Parochie Sint Gregorius van Utrecht te IJmuiden
Tussen twee wereldoorlogen: Als rode draad door de geschiedenis van de kerk loopt het gebrek aan geld. De inkomsten bestonden aanvankelijk uit de collecten en uit het plaatsengeld, dat voor de H. Mis door de koster moest worden geïnd. f 0,20 voor een plaats op één van de eerste drie banken, f 0,10 elders. Bezoekers die per fiets kwamen betaalden ook een dubbeltje voor de fietsenstalling, de opbrengst kwam ten goede aan het jeugdwerk. Maar ook het Armbestuur wilde collectes houden, en dan botsten de belangen wel eens. De Tweede Wereldoorlog: Het Forteiland krijgt een jaar later weer een vaste bezetting. In de Kanaalstraat wordt een rooms-katholiek Militair Tehuis ingericht. De hoofdonderwijzer van de Heilig Hartschool staat aan de leiding. In 1939 wordt, als eerste van een reeks vorderingen, de Jongensschool opgeëist door Defensie. Het verenigingsgebouw volgt snel. In juli 1940 wordt bericht ontvangen, dat de herstelkosten van beide gebouwen zullen worden vergoed. Daarna volgt een reeks van bepalingen en richtlijnen zoals over 'het niet mogen vlaggen op tot dusver gebruikelijke dagen, het moeten verduisteren van het kerkgebouw en het niet mogen hebben van anti-Duitse boeken op de scholen'. De bisschop verzoekt dringend geen handelingen te verrichten waaraan de bezettende overheid aanstoot kan nemen. De scholen en het verenigingsgebouw zijn nu bij de Duitsers in gebruik. Er wordt nu halve dagen les gegeven in de Comitéschool. De klassen zijn klein geworden door de vele evacués, wat van invloed is op de kerkelijke financiën. Wegens een te hoog elektriciteitsgebruik mag het kerkorgel niet meer bespeeld worden. In februari 1943 komt het bericht dat de kerk en de schoolgebouwen voor 8 maart ontruimd moeten worden. Het ontstaan van IJmuiden: Waar eens de duinen en de landerijen met pachtboerderijen, bossen en buitenplaatsen het landschap bepaalden, is in de jaren na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 het beeld ingrijpend gewijzigd. Het kanaal vormde het begin van de stormachtige ontwikkeling van IJmuiden. Rond de sluizen had zich al een groep bewoners gevestigd, die betrokken waren bij het kanaal, zoals sluiswachters, douanebeambten en personeel werkzaam bij het onderhoud van het kanaal en de pieren. Later kwamen hierbij de woningen voor de vletterlieden en het sleepbootpersoneel. IJmuiden moest vorm krijgen. Een maatschappij van grondeigenaren, de heren Bik en Arnold, ontwierp het eerste bouwplan voor IJmuiden. Rond 1878 is IJmuiden al flink gegroeid. Er komt een post- en telegraafkantoor en een politiepost. Ook kwamen er middenstanders hier hun geluk beproeven. De eerste jaren ging de visserij, dankzij het ontstaan van de haven, een belangrijke arbeidstak vormen. Er ontstond een levendige handel in vis en visserijproducten. Uiteindelijk zou dat leiden tot de aanleg van de vissershaven in 1896 en een rijksvisafslag in 1899. Bijlage: Lijst van pastoors welke aan de parochie verbonden zijn geweest: J. van 't Westeinde Wederopbouw en uitbreiding: Na de bevrijding zijn begin november 1945 de kerk en de meisjesschool weer beschikbaar. In 1946 nemen de zuster weer hun intrede. Plannen tot wederopbouw van de jongensschool zijn er van meet af aan, doch eerst dient veel achterstalling onderhoud te worden gepleegd aan de nog bestaande gebouwen. In 1953 komt het bericht, dat de zusters zich, wegens gebrek aan roepingen, uit IJmuiden zullen terugtrekken. Het zusterhuis zal later verkocht worden aan de gemeente Velsen, waarna het buurthuis 'De Brulboei' er zich in zal vestigen. De St. Gregoriuskerk: Na enkele jaren van voorbereiding kan op 15 mei 1884 de St. Gregoriuskerk in gebruik worden genomen. Kerk en pastorie kosten samen f 24.724,00. Ter delging van de kosten wordt o.m. elke maand een collecte gehouden aan de deuren van de parochianen. Ook worden al spoedig pogingen gedaan om een R.