Velsen-Noord, 'Oorlogsmonument Hoogovens-Mekog-Cemij'

Het 'Oorlogsmonument Hoogovens-Mekog-Cemij' in Velsen-Noord (gemeente Velsen) is opgericht ter nagedachtenis aan 69 personeelsleden van de bedrijven Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken (K.N.H.S.), Mekog en Cemij, die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. De namen, geboortejaar en jaar van het overlijden (mits bekend) luiden: H. van der Aar 1925 - 1944, J.L. Adrichem, 1908 - 1942, H. van Alphen 1903 - 1944, P. Apon 1911 - 1944, L.M. Bakker 1920 - 1944, G.H. Boer 1878 - 1943, C.M. Bol 1925 - 1945, J.L. Bonekamp 1914 - 1944, A.A. Bongers 1921 - 1944, A.M. Bouchier 1924 - 1944, L.J. Büller 1880 - 1944, F. Cnossen 1919 - 1945, P. Cnossen 1890 - 1945, A.H.L. Elink Sterk 1914 - 1940, P.A. Fleer 1886 - 1942, J.W. van Gaalen 1898 - 1943, Th. Gebauer 1903 - 1943, T. Glas 1916 - 1945, Sarline Goudsmit 1906 - ,P. de Graaf 1901 – 1943, E. Groen 1920 – 1944, H.J. de Groot 1912 – 1940, Th.S. Hendrikse 1907 – 1943, J. Hilberts 1889 – 1943, J. Hofmann 1904 – 1942, J. Huider 1881-1943, G. van der Hulst 1897 – 1945, W.A. de Jong 1913 - , N. Keizer 1921 - , D. Kiekens 1915 – 1945, A.W. Kok 1906 – 1945, E. Koomen 1911 – 1945, H. Kos 1910 - , A. Kraaveveld 1921 – 1944, W. C. Kroesbeek 1891 – 1941, G.J. Kuenen 1918 – 1944, C.J.F. van der Kwast 1921 – 1944, J. Limmen 1921 – 1944, J. Lubbers 1925 – 1945, N.J. Luberti 1917 – 1940, W. van Marion 1925 – 1945, F. van der Mey 1914 – 1942, J. Mol 1910 – 1944, A.F. Molenaar 1925 – 1944, N. van Nieuwkoop 1912 – 1943, J. Offenberg 1924 – 1945, W.A. Oldenburg 1899 – 1942, J.L. Oud 1926 – 1945, F.H. Palmen 1901 – 1943, R. Pletting 1918 – 1945, M. Post 1919 – 1945, F. Richter 1918 - 1944, S.C. Rumping 1924 – 1944, P. van Sloten 1914 – 1945, C.J. Sporre 1910 – 1941, Th.G.P. Stam 1908 – 1943, G. van der Steen 1917 – 1945, K. van Straten 1906 - , J. Tempelman 1922 – 1945, M.P. Verdijk 1919 – 1944, J.A. Verschuren 1917 – 1943, P. Verswijveren 1916 – 1940, P. Vissink 1919 – 1945, G. de Vries 1913 - , N. Wagenaar 1916 – 1940, Tj. de Wit 1902 – 1943, J. Wijker 1893 – 1943, J. Wijs 1913 – 1945, L. Zwalf 1839 - . Fritz Richter werkte in 1941/1942 bij de walserij van Van Leer op het Hoogoventerrein (elektrotechnisch tekenaar). In 1941 werd de wakseruh door Hoogovens overgenomen en ging deze verder als Walserij-Oost. Fritz Richter woonde vanaf maart 1939 aan de Zeestraat 49 Beverwijk (inwonend) en daarna enige tijd in een pension aan de Peperstraat 6 in Beverwijk. Na zijn huwelijk met Ludmila Raptschinsky op 25 maart 1942 verhuisde het stel naar Amsterdam. Op 8 september 1942 werden Fritz Richter en Ludmila Raptschinsky geregistreerd in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, de dag erna werden ze overgebracht naar Kamp Westerbork en op 11 september 1942 op transport naar Auschwitz gesteld. Fritz Richter werd in Cosel uit de trein gehaald voor tewerkstelling, hij overleed op 31 maart 1944 in Blechhammer. Zijn vrouw Ludmila Raptschinsky werd bij aankomst in Auschwitz op 14 september 1942 meteen vergast. Onthulling Het monument is onthuld op 5 mei 1948 door de directie van Hoogovens.