Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 076

Geïnterviewde (1924) woont in zijn jeugd in Sneek. Als Friese jongen duikt hij onder om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. Eerst werkt hij bij een tuinder en later in de Noordoostpolder. Door een verwonding aan zijn hand moet hij weer terug naar huis. Vandaar duikt hij onder in Wouwse Plantage. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, smokkelt hij tabak. In juli 1944 wordt hij gesnapt tijdens een treinreis, gevangen gezet en via Kamp Amersfoort naar werkkampen in Duitsland gestuurd. Geïnterviewde krijgt staf wegens een vluchtpoging en moet naar Erziehungslager Lahde, waar zijn beste vriend in maart 1945 geëxecuteerd wordt. Hij wordt daar zelf ernstig verwond aan een arm en ziek door ondervoeding en mishandeling. Hij gaat op dodenmars naar Hannover, maar blijft door de bevrijding in de stad Hagen hangen. Vandaar reist hij via Eindhoven naar huis terug. Na de oorlog klimt hij via diverse cursussen op tot boekhouder bij de toenmalige PTT en later werd hij chef op het kantoor.