De Nederlandsche Omroep (NO) was de genazificeerde radio-omroep tijdens de bezetting. Op 9 maart 1941 werden alle bestaande radio-omroepen opgeheven en enkele dagen later volgde de instelling van de Rijksradio-Omroep, later hernoemd tot Nederlandsche Omroep. De omroep viel onder het door het Duitse bestuur ingestelde Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. De leiding was in handen van de NSB'er dr.ir. W.A. Herweyer en de meeste belangrijke functies werden bekleed door NSB'ers en andere nationaalsocialisten. De dag na Dolle Dinsdag (5 september 1944) werd de Nederlandsche Omroep opgeheven, al vonden er tot 6 mei 1945 nog uitzendingen vanuit Hilversum plaats.