Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Coevorden, monument aan de Gramsbergerstraat

Het monument aan de Gramsbergerstraat in Coevorden is opgericht ter nagedachtenis aan drie medewerkers van de voormalige aardappelfabriek die op 21 februari 1944 zijn omgekomen tijdens een geallieerd bombardement op de fabriek. De namen van de drie slachtoffers luiden: Harm Baas, Jacob Drent en Gerrit Reins. Om een invasie voor te bereiden, breidden de geallieerden in 1944 de bombardementen op vijandelijke fabrieken en woonsteden in Duitsland uit. Door slechte weersomstandigheden konden bepaalde doelen soms niet gelokaliseerd worden. Dan moesten de vliegtuigen de reservedoelen vinden om te voorkomen dat hun bommenlast werd teruggebracht naar het punt van vertrek. Om deze reden waren de bommenwerpers type B17 van de 8ste United States Army AirForce genoodzaakt op terugvlucht van een niet uit te voeren opdracht in Duitsland hun bommenlast op een reservedoel te werpen. Dit reservedoel werd in militair jargon met de letter 'O' aangeduid, dat wilde zeggen 'Target of Oppurtunity', ofwel 'gelegenheidsdoel'. Aangezien er bij de bombardementsvluchten radiostilte tussen de vliegers moest zijn, gaf de vluchtleider het te bombarderen punt aan met een 'Target-Marker'. Dit was het witte signaal dat de mensen op de grond zagen als de vliegtuigen overkwamen. Het bombardement van maandag 21 februari 1944 werd uitgevoerd door de Amerikaanse First Bomb Division, onder operationnumber '228'. In het officiële rapport van wachtmeester J. Prins van de Marechaussee staat dat een onderzoek is ingesteld. Daarbij is gebleken dat vijftig à zestig brisantbommen, afkomstig uit Engelse vliegtuigen zijn afgeworpen. Het was toen gebruikelijk om alles Engels noemen, want de bezetter maakte antipropaganda met de leuze 'Van de vrienden moet je het maar hebben!'. Naspeuringswerk van de heer H. Hoiting leverde een bommenaantal van 140 stuks op, inclusief een onbekend aantal 'blindgangers'. Omstreeks 14.45 uur kwamen die maandagmiddag de bommen naar beneden. De aardappelmeelfabriek had slechts één voltreffer, aan de voorzijde. Het grootste gedeelte van de fabriek is blijven staan. Bij deze fabriek waren drie doden te betreuren: stoker-machinist Harm Baas, smid-bankwerker Jacob Drent en fabrieksarbeider Gerrit Reins. Twee voltreffers werden geregistreerd op de Houtgasgeneratorfabriek, welke daardoor geheel verwoest werd. Hier vielen ook drie doden: fabrieksarbeider Wiecher Pool, fabrieksarbeider Hendrik Lok en fabrieksarbeider Klaas van der Weide. In de bebouwde kom van Coevorden liepen vele woningen glasschade op. In de garage van Juurlink, de Drentsch Overijsselsche Houthandel en de timmerwerkplaats van de aannemer Noord bevonden zich ondanks de ravage geen slachtoffers. Bij de handelsmaatschappij 'De Twee Provinciën' werd de boekhouder Willem ten Vlieghuis dodelijk getroffen. In totaal waren er zeven doden en twaalf gewonden. H. Huttinga-Baas, een dochter van de omgekomen Harm Baas, woonde in de oorlog in de Bentheimerstraat. Samen met haar man had ze op de plaats waar nu warenhuis De Heus zit, een zaak in galanterieën. Haar vader was normaal gesproken machinist bij de Strocartonfabriek, maar was voor langere tijd uitgeleend aan de aardappelmeelfabriek. Huttinga-Baas: 'Ik was 's morgens thuis geweest, maar ik kon niet stil zitten. Het was heel onrustig, je hoorde de vliegtuigen steeds overvliegen. 's Middags waren we bezig met wat voorbereidingen voor een klein feestje voor buurman Petstra. We hoorden plotseling het luchtalarm. Even later vernamen we dat er bij de aardappelmeelfabriek bommen waren gevallen. Wij zijn er toen heen gelopen en vanaf een afstand zag je al een groot gat. Je zag dat de grijper waarmee de aardappels uit de schepen werden gehaald helemaal verwrongen was. Er stonden al veel mensen te kijken. Het terrein bij de fabriek was afgesloten, zodat de mensen er niet langs konden. Alleen familieleden mochten er langs. Je hoorde roepen: "Waar is Baas?" Het bleek dat mijn vader wel in de schuilkelder was geweest, maar die met nog een paar weer verlaten had. We zagen dat er iemand uit het gat werd gehaald. Die had witte sokken aan. We zeiden tegen elkaar: "Dat kan niet hem zijn, want die heeft papa nooit aan." Toen zei iemand tegen ons: "Het is beter dat jullie naar huis gaan." Op dat moment weet je dat er iets ergs is gebeurd. Mijn ouders woonden op de Melkkade. We durfden bijna niet naar huis te gaan om het te vertellen. Onderweg werd ik niet lekker. Gelukkig kwam dominee Postma ons tegemoet en die vertelde dat ze het thuis al wisten. Waarschijnlijk is mijn vader door de luchtdruk gestikt. Hij mankeerde niets, hij had alleen een plekje aan zijn hoofd.'

Collectie
  • Oorlogsmonumenten
Type
  • monument
Identificatienummer van Nationaal Comité 4 en 5 mei
  • 1156
Trefwoorden
  • Plaquette
  • Burgerslachtoffers
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards