Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Slag om Overloon

Slag om Overloon

De Slag om Overloon (Operatie Aintree) van 30 september 1944 tot 18 oktober 1944, is de aanval van geallieerde strijdkrachten op de Duitsers bij Overloon. Na hevige gevechten werd op 14 oktober een vrijwel geheel verwoest Overloon bevrijd. De veldslag duurde vervolgens nog enige dagen totdat ook Venray bevrijd was.

Filter op
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Ysselsteyn, vliegersmonument

Het monument herinnert de inwoners van Ysselsteyn (gemeente Venray) aan de crash van de Taylorcraft Auster V, (NJ669) van de 127 RAF Wing op 11 oktober 1944. Dit toesteld wag gestationeerd te Grave Keent (B.82). De namen van de slachtoffers luiden: Pilot F/O A.J. Horrell, Co-Pilot F/O/ L.P.E. Piche.  Pas op 21 oktober, na de bevrijding van Ysselsleyn op 17/18 oktober, werd wat er over was van de vermiste Auster gevonden door de bemanning van een Auster van 659 AOP Squadron. Naast het wrak, dat op de grens van de boerderijen van Fleurkens en Jeurissen, dicht bij de Deurneseweg op ongeveer 100 meter afstand van dit bord lag, bevonden zich drie veldgraven. Van Hottell en Piché en van soldaat Harold Hallett Philips van King’s Shropschire light Infantry. Volgens ooggetuigen zouden de gewonde en zwaar verminkte vliegers op eigen verzoek door een Duitse patrouille zijn doodgeschoten.  Zij werden in een veldgraf naast het wrak van de Auster gelegd. Een jaar lang werden de graven verzorgd door de Familie Jeurissen alvorens de omgekomen vliegers met een wit paard en wagen werden overgebracht naar de Engelse Oorlogsbegraafplaats in Venray. Hun graven liggen hier vandaag de dag nog altijd: grafnummers 1E12 en 1E13.  Tegen het einde van de Slag om Overloon werd een Duitse militair gevangen genomen die de identificatieplaatjes van beide vliegers bij zich droeg. 

Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Philips
Royal Air Force
Slag om Overloon
Monument
Overloon, museumplaquette