-K. kerkhof te stichten en een kosterswoning te bouwen. Sloop en opheffing: In 1975 breekt brand uit in de verwarmingsruimte van de St. Gregoriuskerk. Als gevolg daarvan moet het gebouw tijdelijk worden gesloten. Wanneer blijkt, dat het herstel van de installatie en het eveneens weer nodige onderhoud van het gebouw, grote sommen geld gaat eisen, wordt besloten de St. Gregoriuskerk permanent te sluiten. Het feit dat er per weekend nog slechts 50-60 bezoekers waren, zal zeker meegewogen hebben. Na moeizame onderhandelingen met het gemeentebestuur verklaren Burgemeester en Wethouders zich in 1977 tenslotte bereid de gebouwen over te nemen. De Rooms-Katholieke Kerk: Een groot deel van de vissers was katholiek. De nieuwe grondwet van 1848 gaf ook aan de Katholieken vrijheid van godsdienst en onderwijs en in 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie hersteld. Paus Pius IX richtte de Utrechtse kerkprovincie op met de bisdommen Haarlem, 's-Hertogenbosch, Breda, Roermond en het aartsbisdom Utrecht. In hoog tempo probeerde de katholieke gemeenschap de bouw van kerken te realiseren. Voor de bisschop van Haarlem vormden de vissers één van de redenen om tot de bouw van een kerk in IJmuiden over te gaan. Tot dan toe werden op zon- en feestdagen in een gehuurd bovenhuis de missen opgedragen door de pastoor van de parochie te Driehuis. In het dorp IJmuiden waren toen reeds zo'n vijfhonderd katholieken, aangevuld met soms wel honderd Volendamse vissers, en het is duidelijk voor de bisschop: 'De omstandigheden hebben Ons gedrongen aan dien toestand een einde te maken'. De scholen: De meeste kinderen uit de parochie volgden het onderwijs aan de (hervormde) Comitéschool, waar de lessen in bijbelse geschiedenis niet altijd strookten met het rooms-katholieke gedachtegoed. De ouders drongen er bij het kerkbestuur op aan om zo snel mogelijk een katholieke school te stichten. De stichting verliep niet zonder problemen; in 1908 werd zelfs een rekwest aan H.M. de Koningin gestuurd, dat evenwel op formele gronden werd afgewezen. Tenslotte kon in 1909 toch worden begonnen met de bouw van een school met voorlopig zes lokalen en een zusterhuis, waar de zusters van de Congregatie van de Zusters van het Arme Kindje Jezus uit Simpelveld, die zich met het onderwijs zouden bezig houden, gehuisvest zouden worden. Het zusterhuis kreeg de naam 'Maria-gesticht'. (Het was dezelfde orde, die zich met het onderwijs in de St. Jozefparochie in Velsen-Noord zou belasten en daar tevens in huize 'Meerzicht' een weeshuis ging exploiteren). In 1910 volgde er een kleuterschool, door de jaren heen steeds 'Fröbelschool' genoemd. Na opmerkingen van de ouders kregen de jongens uit de vijfde en zesde klas van de lagere school in 1916 een onderwijzer in plaats van een zuster. Al snel werd de school uitgebreid en werd de gemengde lagere school gesplitst in de Claraschool voor meisjes en de Heilig Hartschool voor jongens.
- Archieven Noord-Hollands Archief
- Archief
- 1061
- Categorie
- Religie en Levensbeschouwing
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer