Ansichtkaarten van Gé Verbeek, tewerkgesteld bij de Stahlwerke Braunschweg Watenstedt, Duitsland

Vijf ansichtkaarten en een brief van Gé Verbeek, tewerkgesteld bij de Stahlwerke Braunschweg Watenstedt, Duitsland. Deze stel brieven beschrijven zijn verblijf in kamp Erika te Ommen en zijn transport naar Wattenstedt. Van Gé naar familie, 7 mei 1943, uit OmmenVan ouders naar Gé, 10 mei 1943 uit RotterdamVan Gé naar familie, 13 mei 1943 uit Ommen Van Gé naar familie, 18 mei 1943, uit WatenstedtVan Gé naar familie, 26 mei 1943 uit WatenstedtVan ouders naar Gé, 31 mei 1943Gé Verbeek woonde in Rotterdam en was net begonnen aan zijn studie Scheikunde in Delft toen hij 13 maart 1943 opgeroepen werd om de Loyaliteitsverklaring te tekenen. Dit deed hij niet. Toen op 5 mei 1943 de verordening kwam dat studenten die niet getekend hadden zich moesten melden voor de Arbeitseinsatz, meldde hij zich om een mogelijk ergere straf te voorkomen. Gé werd naar kamp Erika in Ommen gebracht, waar op dat moment duizenden studenten geïnterneerd waren. In verhouding tot het latere gebruik van dit kamp als concentratiekamp, waren de levensstandaarden in kamp Erika deze periode redelijk goed.Op 14 mei 1943 werd Gé vanaf hier doorgestuurd naar Duitsland. Met 47 andere Nederlandse studenten werd hij tewerk gesteld in Stahlwerke Braunschweg Watenstedt. Hij werkte aan de productie van granaten. Hier had hij het moeilijk mee en op 17 augustus 1943 werd hij overgeplaatst naar het laboratorium. De tewerkgestelde studenten hadden in hun vrije tijd een redelijke bewegingsvrijheid, ze wandelden, bezochten de lokale mis en regelmatig waren er films te zien. Sommigen kregen verlof. De belangrijkste ontberingen waren zwaar werk, bedrijfsongevallen, luchtalarm en bombardementen die begin 1945 steeds frequenter en dichter bij zijn. Op de avond van 10 April 1945 wordt Watenstedt bevrijd. Op 11 mei begint de reis naar huis. 13 mei komt Ge in Heerlen aan. Daarna verbleef hij een maand in Eindhoven alvorens op 13 juni 1945 naar huis te gaan.