Archief van de familie Blom.

Archief van de familie Blom. De familie Blom telt vier leden: vader, zoon, dochter en schoonzoon, respectievelijk A. Blom, P.W. Blom, A.A.C. van de Poel-Blom en H.J.Th. van de Poel. Verzetsdeelnemers. Albert Blom, geboren Den Helder 3 augustus 1879 – overleden Krommenie 9 december 1952. Gehuwd met J. (Jannetje) Koster (Rotterdam 4 april 1884), twee kinderen. Albert Blom werd op de zeevaartschool opgeleid, zijn beroep was commissaris loodswezen. Woonplaats IJmuiden. Blom gold als een man met gezag en werd daarom geregeld om hulp en advies gevraagd. In zijn aantekenboekjes doet hij verslag van de militaire en maatschappelijke ontwikkelingen tijdens de oorlog. Pieter Willem (Piet) Blom, geboren Brouwershaven 12 augustus 1918 – overleden Breda rond 1999. Was actief in het gewapend verzet in de omgeving van Velsen. Hij werd meermalen gearresteerd en besloot Engelandvaarder te worden. Vanuit Delfzijl reist hij met zijn schoonbroer Harry van de Poel eerst richting Zweden. In het Skagerrak, in de buurt van Käringön, worden zij samen met 29 anderen opgepakt en aan boord genomen van een Duitse trawler. Die brengt ze naar de Deense havenstad Frederikshavn, waar ze in het marinekamp ‘Lager Hindenburg’ worden geïnterneerd. Op 4 april 1942 ging het transport verder naar het Duitse krijgsgevangenenkamp Marlag en Milag Nord (Duitsland). Vervolgens kwamen ze als Nacht und Nebel-gevangenen in diverse kampen terecht en werden uiteindelijk door geallieerde troepen bevrijd. Anna Albertine Clazina (Ans, Annie) van de Poel-Blom, geboren Brouwershaven 18 september 1916 – overleden Den Bosch, 10 januari 2014. Zij was secretaresse en gouvernante. Tijdens de bezetting was zij in het verzet actief, ondermeer in de omgeving Velsen. Zij hielp met behulp van radio-Oranje illegale kranten redigeren en verspreiden. Ook werkte zij als koerierster. Zij werd gearresteerd door een lid van de NSB en bracht de laatste zes weken van de oorlog in de gevangenis van Scheveningen door. Haar houten eetlepel herinnert aan dit verblijf. In 1975 beschrijft A. Morriën in de autobiografische roman ‘Lasterpraat’ A. van de Poel-Blom als een aantrekkelijke, maar onbereikbare vrouw (pp. 135-136). In 1985 ontvangt zij het verzetsherdenkingskruis. Henri Josephus Tharcitius (Harry) van de Poel, geboren Padang (Sumatra) 4 mei 1889 – overleden Den Haag 10 maart 1973. Echtgenoot van A.A.C. van de Poel. Harry van de Poel volgde de Hogere Zeevaartschool en werd technisch adviseur. Tijdens de bezetting was hij in de omgeving van Velsen in het verzet actief. Later werd hij Engelandvaarder. H. van de Poel tekende na de bevrijding voor uitzending naar Nederlands-Indië. Tijdens de Eerste Politionele Actie raakte hij gewond, waarop hij als oorlogsinvalide naar Nederland terugkeerde. Het archief bevat aantekenboekjes en correspondentie naast officiële documenten uit de bezettingstijd en ten tijde van de politionele acties. Een aanvulling vormt ‘Mijn familiegeschiedenis’ van C. Verschuur (2013), een achterkleindochter van A. Blom.