Nederlandse krijgsgevangenen komen om na bevrijding
Op het Duitse treinstation Lauterecken botst op 20 mei 1945 een trein met aardappels achterop een stilstaande trein met Nederlandse ex-krijgsgevangenen die worden gerepatrieerd naar Nederland. Meerdere wagons worden versplinterd, negen Nederlanders overleven de treinbotsing niet en twee Nederlander overlijden later aan hun verwondingen.
Collage met documenten uit krijgsgevangendossiers en een aantal foto's van de slachtoffers van de treinbotsing.
Krijgsgevangen
Na de meidagen van 1940 worden de krijgsgevangen genomen Nederlandse militairen snel weer vrijgelaten. Tot mei 1942, want dan worden officieren terug in krijgsgevangenschap gebracht om het groeiende verzet de kop in te drukken. En wanneer eind april 1943 een oproep volgt voor alle dienstplichtigen omdat de bezetter een enorm tekort heeft aan arbeiders breken de april-meistakingen uit. Zo'n elfduizend Nederlandse militairen worden opnieuw krijgsgevangene.
Vrijwillig
Het grootste deel van de slachtoffers van de treinbotsing in 1945 heeft zich na de oproep in 1943 vrijwillig gemeld voor terugvoering in krijgsgevangenschap. Ze worden in juni 1943 naar een krijgsgevangenkamp in Duitsland gebracht, een groot deel komt terecht in Stalag IV-B bij Mühlberg. Een van de slachtoffers meldt zich niet vrijwillig, onderduiker Louis Pieter Milius wordt in december 1943 gearresteerd en alsnog afgevoerd.
Krijgsgevangenen worden regelmatig overgeplaatst en zitten dus vaak in meerdere kampen gevangen. De meeste Nederlandse krijgsgevangenen overleven, maar zo'n driehonderd tot vierhonderd Nederlandse krijgsgevangenen komen om in Duits krijgsgevangenschap.
Overbelast
Na de bevrijding van krijgsgevangenkampen willen de ex-krijgsgevangenen zo snel mogelijk terugkeren, maar dat mag niet. De infrastructuur in nazi-Duitsland is enorm gehavend waardoor de ex-krijgsgevangenen de geallieerden teveel in de weg zouden lopen. Repatriëring laat vaak lang op zich wachten. Een groep Nederlanders wordt op vrijdag 19 mei 1945 vanuit het zwaar gebombardeerde Leipzig gerepatrieerd naar Nederland. In zijn dagboek vertelt Willem Kuil hierover:
Zondag 20-5-1945 1e Pinksterdag, zacht weer. (..) Langs de spoorbaan gewandeld. Van de Amerikanen gehad: 2 grote blikken vlees en bonen, peentjes, tomatenpuree en met 6 man groot blik biscuits. 14.30 uur spoorwegongeluk, een goederentrein rijdt achter op onze trein. 6 wagons totaal aan splinters. Van de inzittenden: 8 doden, 5 zwaar gewonden, ongeveer 25 lichtgewonden, ook vrouwen en meisjes.
Botsing
Terwijl de trein stilstaat met de ex-krijgsgevangenen erin botst een trein met aardappelen er bovenop, een verkeerde wissel is waarschijnlijk de oorzaak. Hendrikus Jacobus Borst, Johann Carl Heinrich Kluën, Louis Pieter Milius, Johannes van der Sloot, Gerrit Philip Verbeek, Henricus IJdo, Hendricus Jacobus Swaanenburg, Stellios Saunders en Jacob Smid komen om het leven door de treinbotsing. Een dag na het ongeluk overlijdt Meijnardt Marinus Christiaan Scheers aan zijn verwondingen, twee dagen later overlijdt ook Jacob Groenewoud.
Ik ben bij dit ongeluk alles kwijtgeraakt, mijn kleren en ook mijn nummerplaatje; na afloop heb ik nog slechts een kort broekje aan. Een treurige byzonderheid meen ik te moeten vermelden, nl. dat medekrijgsgevangenen, die niet gewond waren, onmiddelijk na het ongeluk aan het roven en plunderen zijn geslagen en o.a. de gewonden en doden van hun laatste bezittingen, ook kleding, ontdeden.