De museumplaquette in Overloon (gemeente Land van Cuijk) is opgericht ter herinnering aan de Overloonse bevolking die al snel na het einde van de Tweede Wereldoorlog eigenhandig een museum bouwde. Na een voorspoedige opmars door Noord-Frankrijk en België waren de Amerikanen van de 30ste infanterie 'Old Hickory' erin geslaagd het grootste deel van Zuid-Limburg te bevrijden. Vervolgens wilden de geallieerden op 17 september 1944 met een groot offensief (operatie 'Market Garden') vanuit België een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland veroveren. Luchtlandingstroepen moesten in een bliksemsnelle aanval bruggen in Noord-Brabant en Gelderland veilig stellen. Vanuit België moesten grondtroepen over de veroverde bruggen naar het IJsselmeer optrekken. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Grave en Groesbeek en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen nabij Eindboven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Britse para's werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken in de Betuwe. Dankzij de samenwerking van Amerikaanse en Engelse soldaten kon in Brabant een strook vrij gebied, 'de Corridor' genaamd, behouden blijven. Dit gebied tussen Eindhoven en Arnhem werd voortdurend bedreigd door het bruggenhoofd dat de bezetter in Noord-Limburg en een deel van Oost-Brabant had weten te behouden. Van de fronten van België en Frankrijk weggevluchtte eenheden werden hier samengevoegd met geharde 'Fallschirmjäger' en fanatieke SS'ers. Deze samenstelling werd door de bezetter 'Erste Fallschirmarmee' genoemd. Hun generaal was Kurt Student. Zijn Britse collega aan de andere kant heette generaal-majoor L.C. Whistler. Hij voerde legeronderdelen aan met namen die ontleend waren aan het Engelse landschap: de Suffolks, de Norfolks, de Easyyorks, de Warwicks en de Lancashires. Deze tegenstanders vochten in oktober 1944 in regen en modder een gruwelijke strijd, waaronder ook de burgerbevolking zwaar te lijden had. Volgens veldmaarschalk Montgomery moest het Britse 8e korps, gesteund door de Amerikaanse 7e pantserdivisie het Duitse bruggenhoofd elimineren en daarna doorstoten naar Keulen en Düsseldorf. Eind september zetten de geallieerden de eerste aanvallen in op de frontlijn die globaal liep van Boxmeer naar Weert. Maar de Britse bevelhebber onderschatte zowel de weerstandskracht van de bezetter als de problemen die zijn eigen troepen hadden in het moeilijk begaanbare en door rivieren, kanalen en sloten doorsneden Peelterrein. Bij Overloon, waar Duitse troepen zich hadden ingegraven, werd de geallieerde opmars tot staan gebracht. Op 12 oktober 1944 bestookten de geallieerden anderhalf uur lang de Duitse stellingen in en rond Overloon met zware artillerie en luchtaanvallen. Maar liefst 125.000 granaten vlogen de bezetter om de oren. 'Das war alles Wahnsinn. Weltuntergangsstimmung', zou vele jaren later uit de mond van een Duitse soldaat opgetekend worden. Hiermee werd de aanzet gegeven tot een fase in de Tweede Wereldoorlog die na alle aandacht voor de Slag bij Arnhem als 'vergeten slag' is aangeduid. Nadat de bevrijders drie vliegtuigen en zo'n veertig tanks hadden verloren, begonnen de man-tegen-mangevechten. Huis voor huis werd Overloon veroverd en ook in de omliggende bossen werd fel gevochten. Op 14 oktober 1944 in de namiddag viel het laatste Duitse bolwerk, een groep SS'ers die zich in de ruïne van de Overloonse kerk had verschanst. Nadat negen dagen lang Amerikaanse Shermantanks tevergeefs een bres hadden proberen te slaan in de Duitse stellingen, lukte het de Britten de vijand terug te dringen tot bij Venray. Toen de kanonnen zwegen, waren 300 burgers van Overloon en Venray gedood en Overloon lag in puin. Aan Britse en Amerikaanse kant sneuvelden rond Overloon bijna 1.900 soldaten, de bezetter verloor zeker 600 mannen. Dat is ongeveer evenveel als de verliezen tijdens operatie 'Market Garden', de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis. De Britten vonden deze strijd zo heftig en fel dat Overloon de bijnaam kreeg van het 'tweede Caen', verwijzend naar de hevige strijd die zij hadden moeten voeren bij het Franse Caen vlak na D-day. Oprichting Harry van Daal, inwoner van Overloon, stelde meteen na de slag voor om een deel van het slagveld intact te houden en in te richten als museum. Op 25 mei 1946 opende generaal Whistler, de commandant van de Britse troepen die eerder Overloon hadden veroverd, officieel het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum. Dat museum kennen de meeste Nederlanders weer wel. Museum-directeur Temming: 'Maar de Slag niet, dat blijft vreemd.' Onthulling Het monument is onthuld op 15 oktober 2004 in aanwezigheid van de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, mevrouw JRH Maij-Weggen. Het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon draagt zorg voor het onderhoud van het monument.

Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Operatie Market-Garden
SS
Monument
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog, Getuigen Verhalen, Project 'Vluchten uit Overloon op last van de bezetter'
Audio

Feestelijke intochten. Mensen die geallieerde tanks met vlaggetjes binnenhalen. Dat is het beeld van de bevrijding. Maar soms ging die bevrijding met veel geweld en slachtoffers gepaard, vooral in het zuiden van ons land. In september 1944 mislukte Operatie Market Garden. Een nieuw frontgebied was het gevolg: de streek tussen Peel en Maas. Hier zou de enige tankslag plaatsvinden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog: de Slag bij Overloon. Die slag begon op 26 september 1944. De volgende dag beval de Duitse bezetter alle 1.300 inwoners uit Overloon hun dorp direct te verlaten. In de stromende regen bereikten de vluchtelingen Venray, waar zij in kloosters, een pensionaat en psychiatrische kliniek onderdak vonden. Maar daar zouden ze slechts kort veilig zijn. Op 18 oktober werd Venray bevrijd, maar bleef ook daarna door artillerievuur bestookt worden. Op last van de Britse legerstaf moest ook de Venrayse bevolking, inclusief de vluchtelingen uit Overloon, evacueren. De gehele winter van 1944/1945 bleef Venray onbewoond frontgebied. Toen de bevolking in 1945 geleidelijk terugkeerde, vond men een verwoest en leeggeroofd dorp. In twee oral history projecten ('Vluchten uit Overloon op last van de bezetter' en 'Vluchten uit Venray op aandrang van Brits Gezag') zijn de evacués van toen geïnterviewd. Hoe was het om op stel en sprong huis en haard te moeten verlaten? Om maandenlang elders ondergebracht te worden en terug te keren in een verwoest dorp? En maakte het nog uit of men moest vertrekken op last van de bevrijder of van de bezetter?

