Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Wittem, monument in het Schweibergerbos

Het monument in het Schweibergerbos te Wittem (gemeente Gulpen-Wittem) is opgericht ter nagedachtenis aan vijf gesneuvelde Britse bemanningsleden van een op 23 februari 1943 neergestorte bommenwerper van de Royal Air Force. De namen van de vijf slachtoffers luiden: J. Bonsfield, W. Fletcher, F. Howe, H. Kay en G. Miller. Twee bemanningsleden hadden kans gezien om van geringe hoogte uit het brandende toestel te springen. Leo Peerboom, die in 1943 als 11-jarige de crash zag gebeuren, heeft na de oorlog lange tijd gezocht naar deze twee overlevenden. Een van hen, Ernest Jackson, vond hij in 1990 in Saint Erth op het uiterste zuidwestpuntje van Engeland bij Land's End. Van hem heeft de heer Peerboom de ware toedracht van het ongeluk gehoord. Marc Pierre (de andere overlevende) bleek inmiddels te zijn overleden. Ernest Jackson was boordwerktuigkundige en hulp-navigator aan boord van een Halifax bommenwerper. Op de avond van 13 februari 1943 vloog dit toestel na een bombardement op Keulen terug naar zijn thuisbasis. Tien mijlen westelijk van Geilenkirchen kreeg de viermotorige machine een vijandige Messerschmidt ME-110 nachtjager op zijn staart. Jackson zag vanuit een koepel boven op de romp het mondingsvuur van de Duitse boordwapens opflakkeren, gevolgd door een explosie aan boord van de Halifax. Door de enorme impact raakte Jackson tijdelijk buiten bewustzijn. Toen hij bijkwam, lag hij op de vloer van de vliegtuigromp en zag dat de linkervleugel in brand stond. De gezagvoerder en co-piloot hingen levenloos in hun harnassen. Terwijl Jackson zijn valscherm omdeed, zag hij dat twee bemanningsleden al bij het ontsnappingsluik zaten. Dichte rook maakte ze onzichtbaar en even later waren ze verdwenen. Ook Jackson liet zich door het luik de duisternis in vallen. Na drie tellen opende zijn parachute zich. Bij het neerkomen op de grond, brak Jackson zijn enkel. Een eindje verderop was een ander bemanningslid bezig zijn parachute te begraven. Het bleek Marc Pierre te zijn, een Belg die met zijn ouders voor de oorlog naar Engeland was verhuisd. De RAF-militair die naast Pierre voor het luik had gezeten, heeft de sprong in de duisternis niet durven maken. Dit is hem fataal geworden. Leo Peerboom stond voor zijn ouderlijke huis toen hij de brandende bommenwerper neer zag komen. Het vliegtuig klapte in een zee van vuur tegen de grond. De twee overlevenden waren in Puth-Schinnen in een weiland geland. Marc Pierre sleepte de gewonde Jackson naar een hol weggetje, waar ze een paartje tegen het lijf liepen. De jongen ging er vrijwel meteen op zijn fiets vandoor. Maar Hennie Berkers bleef staan en bracht de geallieerde militairen naar een oude schuur. 'Morgenvroeg kom ik hier bij jullie terug,' beloofde Hennie. De volgende morgen kwam het meisje inderdaad weer terug met koffie die ze had bewaard voor een speciale gelegenheid. Na 47 jaar herinnerde Jackson zich nog hoe oma Berkers almaar een vragende zin uitsprak met het woord 'lekker'. Een plaatselijke verzetsgroep hielp de ongedeerde Marc Pierre een eind op weg naar Engeland. Met een melkwagen werd hij naar Borgharen gebracht en vervolgens door een visser over de Maas naar de Belgische oever geroeid. Vanuit Smeermaas bereikte hij via een Belgische pilotenlijn Zuid-Frankrijk en Spanje. Vanuit Gibraltar vloog hij terug naar zijn thuisbasis in Yorkshire. Na zijn terugkeer in Engeland heeft Pierre nog verscheidene operationele vluchten naar Duitsland gemaakt. Later verhuisde hij naar Nice, waar hij in 1978 is overleden. Ernest Jackson had vanwege zijn gebroken enkel medische hulp nodig. Hij werd naar het gemeentehuis in Schinnen gebracht, waar de burgemeester en de veldwachter hem adviseerden onder te duiken. Hij weigerde dit te doen en wachtte op de bezetter. Na een kort verblijf in het Maastrichtse ziekenhuis belandde hij in de gevangenis in Amsterdam. Vervolgens werd hij op transport gesteld naar Breslau in Opper-Silezië, waar hij in kopermijnen tewerk werd gesteld. Toen in 1945 het Russische Rode Leger dichterbij kwam, moest Jackson met 900 andere verzwakte gevangenen te voet naar Kassel. Slechts 400 mensen kwamen er ook daadwerkelijk aan. De overigen waren onderweg door uitputting bezweken of doodgeschoten. Bij de bevrijding woog Jackson nog maar 45 kilo. Ondanks het feit dat hij in Londen in een ziekenhuis moest aansterken, wilde Jackson naar huis in Cornwall. Een MP leverde hem burgerkleding en leende hem enkele ponden. Zo kwam hij terug bij zijn vrouw, aan wie hij in de jaren daarna amper iets over zijn oorlogservaringen heeft verteld. Toen Leo Peerboom in 1990 bij hem op bezoek was, kwam voor het eerst het hele verhaal eruit. Oprichting De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van Leo Peerboom. Onthulling Het monument is onthuld op 16 februari 1993. Wegens medische problemen was Ernest Jackson niet in staat bij de onthulling aanwezig te zijn.

Vervaardiger
  • L. Peerboom
Collectie
  • Oorlogsmonumenten
Type
  • monument
Identificatienummer van Nationaal Comité 4 en 5 mei
  • 1766
Trefwoorden
  • Kruis
  • Geallieerde militairen
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards