Amsterdam, gevelsteen aan de Bloemgracht

De gevelsteen aan de Bloemgracht te Amsterdam is opgericht ter nagedachtenis aan de drie stadsgenoten die op 25 april 1945 door de bezetter zijn omgebracht. De namen van de drie slachtoffers luiden: Johannes Stephanus Keune, Ko Stevese en Durk Wolters. De verzetsmannen Durk Wolters, Ko Stevese en Johannes Stephanus Keune, allen lid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS), hebben elkaar leren kennen in het pand aan de Bloemgracht. Zij waren tevens lid van de 'Raad van Verzet'. In de ochtend van 25 april 1945 werden zij door de bezetter ontdekt en ter plekke gefusilleerd. De toedracht van de ontdekking is nog steeds onduidelijk. Johannes Keune was een geboren Amsterdammer. Hij was werkloos tijdens de Tweede Wereldoorlog en in 1943 sloot hij zich aan bij de 'Raad van Verzet' die hem ook financieel hielpen. Hij was toen 29. Hij kwam ook regelmatig op de Bloemgracht 82 en leerde zo de anderen kennen. Ko Stevese was een Zeeuw en verhuisde op zijn twintigste naar Amsterdam en wordt typograaf. De bezetter verplichtte hem om in het kader van Arbeitseinsatz in Duitsland te gaan werken. Tijdens zijn verlof duikt hij onder. In een brief aan zijn ouders verklaart hij niet langer onder de Duitsers te willen werken. Hij gaat het verzet in en sluit zich in 1944 aan bij de 'Raad van Verzet'. Hij kwam vaak op de Bloemgracht 82 en leerde daar Durk Wolters en Johannes Keune kennen. Durk Wolters was geboren op 6 april 1911. Als beroep was deze Groninger vrachtwagenchauffeur. Hij was overtuigd communist en werd verschillende malen opgepakt, maar wist ook te ontsnappen. Hij dook onder op een zolderkamer aan de Bloemgracht 82 in Amsterdam. Hier leerde hij de anderen kennen. Onthulling De gevelsteen is onthuld in 1945.