Vervaardiger
Dungen, Drs. E. van den
Operatie Market-Garden
Tweede Wereldoorlog
Oral history
Overloon, oorlogsmonument

Het oorlogsmonument herinnert de inwoners van Overloon (gemeente Land van Cuijk) aan alle medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen en aan het herwinnen van vrijheid en vrede. Na een voorspoedige opmars door Noord-Frankrijk en België waren de Amerikanen van de 30ste infanterie 'Old Hickory' erin geslaagd het grootste deel van Zuid-Limburg te bevrijden. Vervolgens wilden de geallieerden op 17 september 1944 met een groot offensief (operatie 'Market Garden') vanuit België een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland veroveren. Luchtlandingstroepen moesten in een bliksemsnelle aanval bruggen in Noord-Brabant en Gelderland veilig stellen. Vanuit België moesten grondtroepen over de veroverde bruggen naar het IJsselmeer optrekken. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Grave en Groesbeek en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen nabij Eindboven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Britse para's werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken in de Betuwe. Dankzij de samenwerking van Amerikaanse en Engelse soldaten kon in Brabant een strook vrij gebied, 'de Corridor' genaamd, behouden blijven. Dit gebied tussen Eindhoven en Arnhem werd voortdurend bedreigd door het bruggenhoofd dat de bezetter in Noord-Limburg en een deel van Oost-Brabant had weten te behouden. Van de fronten van België en Frankrijk weggevluchtte eenheden werden hier samengevoegd met geharde 'Fallschirmjäger' en fanatieke SS'ers. Deze samenstelling werd door de bezetter 'Erste Fallschirmarmee' genoemd. Hun generaal was Kurt Student. Zijn Britse collega aan de andere kant heette generaal-majoor L.C. Whistler. Hij voerde legeronderdelen aan met namen die ontleend waren aan het Engelse landschap: de Suffolks, de Norfolks, de Easyyorks, de Warwicks en de Lancashires. Deze tegenstanders vochten in oktober 1944 in regen en modder een gruwelijke strijd, waaronder ook de burgerbevolking zwaar te lijden had. Volgens veldmaarschalk Montgomery moest het Britse 8e korps, gesteund door de Amerikaanse 7e pantserdivisie het Duitse bruggenhoofd elimineren en daarna doorstoten naar Keulen en Düsseldorf. Eind september zetten de geallieerden de eerste aanvallen in op de frontlijn die globaal liep van Boxmeer naar Weert. Maar de Britse bevelhebber onderschatte zowel de weerstandskracht van de bezetter als de problemen die zijn eigen troepen hadden in het moeilijk begaanbare en door rivieren, kanalen en sloten doorsneden Peelterrein. Bij Overloon, waar de Duitse troepen zich hadden ingegraven, werd de geallieerde opmars tot staan gebracht. Op 12 oktober 1944 bestookten de geallieerden anderhalf uur lang de Duitse stellingen in en rond Overloon met zware artillerie en luchtaanvallen. Maar liefst 125.000 granaten vlogen de bezetter om de oren. 'Das war alles Wahnsinn. Weltuntergangsstimmung', zou vele jaren later uit de mond van een Duitse soldaat opgetekend worden. Hiermee werd de aanzet gegeven tot een fase in de Tweede Wereldoorlog die na alle aandacht voor de Slag bij Arnhem als 'vergeten slag' is aangeduid. Nadat de bevrijders drie vliegtuigen en zo'n veertig tanks hadden verloren, begonnen de man-tegen-mangevechten. Huis voor huis werd Overloon veroverd en ook in de omliggende bossen werd fel gevochten. Op 14 oktober 1944 in de namiddag viel het laatste Duitse bolwerk, een groep SS'ers die zich in de ruïne van de Overloonse kerk had verschanst. Nadat negen dagen lang Amerikaanse Shermantanks tevergeefs een bres hadden proberen te slaan in de Duitse stellingen, lukte het de Britten de bezetter terug te dringen tot bij Venray. Toen de kanonnen zwegen, waren 300 burgers van Overloon en Venray gedood en Overloon lag in puin. Aan Britse en Amerikaanse kant sneuvelden rond Overloon bijna 1.900 soldaten, de bezetter verloor zeker 600 mannen. Dat is ongeveer evenveel als de verliezen tijdens operatie 'Market Garden', de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis. De Britten vonden deze strijd zo heftig en fel dat Overloon de bijnaam kreeg van het 'tweede Caen', verwijzend naar de hevige strijd die zij hadden moeten voeren bij het Franse Caen vlak na D-day. Onthulling Het monument is onthuld omstreeks 1962.

Vervaardiger
Rien Evers
Organisatie
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Operatie Market-Garden
Burgerslachtoffers
SS
Monument
Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Herengracht 380
1016 CJ
Amsterdam

020 52 33 87 0info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards