 29 april 1890 in het Overijsselse Raalte, als jongste van de vier kinderen van spekslager en fabrikant Wilhelmus Linthorst en Joanna de Haan. Samen met zijn twee inwonende zussen vestigt hij zich begin jaren twintig in het Limburgse Arcen. In 1926 laat hij zich bij de Kamer van Koophandel in Venlo inschrijven als fabrikant van letter- en reclameplaten. Sinds 1934 woont Jan met zijn zussen in Oisterwijk. Zijn fabriek breidt hij in 1938 uit met een productielijn voor lichtinstallaties en neonletters. Datzelfde jaar wordt hij secretaris van de afdeling en propagandaclub van de RKSP in Oisterwijk. Wegens het uitbreken van de oorlog moet hij zijn fabriek sluiten, omdat hij niet langer aan de benodigde grondstoffen kan komen. In plaats daarvan zet hij in juni 1942 samen met zijn neef Wilhelmus Linthorst (die tevens bij hem inwoont) de chemische fabriek Saboena op, waar wasmiddel en schoensmeer wordt geproduceerd uit industrieel afval. Als de Duitsers Nederlandse jongeren oproepen voor de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling in Duitsland, neemt Jan veel van deze jongeren illegaal als arbeiders in dienst. Hij gaat zelfs zover Duitsers om te kopen met voedsel om voor deze mannen de juiste papieren te regelen. In de fabriek zelf gaat Jan algauw zelf papieren vervalsen. Na bemiddeling van de lokale verzetsstrijder Bim van der Klei sluit Jan zich aan bij de Raad van Verzet, de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en de knokploeg in Oisterwijk, onder de schuilnaam ‘Ome Jan’. Nadat een van de bedrijfsleiders van Jans fabriek wordt gearresteerd, komen de Duitsers hem op het spoor. Op 9 juli 1944 wordt hij thuis gearresteerd. Jan probeert nog via de tuin te vluchten, maar wordt gepakt en voor verhoor naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren gebracht. Daar onderneemt het verzet nog een poging hem te bevrijden, maar omdat ze niet de juiste sleutel hebben, kunnen ze Jan niet uit zijn cel halen. In augustus wordt Jan binnengebracht in kamp Vught en enkele dagen in de bunker opgesloten, om ten slotte op 19 augustus op de fusilladeplaats te worden geëxecuteerd. Jan is 54 jaar geworden.

Bron: Brabantse Gesneuvelden